Mijn artikelen Vluchten voor de fles | Page 5

Zo herkent u alcoholisme bij uzelf en anderen Op internet bestaan diverse zelftests waarmee u kunt bepalen of uw drinkgedrag nog binnen de grenzen van ‘gezellig’ valt of een verslaving is. ‘Het belangrijkste is dat u bij uzelf een patroon ontdekt,’ aldus Roel Kerssemakers van de Jellinek-kliniek voor alcohol- en drugsverslaving. ‘Hoeveel drinkt u, voelt u zich er wel eens schuldig over, verwaarloost u uw werk, hobby’s of andere dingen die u gepland had? Zo’n test kost maar een paar minuten van uw tijd en geeft meteen aan of u zich zorgen moet maken.’ Een ander teken aan de wand is de ontwikkeling van uw drinkgedrag gedurende een periode, aldus Kerssemakers. Als u nu meer drinkt dan vroeger en als u meer alcohol nodig hebt voor hetzelfde e?ect, dan ontwikkelt u een hogere tolerantie, wat duidelijk wijst op een verslaving. ‘En tot slot, elk teken van ontwenning na een paar dagen nuchter zijn, zegt genoeg,’ voegt hij eraan toe. Een groeiend alcoholprobleem valt uw naasten en collega’s vaak eerder op dan uzelf. De kegel, de trillende handen en zichtbare tekenen van een kater zijn duidelijke indicaties voor uw omgeving. Op www.jellinek.nl/doedetest kunt u de test doen. wat ik moest laten. ‘Rudy,’ zei mijn broer op een zondagmiddag tegen me, terwijl we op de bank in mijn woonkamer zaten. ‘Sla het blad om. Verhuis en begin opnieuw.’ Mijn vrouw was niet thuis. Op de salontafel lag het huisartsen blad, met achterop een personeelsadvertentie voor huisartsen in een stad ver weg van waar ik toen woonde. Mijn broer wees ernaar. ‘Is dat niet iets?’ En dus startte ik in 2001 een nieuw leven ver weg van de beklemmende routine. Mijn kinderen, die inmiddels meerderjarig waren, verklaarden me voor gek en weigerden mee te verhuizen. ‘Jij kiest voor het geld en laat ons in de steek,’ zei mijn jongste zoon. Veranderde het iets aan mijn verslaving? Ja, het werd alleen maar erger. Zonder de kinderen om ons heen bleken mijn vrouw en ik elkaar nog weinig te zeggen te hebben. Kleine ergernissen werden snel opgeblazen tot monsterlijke proporties. ‘Ben je nu alweer aan het drinken?’ vroeg ze me dan ’s avonds. En dan nam ik nog een slok, alleen maar om haar te sarren. Met wallen onder mijn ogen en ingevallen wangen zag ik er ongezond en sjofel uit. Door de drank verloor ik mijn eetlust en at ik dus erg weinig, wat ik compenseerde met sloten kof?e. Mijn handen trilden, wat voor een arts vervelend, zo niet gênant is. Ik had de assistente er al steels naar zien kijken. Maar in mijn praktijk kon ik makkelijk bij de benzodiazepine, die het bibberen onderdrukt. En zo had ik er nog een verslaving bij: benzo’s. 91