20 AGA
geen gevaarlijke dampen af wat normaal gesproken met
salpeterzuur en zink wel gebeurd. Tijdens het baden moet de
etser goed in de gaten houden hoe lang de plaat in het bad
ligt. Hoe langer in het bad, hoe dieper de groeven worden.
Afhankelijk van het gewenste resultaat ligt een plaat ter
grootte van een A4’tje ongeveer 25 tot 30 minuten in het
bad. Het leuke is dat je met speciale afdeklak, verschillende
gradaties kan maken in hoe diep de groeven worden. Zo kun
je bepalen waar er meer of minder inkt in de groeven worden
opgenomen, en dus hoe zwart de afdruk wordt.
Wanneer de plaat het gewenste resultaat heeft behaald,
wordt de plaat schoongewassen van bezinksel en de
afdeklagen. Dit gebeurt bij AGA met VCA, een biologisch
afbreekbaar schoonmaakmiddel dat erg vettig is. Als de
afdeklaag volledig verwijderd is, wordt de VCA met groene
zeep (of afwasmiddel) van de plaat gewassen en komt deze
er schitterend uit.
Als de plaat helemaal schoon is, wrijft de etser met een
rubberen kwast of een stukje linoleum (kortweg lino) een
dikke pasta (de etsinkt) in de lijnen van de plaat. Vervolgens
wordt de plaat afgeslagen, hiermee wordt bedoeld dat de
inkt met een bol tarlatan (kaasdoek) met een ronddraaiende
beweging van de plaat wordt afgewreven. Dit wordt vervolgd
met het afwrijven van de inkt met dun krantenpapier
(telefoonboekpapier) en eindigt met h et afslaan van de
laatste resten inkt waarbij de muis van de hand met een
snelle beweging lichtjes over de plaat wrijft. Zo wordt het
oppervlakte van de etsplaat helemaal schoongeveegd,
maar blijven de lijnen gevuld met inkt. Dan drukt de etser
de beïnkte plaat met behulp van een etspers af op vochtig
papier. Dit wordt gedaan door de etsplaat met de inktkant
naar boven gericht op een glazen plaat te leggen, hierop
wordt het vochtige papier geplaatst en daarover twee of drie
lagen dik vilt om het papier te beschermen en extra aan te
drukken met de pers. Door de hoge druk van de pers (tussen
de 900 en 2000kg daar waar de wals het vilt raakt) wordt het
papier door het vilt de etsplaat in en vindt er een synthese
plaats tussen het vochtige papier en de etsinkt op oliebasis.
Tijdens het hele proces worden er regelmatig proefdrukken
of tussendrukken, ook wel staten, gemaakt, zo kan de etser
hier zijn volgende stap in het proces aanpassen tot het
gewenste resultaat wordt bereikt.
VARIATIES
Naast de reguliere lijnets, die hierboven uitvoerig
beschreven is, bestaan er ook andere technieken die tot
het etsen behoren. Daartoe zijn de aquatint, vernis mou en
het toyobo-printen het belangrijkst.
AQUATINT
De aquatint techniek werd in 1768 ontwikkeld door
François Philippe Charpentier en Jean Baptiste LePrince,
de techniek werd onder andere door Caspar Wolf en
Ambroise Louis Gameray veelvoudig gebruikt.
Net als bij de traditionele etstechniek wordt er bij aquatint
gebruik gemaakt van een koperen of zinken plaat, die
vervolgens wordt opgepoetst en dan van zijn scherpe
randen wordt ontdaan. Waar de aquatint afwijkt van de
traditionele techniek, is dat in plaats van lijnen die in de
vernislaag worden gekrast er een harslaag op de plaat
wordt aangebracht door middel van een stuifkast. De
hars wordt met een airbrush pistool in poeder of korrels
op de plaat gespoten en wordt vervolgens verwarmd,
waardoor de hars aan de plaat smelt. Zo creëer je,
in tegenstelling tot de lijnets, geen lijnen maar egale
vlakken, op die manier kan er een egale toon worden
gecreëerd bij het drukken. De hars is bestand tegen het
zuur (of zout) en met de dikte van de afdeklaag (meer
of minder hars) wordt bepaald hoe het zuur de plaat
aantast. Om witte vlakken op de plaat te krijgen is het ook
mogelijk om etsvernis (of iets dergelijks) te gebruiken om
het zuur volledig tegen te houden.
Zodra de met hars bewerkte plaat in een etsbad wordt
gelegd, bijt het zuur rondom de harspuntjes. Hoe langer
de plaat in het bad blijft liggen, hoe dieper de groeven
worden. Net als bij de traditionele techniek kan er
tussendoor worden afgedekt zodat er nuanceverschillen
komen in de dieptes van de groeven in de plaat. Dan wordt
de plaat schoongemaakt, beïnkt en afgeslagen, net als de
reguliere techniek. Het resultaat heeft echter iets weg van
waterverf, in plaats van een lijntekening.
Er zijn ook variaties onder de aquatintmethode, in
plaats van de etsplaat te laten weken in het zout- of
zuurbad zijn er ook mensen die liever met een sterke
salpeterzuuroplossing of ijzer(III)chloride (voor koper)
of met kopersulfaat (voor zink) direct op de met hars
bespoten plaat schilderen. De beschilderde delen worden