Psyfar 2013-02 | Page 57

Bijwerkingen en interacties
Samenvatting
Met de toenemende kennis omtrent farmacogenetica neemt ook de toepassing van genotyperingen in de dagelijkse praktijk toe. Op dit moment wordt genotypering van metaboliserende enzymen het meest toegepast in de dagelijkse praktijk en is genotypering van het gen voor cytochroom P450-2D6( cyp2d6) waarschijnlijk de bekendste toepassing. Ook van cyp1a2, betrokken bij het metabolisme van onder andere clozapine en olanzapine, is genetische variatie beschreven. Het beschikbare onderzoek laat zien dat met name het cyp1a2 * 1F-polymorfisme invloed kan hebben op de enzymactiviteit van cyp1a2 en daarmee op het metabolisme van clozapine en olanzapine. Het onderzoek is echter beperkt in omvang en de resultaten zijn niet eenduidig. cyp1a2-genotypering zou dan ook nog niet toegepast moeten worden in de dagelijkse psychiatrische praktijk. Naast genetische variatie hebben exogene factoren als comedicatie en omgevingsfactoren belangrijke invloed op de metabole capaciteit van cyp1a2. Kennis van deze factoren en de omgang daarmee in de dagelijkse praktijk is op dit moment klinisch relevanter dan kennis van de genetische variatie.
Leerdoelen Na het lezen van dit artikel weet u:
• aan welke voorwaarden voldaan moet worden om genotypering in de dagelijkse praktijk zinvol te laten zijn
• welke psychofarmaca primair door cyp1a2 worden afgebroken
• dat exogene factoren zoals comedicatie en rookgedrag meer informatie geven over de effectiviteit van psychofarmaca die door cyp1a2 worden afgebroken
• dat toepassing van cyp1a2- genotypering in de dagelijkse praktijk niet zinvol is

Genotyperen van cyp1a2 in de psychiatrie: do or don’ t?

½ kennistoets

punt www. psyfar. nl
N. Looman, ziekenhuisapotheker i. o., Martini Ziekenhuis, Groningen H. Mulder, ziekenhuisapotheker, Wilhelmina Ziekenhuis, Assen; Disciplinegroep Farmaco-epidemiologie en Klinische Farmacologie, Faculteit Farmaceutische Wetenschappen, Universiteit Utrecht
Zie voor de cv ´ s van de auteurs: www. psyfar. nl
Inleiding Farmacogenetica is het vakgebied dat zich richt op de vraag of, en in welke mate, genetische variatie de respons op geneesmiddelen kan verklaren en voorspellen bij individuele patiënten. De respons op de behandeling met psychofarmaca is variabel: ongeveer 20-40 % van de psychiatrische patiënten reageert niet toereikend op de ingestelde behandeling. Daarnaast kan het soms enige weken duren voordat de balans tussen werking en bijwerking kan worden geëvalueerd. Beide factoren zijn voor psychiatrische patiënten vaak reden om te stoppen met het innemen van hun voorgeschreven geneesmiddelen. Mogelijk kan kennis van de genetische opmaak van een individu een bijdrage leveren aan het optimaliseren van de individuele medicamenteuze behandeling(‘ personalized medicine’). De aanwezigheid van genetische variatie bij een patiënt
Psyfar | juni 2013 | nummer 2 55