Tijdschrift voor Innovatief Hoger Onderwijs 2020 | Page 76

Duaal leren als middel voor boundary crossing in graduaatsopleidingen
Michielsen , Empsen , Haeck , Hustinx & Croes PXL-Onderwijsinnovatie en Dienst Onderwijs voorkomen in vergelijking met studenten en werkplekcoaches .
Onderstaande grafiek toont het verschil tussen de partijen .
FIGUUR 7 . RESULTATEN LEERMECHANISMEN
Samenvattend kunnen we stellen dat het proces van boundary crossing over het algemeen goed verloopt , maar dat er nog ruimte is om studenten tot een hoger leermechanisme te brengen . Hieraan kan ook een verschillend verwachtingspatroon ten grondslag liggen .
Aanbevelingen
Om het proces van boundary crossing in graduaatsopleidingen te versterken , formuleren we enkele adviezen en aanbevelingen .
Wat de oriënteringsfase betreft , adviseren we om enerzijds extra administratieve ondersteuning te voorzien bij de intaketesten , en anderzijds meer tijd in te plannen voor de intakegesprekken . Op die manier ontstaat er meer tijd om studenten beter te begeleiden bij het interpreteren van de testresultaten en krijgen studenten meer inzicht in hun eigen werkpunten en kwaliteiten . De participatie aan het extra ondersteuningsaanbod zal hierdoor wellicht ook stijgen . Hierbij aansluitend raden we aan om het ondersteuningsaanbod niet enkel oncampus aan te bieden , maar ook online beschikbaar te stellen . Verschillende drempels zoals overlap met lessen , schaamte en beïnvloeding door medestudenten worden zo weggenomen .
In het kader van het matchingsproces , raden we aan dat de werkplekscan steeds door de werkplekcoach en de graduaatscoördinator tezamen ingevuld wordt . Het digitaliseren van de werkplekscan is een mogelijke oplossing voor het tijdsgesprek en het uitgebreide takenpakket van de graduaatscoördinator . Het invullen van de werkplekscan dient bovendien steeds gepaard te gaan met een ( online ) kennismakingsgesprek , zodat de werkplekcoach voldoende op de hoogte is van de opleiding , het proces van werkplekleren , en dergelijke meer . Daarnaast stellen we voor om tijdens de handshake-events met een doorschuifsysteem of systeem van speeddaten te werken . Op die manier krijgen
71 alle werkplekken en studenten de mogelijkheid om met elkaar kennis te maken , waardoor de kans tot het vinden van een geschikte match verhoogt . Tot besluit stellen we vast dat er tussen de graduaatsopleidingen op een verschillende manier wordt omgegaan met het matchingsproces . Zoals eerder gesteld , zijn er grote verschillen tussen de opleidingen inzake ( on ) tevredenheid bij werkplekcoaches en studenten omtrent het matchingsproces . Daarom adviseren we om een algemeen draaiboek te ontwikkelen over de verschillende onderdelen van deze fase , zodat er eenduidigheid ontstaat over de graduaatsopleidingen heen .
Betreffende de fase van mentoring , opvolging en evaluatie , raden we aan om de tweewekelijkse ontwikkelingsgesprekken te vervangen door een maandelijkse variant . Hierdoor blijft er steeds een vast moment voor feedback aanwezig en zorgt de lagere frequentie ervoor dat deze zijn waarde niet verliest door te vaak aan bod te komen . Daarnaast stellen we voor om meer te investeren in de bekendheid van het professionaliseringsaanbod . Dit aanbod is onvoldoende bekend bij leer- en werkplekcoaches , terwijl zij hier wel nood aan hebben . Ook hier kan gedacht worden aan het digitaal aanbieden van navormingen , zodat de drempels omtrent tijdsgebrek opgelost worden . Aangaande de begeleiding van studenten , stellen we voor om specifieke bijlessen te organiseren en meer in te zetten op interactie tussen de leercoach en de student . Dit kan bijvoorbeeld door de tweewekelijkse intervisiemomenten te vervangen door een maandelijkse intervisie in groep enerzijds , en een apart maandelijks begeleidingsgesprek tussen de student en de leercoach anderzijds . Op die manier zullen studenten nog beter begeleid worden tijdens het proces van werkplekleren , waardoor het boundary crossing-proces versterkt wordt .
Tot slot blijkt dat studenten nog niet arbeidsrijp zijn wanneer ze aan hun opleiding starten . Uit de onderzoeksresultaten komt sterk naar voren dat studenten vooral moeite hebben met soft skills . Studenten hebben nood aan een sterke basis voordat ze het werkplekleren kunnen aanvatten . Daarom adviseren we om tijdens het eerste semester volop in te zetten op de ontwikkeling van deze soft skills en het effectieve werkplekleren uit te stellen tot het tweede semester . Zo zijn studenten beter voorbereid om het effectieve werkplekleren aan te vatten , waardoor het boundary crossing-proces automatisch versterkt wordt .