Leven is COMMUNICEREN is Leven De Wetten Voor Goede Communicatie | Page 77
Win-win houding: positieve kanten van mezelf + van de ander beklemtonen
Emoties en behoeften, desiderata en non-desiderata uitdrukken: duidelijk, zonder de rechten van de ander
te miskennen, zonder angst of schuldgevoelens, zonder aanval of bedreiging.
Niet beoordelend
Congruentie nastreven (échtheid), open kaart spelen
Duidelijke objectieven
Pro-actief (intiatief nemen)
3. Agressief gedrag
Bij agressief gedrag primeert het eigen belang: ik-houding.
Mogelijke redenen:
angst – onzekerheid
Je bent bang dat de anderen anders over je heen zullen lopen.
Je denkt dat anderen anders geen rekening zullen houden met jouw belang.
Kenmerken:
Bevelen: veel gebruik van “moeten” en (niet) mogen”: Anderen “moeten” zich gedragen zoals ik het wens,
moeten eerlijk zijn tegenover mij, moeten akkoord zijn met mij, … - Anderen “mogen niet” anders denken,
mogen mijn gedrag of keuzes niet in vraag stellen, …
Ik “kan niet” of “mag niet” toegeven, mijn mening wijzigen, zwak zijn, …
Excessief gebruik van ik-zinnen
Dreigementen (Je kan het beter wel doen, ik zou me dat maar niet riskeren moest ik jou zijn, want anders
…)
Meningen als feiten weergeven (Dat is onzin, dat gaat niet werken)
Anderen kleineren (Je meent het niet, Dat denk jij!, Wie ben jij?)
Schuld op anderen steken (Het is jouw fout, jij hebt gezegd dat …)
4. Passief-agressief gedrag
Bij subassertief gedrag doet men toegevingen tegen zijn zin in. Dit leidt tot wrok en onderdrukte agressie.
Mogelijke redenen:
angst – onmacht – onzekerheid
Je bent bang voor de gevolgen van assertief of agressief gedrag, bij voorbeeld in hiërarchische
situaties).
77