69
Mensen blijven graag shoppen
Ook volgens Carla Vandorpe moeten cijfers over winkelleegstand zeker
niet gedramatiseerd worden. “Er kwamen met name in Gent de jongste
tijd nogal wat panden vrij, maar ze raakten op relatief korte termijn ook
terug verhuurd. Niemand heeft een glazen bol, maar ondanks het feit dat
vooral de jongere generatie heel vaak online koopt, stel ik vast dat ook
“shoppen” nog altijd een belangrijke tijdsbesteding is. Gent heeft wel
eventjes te lijden gehad onder de perceptie dat de binnenstad door het
circulatieplan niet meer bereikbaar is, maar zeker de inwoners van Gent
zijn er nu al aan gewoon. Wat positieve promotie voor Gent en duidelijke
uitleg over het plan, kan ook de mensen van buiten de stad zeker weer
meer naar de winkels in het stadscentrum lokken. Bij Centeroffice, al
dertig jaar een vertrouwde naam voor de verkoop en verhuur van privé-
en handelspanden, merken we in ieder geval dat er sprake blijft van een
uitstekende dynamiek.”
Maakt de stadswinkel een echte comeback ?
Tussen 2012 en 2015 werd een uitvoerige interprovinciale studie
detailhandel in de vijf Vlaamse provincies uitgevoerd. Uit die analyse
kwamen een aantal pijnpunten die de provincies en gemeenten nu
willen aanpakken. De provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant en
Oost-Vlaanderen zouden bijvoorbeeld te veel hebben gefocust op de
ontwikkeling van detailhandel in de rand met een negatief effect voor de
winkels in de stad. Tot voor enkele jaren was er voor de stadscentra en
de periferie ook sprake van een onderscheid tussen de koopmomenten.
Iedereen was het erover eens dat de baanwinkels er waren voor
runshopping, de stadscentra voor funshopping. Maar dat onderscheid
is ondertussen al sterk vervaagd. Zoals het omnichannelverhaal een
verhaal van én-én is met onlineverkoop en verkoop in fysieke winkels,
heb je nu eigenlijk ook een én-én verhaal voor locaties. Vergeet
ook niet dat “winkelen in de periferie” niet enkel over baanwinkels
gaat. Retailparken en shoppingcentra bevinden zich ook niet in het
stadscentrum en zijn eigenlijk mogelijkheden die gecreëerd zijn om het
funshoppen naar de periferie te halen. Het blijft hoe dan ook de opdracht
van de retailers om in te spelen op de wensen van de consument. En
qua locatie gaat dat steeds meer via een mix tussen de periferie en het
stadscentrum. In die mate zelfs dat sommigen erop wijzen dat er sprake
is van een revival van de stadswinkels. Grote ketens experimenteren
met kleinere stadswinkels om in te spelen op de rage van de hipsters en
de koffiebars, en eigenzinnige retailers weten al dan niet met speciale
blurringconcepten steeds meer consumenten te overtuigen.
Winkels op sterke
aantrekkelijk
locaties
blijven
altijd
Ook Luc De Vleminck is positief ingesteld over de fysieke en digitale
retailtoekomst van de stad in het algemeen en van Oostende in het
bijzonder. “Ik zie echt een revival in het Oostendse shoppinggebeuren”,
zegt hij. “Innovatieve winkeliers hanteren een bredere visie over het
winkelgebeuren, waarin klantbeleving centraal staat. Hierbij spelen
ook onlineaankopen en een vlotte afhaalservice een belangrijke rol.
Winkelvastgoed op AAA-locaties zal volgens mij altijd gegeerd blijven,
gelet op een grote doorstroming van potentiële kopers. Het laatste jaar
zien we bij Agence Vanbeckevoort een stijgende vraag naar huur- en
kooppanden. Ondanks de evolutie naar e-commerce zal de fysieke
productbelevenis volgens mij een belangrijke impact blijven hebben op
het koperspubliek. Kleinhandel speelt zich trouwens niet enkel af op
toplocaties. Voor vele handelaars is een iets minder goede ligging de
optimale keuze, wat resulteert in aantrekkelijke winkelwandelstraten met
een grote diversiteit aan winkelactiviteiten en een persoonlijke service”.
Geert Degrande
7/11/2017 11:21:41