Magazine Logic-Immo : Oost- & West-Vlaanderen, Kust 394 | Page 49

RONDE TAFEL 49 Zeepbel ? Volgens Jean-Marc Vandersmissen speelt het fenomeen niet alleen op de specifieke markten van de studentenhuisvesting en de assistentieflats, maar voor een stuk ook al op de residentiële vastgoedmarkt. “We moeten opletten”, zo waarschuwt hij, “dat we op die manier niet onze eigen zeepbel gaan creëren. Het is inderdaad van groot belang dat iedereen erover waakt dat de uiteindelijke bewoners tevreden blijven. Dat is cruciaal om de markt gezond te houden en om te vermijden dat we een forste correctie gaan krijgen op de vastgoedprijzen en dat de rendementen van vastgoedinvesteringen dus zwaar onder druk komen. Daarom mikken wij sterk op rendement én betaalbaarheid.” Volgens Eline Ampe is dezelfde zorg en aandacht nodig voor de investeerders zelf. “Bij Excellent Vastgoed begeleiden wij de investeerders daarom ook volledig bij de verhuur. Als jong kantoor vinden we het zeer belangrijk om realistische verhuurprijzen na te streven. Daarbij benadruk ik graag bij de investeerders dat vastgoed nog steeds een vaste waarde is en ook zal blijven. Johan Van Gompel benadrukt nochtans dat we niet moeten denken dat vastgoedprijzen ten eeuwigen dage kunnen blijven stijgen. Een correctie behoort zeker tot de mogelijkheden. Anderzijds wil ik zeker niet meedoen met de doemdenkers die al een aantal keer hebben geroepen dat vastgoed in België 40% tot 60% overgewaardeerd zou zijn. Een overwaardering van 8 à 9% zoals door de Nationale Bank van België als inschatting wordt naar voor geschoven, lijkt me realistischer. Maar dat betekent niet dat we dadelijk een correctie van die orde moeten verwachten.” Eerder voorspelde Johan Van Gompel dat hij verwacht dat de prijs van woningen op de secundaire markt dit jaar met zowat 2% zal afnemen. “Dat heeft te maken met het feit dat de gezinnen wel goedkoop kunnen lenen, maar zelf meer kapitaal moeten neerleggen voor ze een hypothecaire lening kunnen afsluiten. Vroeger konden ze 100% ontlenen, nu moeten ze minstens 20% eigen kapitaal inbrengen en die strengere kredietpolitiek weegt ook op de prijzen. Er spelen echter ook nog andere factoren. We zien bijvoorbeeld dat de schuldenpositie van de Belgische consumenten aan het toenemen is. Het beschikbare inkomen, de macro-economische rentecontext én de demografische ontwikkelingen spelen allemaal een rol bij de ontwikkeling van de vastgoedprijzen. Het feit dat er bijvoorbeeld steeds meer eenpersoonsgezinnen zijn, vergroot ook de woningnood. Dat zijn allemaal factoren die wij nauwlettend opvolgen en die investeerders ook in de gaten moeten houden. Maar ze zijn op dit moment zeker niet dramatisch. Ik verwacht dan ook niet meteen een forse correctie van de prijzen.” Geoffrey Giet voegt nog toe dat dat Vlamingen anders dan in andere landen hun schulden aflossen en dat het wetgevend kader, onder meer de Wet Breyne, ons feitelijk behoedt voor speculatie tegen de markt. Beleidsmakers missen visie Dat is dus goed nieuws voor de vastgoedinvesteerders, die voor hun rendement dus ook rekenen op de uiteindelijke meerwaarde van hun vastgoed. “Wanneer een investeerder verwijst naar vervlogen tijden waar hij 7% à 8% rendement haalde op residentieel vastgoed vergeet hij vaak dat de kostprijs van geld in die tijd ook veel hoger lag.”, zegt Geoffrey Giet. “De schijnbaar lagere huurrendementen van vandaag moeten geplaatst worden ten opzichte van de kostprijs van het geld. Als je die vergelijking maakt merk je dat residentieel vastgoed beter rendeert dan financiële producten met even laag risico.” Vandaar dus dat zoveel spelers proberen een graan- tje mee te pikken. “Dat is niet erg”, zegt Peter Impe, “want de nood aan huisvesting zal door allerhande maatschappelijke factoren, blijven toenemen. Wij hebben trouwens tijdens de eerste zes maanden van het jaar meer dan op volle toeren gedraaid. Dat neemt niet weg dat alles bijzonder snel aan het veranderen is. In tegenstelling tot andere sectoren is de bouw- en de vastgoedsector de jongste jaren eigenlijk blijven voortdoen op hetzelfde elan van de laatste honderd jaar. Maar ik ben ervan overtuigd dat we nu stilaan op het punt gekomen zijn van enorme disruptieve innovaties. Een traditionele bouwwerf bijvoorbeeld met metsers die met mortel stenen op elkaar zetten, zal volgens mij over tien tot twintig jaar niet meer bestaan. De nieuwe tijden vereisen ook soepelere wetten, maar de overheid lijkt niet echt te beseffen dat de wereld van vandaag niet te vergelijken is met die van gisteren en dat hij er morgen weer helemaal anders zal uitzien.” Daarmee bevestigt hij de woorden die ook aan de ronde tafel werden uitgesproken. “Vorig jaar stonden in Leuven 1.000 studentenkoten leeg en toch zijn er dit jaar 1.500 nieuwe bijgekomen”, zegt Tom Van Damme. “In Antwerpen en Brugge heb je hetzelfde verhaal. Dat heeft minder te maken met het feit dat ontwikkelaars al te gretig zouden zijn dan met het gebrek aan een doordachte visie op stadskernontwikkeling. In Gent wordt op dat vlak redelijk goed werk geleverd, maar in andere steden, is het huilen met de pet op. Politici zijn niet in staat om verder te denken dan de volgende verkiezing. Terwijl een beleidsvisie ook een cruciaal element is om ervoor te zorgen dat onze sector zich voort gezond kan ontwikkelen.” Jean-Marc Vandersmissen sluit zich daarbij aan. “Er is ook nood aan meer samenspraak tussen ontwikkelaars”, zegt hij. “Nog te vaak doen 27/09/2016 17:53:19