AGA 19
GESCHIEDENIS
Rond 1400 ontstond vanuit de wapensmederijen in Europa
een nieuwe techniek. In deze smederijen maakten de
wapensmeden met scherpe voorwerpen zoals beitels
versieringen in harnassen en wapens.
De gravure, zoals dat heet, werd daarna opgevuld met
zwart email (niëllo; zwartsel bestaande uit sulfide van
zilver, goud of koper) en werd een nat vel papier op de inkt
geduwd. De niëllo trok op die manier voor een deel in het
papier en ‘drukte’ zo in spiegelbeeld een afdruk van de
gemaakte gravure. Deze afdrukken werden slechts gebruikt
als onderdeel van het portfolio, of staalkaart geheten, van
de wapensmid, om aan te tonen van welk vakmanschap
de smid in het bezit was. De staalkaarten fungeerden als
goede manier om nieuwe klanten te trekken.
Pas veel later, in de 16e eeuw, werd de techniek door
drukkers opgenomen in hun processen.
ALGEMEEN
Een ets wordt gemaakt doordat een tekening door middel
van zuur in koper of zink wordt gebeten.
In de koperen of zinken plaat, de inktoverbrenger, worden
kleine verdiepte uitsparingen gemaakt die de inkt
vasthouden. Dan wordt door middel van vocht en een grote
druk onder de pers de inkt opgenomen in het papier. Zo
ontstaat een gespiegelde afdruk van het eerder getekende
ontwerp.
WERKWIJZE
Tijdens het ontstaan van de gravure, werd ontdekt dat
metaal reageert met een zuur of een base, waarbij het metaal
wordt aangetast. De etstechniek ontstond hieruit, die daarop
volgend steeds meer gebruikt werd in de boekdrukkunst.
De koperen of zinken plaat e je allereerst polijst met een
fijn schuurpapier of polijstmiddel om het oppervlak zo glad
mogelijk te krijgen. De scherpe randjes kunnen worden af
geschuind door middel van een facet of met een zoete vijl.
Dit kan prettiger werken wanneer je de blote handen gebruikt
bij het ‘afslaan’ van de gravure, maar ook om het drukvilt dat
wordt gebruikt in de pers te beschermen tegen de sneden
die de scherpe randen kunnen maken onder hoge druk van
de pers.
De beeldzijde van de metalen plaat, de voorkant, wordt
afgedekt met een vloeibare laag etsgrond die voornamelijk
uit bijenwas en white spirit bestaat of met een bolletje harde
etsgrond die op een verwarde plaat secuur uitgerold dient te
worden. Deze etsgrond moet eerst volledig
drogen en uitharden voordat er een tekening in gekrast
kan worden. De achterkant van de etsplaat moet afgedekt
worden met spirituslak (schellak opgelost in spiritus) of
simpel bruine tape dat snel aangebracht kan worden. Zo
voorkom je dat het zuur aan de achterkant van de plaat
het metaal stuk bijt. De tekening die door middel van een
etsnaald of een ander scherp voorwerp de afdeklaag aan de
beeldzijde van de plaat wordt weggekrast (de lijnets) zal in
spiegelbeeld op het papier gedrukt worden, dus tijdens het
tekenproces moet hier rekening mee gehouden worden.
Normaal gesproken wordt er met zink of koper gebruik
gemaakt van een zuur bad om de lijnets uit te bijten, bij
AGA niet. Aangezien AGA een non-toxisch beleid hanteert
wordt er in plaats van zuur, zout gebruikt. Naast het minder
schadelijke effect voor het milieu, geeft het zoutbad ook