Beleid screening en monitoring effect en bijwerkingen van antipsychoticumgebruik Orbis ggz Kinderen & Jeugdigen( gebaseerd op Accare-richtlijn)
tijdstip activiteit uitvoerende( n) 0 indicatiestelling kjp
na start wekelijks screening risico’ s indien risico: verwijzing naar kinderarts: – nader lichamelijk onderzoek en beleid
uitleg, voorlichting, educatie
gewicht, lengte, bloeddruk, hartslag voorschrift
telefonische evaluatie *( stopt indien na 2 keer voldoende effect en geen bijwerkingen) kjp met vs ka
kjp of vs
kjp of vs kjp
kjp of vs( bij problemen overleg met kjp)
1( na 6 weken) effectevaluatie * evt. bijstelling dosering / switch / afbouw gewicht, lengte, bloeddruk, hartslag indien toename bmi > 0,5 sds: verwijzing naar kinderarts – nader onderzoek en beleid
2( na 3 maanden) effectevaluatie * evt. bijstelling dosering / switch / afbouw gewicht, lengte, bloeddruk, hartslag indien geïndiceerd: verwijzing naar kinderarts – nader onderzoek en beleid kjp of vs kjp kjp of vs kjp of vs( in overleg met kjp) ka
kjp of vs kjp kjp of vs kjp of vs( in overleg met kjp) ka
3( na 6 maanden) |
als 2 |
|
4( na 9 maanden) |
telefonische evaluatie * |
kjp of vs( bij problemen overleg met kjp) |
5( na 12 maanden) |
als 2 |
|
6( na 15 maanden) |
als 4 |
|
7( na 18 maanden) |
als 2 steeds driemaandelijks evaluatie afwisselend fysiek of telefonisch |
kjp = kinder- en jeugdpsychiater; vs = verpleegkundig specialist; ka = kinderarts * Indien toename BMI > 1 SDS ongeacht tussenliggende periode of niet te plaatsen, zorgelijke lichamelijke klachten: verwijzing naar kinderarts voor nader lichamelijk / aanvullend onderzoek en advies beleid( screening m. b. t. endocriene bijwerkingen volgens Accare-richtlijn) Ouders kunnen tussendoor ad hoc contact opnemen met vs of kjp
Tot slot Diverse onderzoekers pleiten met nadruk voor grootschalig, onafhankelijk langetermijnonderzoek naar de veiligheid en effectiviteit van antipsychotische medicatie bij kinderen en jeugdigen. Tot dergelijke data beschikbaar zijn, blijft het aangewezen, zeker bij primair niet-psychotische symptomatologie, andere minder risicovolle interventies zo veel mogelijk voorrang te geven boven behandeling met een antipsychoticum. Tegelijkertijd kan medicatie bij ernstige verstoring van het functioneren en stagnatie in ontwikkeling een doorslaggevende rol spelen. Bij het voorschrijven blijft het gedurende het hele traject nodig nauwkeurig en actief aandacht te hebben voor potentiële bijwerkingen waaronder metabole afwijkingen.
De keuze van het antipsychoticum hangt bij de start van de behandeling van minderjarigen momenteel meer af van het veiligheidsprofiel dan van de mate van effectiviteit. Bijwerkingen zijn te verwachten in extrapiramidale, metabole, endocriene, cognitieve en sedatieve zin. 21 Veelal zal gekozen worden voor een nieuw antipsychoticum. De groep nieuwe antipsychotica is wat betreft de metabole bijeffecten in elk geval niet homogeen. Olanzapine wordt, gezien de relatief hoge kans op metabole bijwerkingen, niet meer als middel van eerste keuze beschouwd. Met risperidon is op dit moment de meeste ervaring opgedaan. Het heeft voor een groot deel de plaats ingenomen van het oude antipsychoticum pipamperon dat in het verleden veel is voorgeschreven bij gedragsontregeling, vooral bij minderjarigen met een verstandelijke
Psyfar | juni 2013 | nummer 2 17