Reader's Digest / Het Beste maart 2014 | Page 55

binnenkant van de dunne darm raken beschadigd, waardoor de plooien verdwijnen en het oppervlak, in uitgespreide toestand zo groot als een voetbalveld, soms nog maar de omvang van een A-viertje heeft.’ Voedsel wordt daardoor niet goed verteerd en dat leidt tot buikpijn, diarree, gewichtsverlies en vermoeidheid, en tot een tekort aan mineralen en vitaminen. Dat kan bloedarmoede en botontkalking veroorzaken, en onvruchtbaarheid bij vrouwen. En heel soms kanker van de witte bloedcellen. Glutenintolerantie kan zich ook uiten als dermatitis herpetiformis: jeukende blaasjes op de huid, vooral bij de ellebogen, de onderrug en de knieën, en soms in het gezicht en rond de geslachtsdelen. En er zijn mensen bij wie glutenintolerantie tot ataxie leidt: aantasting van de kleine hersenen met verstoringen van het evenwicht en de coördinatie van bewegingen tot gevolg. Maar vaak leidt coeliakie helemaal niet tot klachten. Of iets anders veroorzaakt de klachten. En dan kan de ziekte lang onopgemerkt blijven. Hoe stel je coeliakie vast? ‘Je kunt het bloed testen op antistoffen die je eigenlijk alleen ziet bij coeliakiepatiënten,’ zegt Frits Koning. Voor de liefhebber: tTGA en EMA. ‘Je kunt het zelf doen; op het internet zijn die tests voor 24 euro te koop. De mensen die ze ontwikkeld hebben, worden er slapend rijk van.’ En daar moet hij dan weer om lachen. Bij een positieve uitslag (95 procent betrouwbaar) is de volgende stap een biopt van de dunne darm en als die glad is, hoeft er niet meer te worden getwijfeld. Coeliakie is een ziekte die je hebt of niet hebt. Er zit niets tussenin. Skeletafwijkingen Lange tijd is coeliakie gezien als een kinderziekte en het was de Nederlandse kinderarts Willem Karel Dicke (1905-1962) die al in 1933 experimenteerde met een glutenvrij dieet. Vroeger ging een op de drie kinderen met coeliakie dood en de andere twee kregen ernstige groeiachterstanden en skeletafwijkingen. Bij jonge kinderen, zegt Frits Koning, openbaart de ziekte zich nog steeds bij de eerste blootstelling van het immuunsysteem aan gluten. Lange tijd was het idee dat daarmee alle gevallen wel bekend waren. Maar dat is niet zo. Coeliakie kan zich ook later openbaren, vaak als mensen rond de vijftig zijn, en dat maakt de ziekte zo interessant voor wetenschappelijk onderzoek. Want hoe komt dat? Je moet de genetische aanleg hebben om glutenintolerantie te ontwikkelen, maar die heeft 40 procent van de mensen en de meesten van hen krijgen de ziekte niet. Dus wat moet er nog meer gebeuren? ‘Er zijn additionele genvarianten die de kans op coeliakie beïnvloeden,’ zegt Koning. ‘Dat kan positief of negatief zijn. De samenstelling van de bacteriën in de darmen blijkt ook een gigantische invloed op het immuunsysteem te hebben, positief of negatief. Daar komt steeds meer belangstelling voor. 53