MAART 2021 • Tekst | Niels Crooijmans
Juridisch 25
Woon- of zorgbestemming ?
de grens dat het wel moet gaan om een vorm waarbij sprake is van nagenoeg zelfstandige bewoning . Is dit niet het geval dan zal een maatschappelijke bestemming meer voor de hand liggen . De Raad van State zal daarom ook steeds kijken naar de invulling van het zorgaspect . Zodra het zorgaspect overheerst zal een maatschappelijke bestemming meer voor de hand liggen .
Steeds vaker zien we in de praktijk diverse woonzorgconcepten terugkomen bij de invulling van leegstaande agrarische locaties . De woonzorgconcepten zijn vrij divers . Van zorgboerderijen tot begeleid wonen . Het juist bestemmen van het woonzorgconcept is belangrijk . Moet de exploitant een woonbestemming realiseren of moet een maatschappelijke bestemming worden gerealiseerd . De verkeerde keuze voor een bestemming kan een probleem vormen in de planvorming maar kan ook leiden tot latere handhavingsprocedures .
De praktijk De discussie over een juiste bestemming doet zich met name voor bij het maken van het bestemmings plan . Want past bij het beoogde woonzorgconcept nu een woonbestemming of moet er toch een maatschappelijke bestemming op . Alhoewel vaak de discussies ontstaan bij het maken van een bestemmingsplan is het goed te beseffen dat de discussie ‘ wonen ’ of maatschappelijk ’ ook op andere terreinen zich voordoet . Eenzelfde discussie kan zich bijvoorbeeld voor doen bij de aanvraag van een omgevingsvergunning , maar denk ook aan handhavingskwesties . Zo moet bij de aanvraag van een omgevingsvergunning immers getoetst worden aan het bestemmingsplan . Bij handhavingskwesties is het veelal de vraag of het feitelijk gebruik conform een gegeven bestemming is .
De beoordeling Hoe kan een juiste keuze dan worden gemaakt ? Gelukkig biedt de rechtspraak enige houvast . Goede voorbeelden zijn de uitspraken van de Raad van State van 29 april 2015 ( ECLI : NL : RVS : 2015:1356 ) en 25 maart 2015 ( ECLI : NL : RVS : 2015:936 ). De uitspraken hebben betrekking op een bestemmingsplan respectievelijk een omgevings vergunning . Uit de uitspraken blijkt dat de Raad van State kijkt of sprake is van ‘ zelfstandige bewoning ’.
Als nagenoeg sprake is van zelfstandige bewoning dan ligt een woonbestemming voor de hand . Dit heeft te maken met de veelvuldig gekozen definitie van het begrip ‘ wonen ’. Die is breder dan alleen zelfstandige bewoning door een huisgezin . Onder ‘ wonen ’ worden ook minder traditionele woonvormen verstaan . Daarbij is
Zonder te pretenderen dat de onderstaande lijst volledig is , lijken de volgende factoren al dan niet in combinatie bepalend of nagenoeg sprake is van zelfstandig wonen :
• de aanwezigheid van eigen woonvoorzieningen ( een eigen kamer met voordeur );
• de aanwezigheid van een eigen dagbesteding ( eigen baan / hobby ’ s );
• de aanwezigheid van ondersteuning welke alleen gericht is op algemene dagelijkse levensbehoeften , en niet op voortdurende zorg ;
• het verblijf geen onderdeel is van een verplicht begeleidings- en behandelingstraject ;
• de medische behandelingen buiten het woonverblijf plaatsvinden ;
• de afwezigheid van continu toezicht .
De lastigheid is en blijft dat elk initiatief een beoordeling op maat vraagt , waarbij concreet wordt gekeken naar de verhouding wonen en zorg . Kijk dus altijd goed naar de plannen van de initiatiefnemer en stel aan de hand van die plannen vast welke bestemming gehanteerd moet worden . •