Tijdschrift voor Innovatief Hoger Onderwijs 2020 | Page 24

LEAN in het hoger onderwijs : onderwijsinnovatieproject LEAN4HEd
belemmering kunnen vormen voor succesvolle implementatie van Lean .
Tegenwoordig wordt Lean-Thinking algemeen aanvaard in productiebedrijven als een manier om kosten te verlagen , kwaliteit te verbeteren , doorlooptijden te verkorten , klanten tevreden te stellen en capaciteit te creëren ( Womack en Jones , 1996 ). Nochtans zijn Leanprincipes niet enkel in productieomgevingen toepasbaar , ze zijn overdraagbaar op alle typen van industrieën . Begin 21ste eeuw verschenen de eerste wetenschappelijke publicaties over Lean-toepassingen bij financiële instellingen , gezondheidszorg en overheidsinstanties ( Swank , 2003 ; Scotchmer , 2006 ; Hasenjager , 2006 ). Maar ook wat hoger onderwijs betreft zijn door menig auteur kritische succesfactoren , uitdagingen en lessons learned over een Lean implementatie gedeeld ( Doman , 2011 , Francis , 2014 , Waterbury , 2015 , Thomas et al ., 2015 ).
Balzer , Francis , Krehbiel en Shea ( 2016 ) sommen enkele succesvolle voorbeelden van de implementatie van Lean in het hoger onderwijs op . Ze beschrijven bijvoorbeeld hoe de wachttijd voor studentenbegeleiding verkort werd van 21 dagen naar 0 dagen , hoe de wachttijd tot het versturen van informatie aan toekomstige studenten werd ingekort van 2 weken naar 1 uur en hoe het aanwervingsproces van nieuw personeel van 22 weken naar 8 weken werd ingekort . Het is opvallend dat het hier steeds om administratieve en organisatorische processen gaat en niet over onderwijskundige processen , waar wij in dit project op focusten .
Verschillende typen van verspilling
Lean-principes ondersteunen het structureren van processen door reductie of eliminatie van verspilling . De Lean-filosofie kent verschillende typen van verspillingen die onder te verdelen zijn in muda ( 8 verliesposten ), muri ( overbelasting ) en mura ( variatie of onbalans ). We bespreken alle soorten verspilling hier kort , wetende dat niet alle typen even vaak voorkomen in educatieve processen . Tevens geven we sprekende voorbeelden die de verschillende typen verspilling duidelijk illustreren .
1 . VERLIESPOSTEN in PROCESSEN :
Wachten – afwachten tot er begonnen wordt met een volgende stap , de processtappen sluiten niet optimaal op elkaar aan , waardoor er onnodige vertraging optreedt . Dit kan bijvoorbeeld gaan om het wachten op respondenten die een vragenlijst willen invullen of wachten op feedback van de promotor na indienen van een deel van de bachelorproef bij een tussentijdse deadline .
Overbewerking – meer doen dan door het proces noodzakelijkerwijs wordt verwacht . Dit komt voor als bijvoorbeeld de verwachtingen te hoog gelegd worden , als bijvoorbeeld een te uitgebreide literatuurstudie wordt verwacht en of neergeschreven in functie van de vereiste competenties voor een scriptie van een praktijkgericht onderzoek aan een hogeschool . Ook het zowel op papier
Gilis , Lem & Hustinx PXL Bouw en Energie & PXL Onderwijsinnovatie
als digitaal indienen van de scriptie ter evaluatie is een vorm van overbewerking .
Voorraad – aanbod aan producten . Vaak wordt teveel voorraad als negatief gezien . Als er bijvoorbeeld teveel onderwerpen voor een bachelorproef beschikbaar zijn in functie van het aantal studenten ( luxeprobleem ) dan spreken we van teveel voorraad in het proces . Maar ook als er door onduidelijke richtlijnen teveel exemplaren ingediend worden van de bachelorproef door de student , dan is dit een vorm van deze verliespost .
Transport – verplaatsen of onnodig heen en weer gaan van zowel producten als informatie . Het delen van dezelfde informatie via verschillende kanalen ( EPOS , BB , mail ,…) kan een vorm van extra transport zijn .
Defect – fouten maken is menselijk , maar het leidt wel tot heel wat extra werk , tot herwerk . Een student die gegeven feedback niet of niet goed verwerkt of die zelfs tweede zit heeft voor het opleidingsonderdeel bachelorproef zou je onder deze verspilling kunnen scharen .
Overproductie – meer productie dan nodig . Anders dan bij overbewerking gaat het hier eerder om kwantiteit dan kwaliteit . Indien studenten teveel informatie krijgen via teveel verschillende kanalen en mogelijk zelfs telkens op een licht aangepaste manier , dan is sprake van overproductie . Een student die bijvoorbeeld teveel papieren exemplaren inlevert van zijn scriptie of meer personen bevraagd dan nodig zijn ook vormen van overproductie .
Beweging – verplaatsing van mensen . Indien studenten zich bijvoorbeeld regelmatig van hun stageplaats naar school moeten verplaatsen voor een overleg met hun promotor , kan het aantal verplaatsingen gereduceerd worden deze contactmomenten te vervangen door digitale besprekingen . Maar het zou bijvoorbeeld ook kunnen gaan om het vele knip-en-plak-werk dat door bachelorproefcoördinatoren wordt uitgevoerd in hun administratieve taken .
Talent – onderbenutten van karakteristieke eigenschappen . In educatieve context is dit een grote verspilfactor . talent wordt verspild indien bijvoorbeeld een student aan een onderwerp moet werken dat hem of haar totaal niet ligt , of indien lectoren zeer praktische zaken regelen die even goed of zelfs beter door administratief ondersteunend personeel hadden kunnen worden uitgevoerd .
2 . VARIATIE in PROCESSEN :
Variatie of onbalans staat voor ongelijkheid in processen . Voorbeelden van variatie in het proces van de bachelorproef zijn talrijk . Idealiter zouden alle studenten met minimaal dezelfde startcompetenties hun bachelorproef moeten aanvangen en zouden alle begeleiders de lat even hoog moeten leggen , zowel
19