68
Handelspanden in de stadscentra zullen gegeerd blijven
Initiatieven om het verkeer in stadscentra aan banden te leggen – denk aan het befaamde circulatieplan in Gent –, parkeerproblemen, dure parkeerplaatsen en vooral de niet te stuiten opmars van e-commerce, die ervoor zorgt dat mensen zonder de minste problemen alles vanuit hun luie zetel kunnen aanschaffen, zijn stuk voor stuk factoren die ook impact hebben op het handelsvastgoed. Samen met Carla Vandorpe( Centeroffice), Geert Berlamont( Turner / Dewaele) en Luc De Vleminck( Agence Vanbeckevoort) maakt Logic Immo een stand van zaken op.
Carla Vandorpe Geert Berlamont
Luc De Vleminck
Stijging van de winkelleegstand …
Volgens cijfers van Locatus, een gespecialiseerd bureau dat informatie verzamelt over winkels, winkelgebieden en winkelpassanten is de winkelleegstand in ons land vorig jaar licht gestegen tot 9,6 %. Van de zowat 210.000 winkelpanden in België zouden er om en bij de 20.000 leeg staan. De leegstand zou in Vlaanderen iets beperkter zijn dan in Wallonië. Onder meer damesmodewinkels, kapperszaken en krantenwinkels zouden de jongste jaren forse klappen hebben gekregen. Ondanks die gesloten winkelpanden is de winkeloppervlakte in 2016 wel met meer dan 100.000 m ² toegenomen. Ook in 2015 was er al voor 150.000 m ² nieuwe winkelruimte geopend. De afgelopen tien jaar is er in België zelfs maar liefst 3 miljoen vierkante meter aan extra winkeloppervlakte bij gekomen. Met andere woorden: cijfers over winkelleegstand zeggen niet alles. Er blijft trouwens sprake van een stevige dynamiek op de markt van het handelsvastgoed.
... verdient enige kanttekening
Geert Berlamont, verantwoordelijke bij Turner, de tak bedrijfsvastgoed binnen Dewaele vastgoedgroep, plaatst dan ook een aantal kanttekeningen bij de cijfers over de toename van de winkelleegstand.“ De situatie verschilt van regio tot regio en van stad tot stad”, zegt hij.“ En binnen de steden blijven de A-locaties heel gegeerd. Dat winkels op minder goede locaties moeilijker verhuurd raken is eigenlijk niet meer dan logisch. Maar dat betekent ook dat er omwille van de lagere huurprijzen die ervoor gevraagd kunnen worden, kansen liggen voor dynamische handelaars. Ik merk ook op dat heel wat stadsbesturen inspanningen doen om initiatieven te ontwikkelen die mensen moeten aantrekken om een winkel te openen. Dat gaat van het verlenen van toestemming voor de tijdelijke uitbating van een pop-upstore – er is daarvoor ook een wettelijk kader gecreëerd- tot het toekennen van bepaalde premies of subsidies of de verplichting die aan eigenaars van een leegstaand pand wordt opgelegd om het eerste jaar geen huur te vragen aan winkeliers die erin trekken.” Ook de provinciale overheden doen op dat vlak een duit in het zakje. Hun project“ Baanwinkels en gemeenten op één lijn”, zette een visie uit die de stadskernen moet behoeden voor nog meer winkelleegstand.“ Dat de retailers die ook in hun fysieke winkels nog volk over de vloer willen krijgen het de jongste tijd steeds vaker en in alle mogelijke contexten over beleving hebben”, geeft Geert Berlamont nog aan,“ betekent niet dat het aloude mantra“ locatie, locatie, locatie” niet meer belangrijk zou zijn. Het blijft één van de basisregels om zoveel mogelijk volk over de vloer te krijgen. Met een portefeuille van zowat 250 panden waarvan de helft te koop is en de andere helft te huur, kunnen wij handelaars mooie oplossingen aanreiken.” Retailers blijven onophoudelijk zoeken naar de beste locaties. Steeds vaker kiezen ze voor een mix tussen stadscentra en periferie en verschuiven nu eens in de ene richting en dan weer in de andere, daarbij zoekend naar het beste evenwicht en proberend om zo goed mogelijk in te spelen op de veranderende vraag van de consument.
414-handelspanden. indd 2-3