Tijdschrift voor Innovatief Hoger Onderwijs 2020 | Page 60

Het excellentieprogramma in de pBa-opleiding Toerisme en recreatiemanagement ( TRM )
Voor het OLOD Honours Tourism Professionals hebben beide studenten zelfstandig een project voorgesteld waar ze individueel gewerkt hebben . Er was regelmatig overleg , waarbij de coach en de studenten de projecten bespraken .
Het proces van de eerste student is hierbij zeer vlot verlopen . Belangrijke motivatie voor deze student om deel te nemen aan het programma was de mogelijkheid tot zelfstandig werken en vrijheid . De student is hier op een zeer mature manier mee omgegaan en heeft getoond dat hij zelfstandig een projectvoorstel kan uitwerken , plannen en uitvoeren . De student heeft een gidsbeurt in Hasselt ontwikkeld op basis van storytelling . Aansluitend heeft hij een handleiding uitgewerkt voor professionele gidsen en studenten hoe storytelling te integreren in een gidsbeurt . Het resultaat is een praktische , vlot geschreven manual met veel concrete tips en aanbeveling , maar ook theoretische achtergrond .
De tweede student heeft gewerkt rond een concept voor een interactieve app voor individuele bezoekers in Hasselt . Centraal staan avatars die gebaseerd zijn op interesses van bezoekers . Op basis hiervan worden interessante plekken aangeboden op een kaart waarbij de toerist zelf beslist welke bezienswaardigheden hij bezoekt en via welke weg . Er werd een voorbeeld uitgewerkt rond het thema streetart . Het aanbod voor de toerist bestaat uit enkele voorbeelden van streetart in de stad maar ook vaste , klassieke bezienswaardigheden worden aangeboden maar vanuit het thema streetart . Het proces van deze student verliep moeilijk . Er waren inhoudelijke en praktische problemen bij de uitvoering en de student kon hier ook moeilijk over communiceren . De student is inhoudelijk onvoldoende boven het reguliere niveau uitgestegen . De student heeft uiteindelijk na een evaluatiegesprek in augustus 2020 beslist het Honoursprogramma te beëindigen .
Bedenkingen na de pilot
Het programma enkel in semester 1 van trajectschijf 3 aanbieden , beperkt de mogelijkheden ervan .
Door de werkdruk voor de junior-collega ’ s in deze trajectschijf was het niet haalbaar om extracurriculaire opleidingsonderdelen te volgen . Daarom kon het programma initieel enkel opgebouwd worden door opleidingsonderdelen van de opleiding zelf : Tourism Experts en Bachelorproef . In het volgende academiejaar werd het honoursprogramma aangeboden vanaf semester 2 van trajectschijf 2 . De excellente juniorcollega ’ s volgden elk een opleidingsonderdeel uit een andere opleiding . Op die manier werd er mulitidisciplinair gewerkt .
Een aantal mogelijkheden voor extracurriculaire opleidingsonderdelen die vooraf werden afgetoetst , bleken uiteindelijk niet realiseerbaar . Het is nodig om hierover vooraf de nodige afspraken te maken en deze te
55
Christel Maenen PXL-Media & Tourism
formaliseren . Tevens bleek het programma niet gekend te zijn bij andere opleidingen waardoor aanvankelijk eerder terughoudendheid heerste . Een duidelijke interne communicatie en promotie van het excellentieprogramma zou dit kunnen verhelpen .
De selectieprocedure heeft goed gewerkt . De ontwikkeling van een meer uitgewerkt profiel aan de hand van een matrix met rubrics kan de screening van excellente junior-collega-in spé vergemakkelijken .
Op administratief vlak was aanvankelijk niet de noodzakelijke flexibiliteit aanwezig . De inrichting van het programma liep vast op de gebruikelijke deadlines en regels vanuit de studentenadministratie . Mits overleg kon dit opgelost worden . Op basis van de ervaring uit dit pilotproject kan dit in de toekomst beter opgevangen worden .
De SWOT-analyse van het honoursprogramma in Toerisme en recreatiemanagement ziet er als volgt uit :
Sterktes
Zwaktes
• Ondersteunt junior-collega ’ s die meer willen en kunnen . Junior-collega ’ s die zich in bepaalde opleidingsonderdelen vervelen omwille van te weinig uitdaging , vinden deze in het honoursprogramma .
• Excellente junior-collega ’ s worden positief ondersteund en behalen een hoger rendement .
• Het honoursprogramma draagt bij tot het positieve imago en de serieux van de opleiding bij toekomstige junior-collega ’ s en kan uitstralen naar het niveau van de hogeschool .
• Het honoursprogramma draagt bij tot het positieve imago van de opleiding bij het werkveld : opgeleverde projecten getuigen van hoge kwaliteit .
• Het honoursprogramma vraagt een relatief beperkte personeelsinzet . De junior-collega werkt hoofdzakelijk zelfstandig en neemt de nodige vrijheid bij de uitvoering van zijn project . De lector treedt op als coach .
• Het honoursprogramma draagt bij tot de professionalisering en ontwikkeling van de coach-lector . De lector start mee in het traject van de junior-collega en ontwikkelt zich ook .
• Het honoursprogramma levert concrete , innovatieve en onderscheidende resultaten op die praktisch inzetbaar zijn in het werkveld .
• Er is nood aan een gedragen visie en financiële ondersteuning door de hogeschool . Hierzonder kan het programma niet overleven . Een kleine opleiding zoals TRM met slechts 2 voltijdse lectoren in de opleiding , waaronder het opleidingshoofd , en 8 deeltijdse lectoren kan dit programma onmogelijk uitvoeren zonder omkadering .