Psyfar 2013-02 | Page 14

HOOFDARTIKEL
nuchter glucose nuchter triglyceriden
hdl-cholesterol buikomtrek bmi bloeddruk
≥ 5,6 mmol / l
≥ 1,24 mmol / l ; ≥ 1,69 mmol / l ( idf 10-16 jaar )
< 1,03 mmol / l ≥ P90 ≥ P95 ≥ P90 voor leeftijd en geslacht
Tabel 2 Criteria voor metabool syndroom bij kinderen en jeugdigen . 12 IDF = International Diabetes Federation
We beschrijven tot slot hoe wij , rekening houdend met deze gegevens en eigen ervaring , op dit moment de screening , de monitoring en het beleid betreffende deze onbedoelde bijeffecten vormgeven .
Metabool syndroom Het concept metabool syndroom is bedoeld om bij volwassenen een verhoogd risico op cardiovasculaire ziekten en diabetes mellitus type 2 beter te kunnen signaleren . Het syndroom omvat een aantal factoren die , als ze gezamenlijk voorkomen , het risico op genoemde aandoeningen aanzienlijk doen toenemen . Hoewel voor metabool syndroom bij minderjarigen nog geen universeel geaccepteerde definitie bestaat , wordt doorgaans gesproken van metabool syndroom bij een combinatie van minstens drie van de volgende vijf afwijkende waarden : een verhoogde glucosewaarde , een verhoogd triglyceridengehalte , een verlaagd hdl-cholesterol (‘ high density ’ -lipoproteïne ), obesitas ( m . n . toegenomen intra-abdominaal vetweefsel ) en hypertensie ( tabel 2 ). Het definiëren van het metabool syndroom bij minderjarigen is lastig gezien de variatie in normaalwaarden gedurende de ontwikkeling en de effecten van de puberteitsontwikkeling . De toename in gewicht vindt vooral in de eerste maanden van de behandeling met antipsychotica plaats en bereikt over het algemeen zijn plateau binnen de eerste twee jaar . Dit risico is vooral aanwezig bij jeugdigen die voor het eerst met deze middelen worden behandeld . Men veronderstelt dat gewichtstoename en metabole afwijkingen op jeugdige leeftijd predestineren voor aandoeningen zoals obesitas , metabool syndroom , hypertensie , cardiovasculaire aandoeningen , slaapapneu , osteoartritis en verhoogd risico op maligniteit op volwassen leeftijd .
Minderjarigen zijn gevoeliger voor de negatieve impact van gewichtstoename op lichaamsbeleving en zelfbeeld dan volwassenen . Persoonlijk welzijn en sociale acceptatie komen ook meer onder druk te staan . Dikke kinderen worden vaak gepest . 6 Genoemde gevolgen , in het bijzonder overgewicht , correleren ook weer met een gebrek aan motivatie voor lichamelijke activiteiten . 7 De recente literatuur die zich richt op deze bijwerkingen van antipsychotica bij minderjarigen geeft met betrekking tot gewichtstoename , effect op de glucosehuishouding en het lipidenspectrum samengevat het volgende beeld .
Gewichtstoename
Veel onderzoeksgegevens hebben betrekking op de Amerikaanse situatie , hetgeen de directe betekenis voor de Europese praktijk in zekere zin beperkt . Het aantal obese minderjarigen is groter in de Verenigde Staten . Ook is daar het aantal niet-Kaukasische ( Latijns- en Afro- Amerikaanse ) inwoners groter . Deze bevolkingsgroepen hebben een groter risico op overgewicht , obesitas en cardiometabole aandoeningen . In een cross-sectioneel , retrospectief dossieronderzoek onder 592 psychiatrische patiënten ( in de leeftijd van 0 tot 18 jaar ) in Utrecht bleek bij 96 jeugdigen die werden behandeld met antipsychotica ( gedurende 9 ± 6,1 maand ) de body-mass index ( bmi ) significant hoger dan de bmi van 496 patiënten die nooit deze medicijnen hadden gebruikt . Dit effect was onafhankelijk van de psychiatrische diagnose en comedicatie . Risperdal was bij circa 80 % het voorgeschreven antipsychoticum . Opvallend was de bevinding dat de prevalentie van obesitas bij de medicatienaïeve groep hoger was ( 9,5 %) dan in de doorsnee-populatie van de Nederlandse jeugd ( 3 %). Bij de patiënten met antipsychoticumgebruik was de prevalentie 21,9 %. 8 Correll en anderen 9 deden een niet-gerandomiseerd onderzoek van 12 weken bij 272 jeugdigen ( medicatienaïef , 4 tot 19 jaar , gemiddeld 13,9 jaar oud ; 47,8 % stemmingsstoornis ; 30,1 % schizofreniespectrum ; 22,1 % disruptieve gedragsstoornis ). De stijging van het gewicht en de toename van de bmi waren bij alle vier voorgeschreven antipsychotica aanzienlijk ( zie tabel 3 ). Fraguas en collega ’ s 6 geven een overzicht van 34 onderzoeken naar doelmatigheid en veiligheid van nieuwe antipsychotica bij minderjarigen ( n = 2719 ) met een psychose of een bipolair beeld . De effecten per antipsychoticum op het gewicht zijn weergegeven in tabel 3 . Tabel 4 geeft hun bevindingen weer met betrekking tot gewichtstoename in 28 onderlinge vergelijkingsonderzoeken .
12
Psyfar | juni 2013 | nummer 2