Leven is COMMUNICEREN is Leven Als ELK Woord Telt | Page 34

Stappenplan Motiverende gespreksvoering is het voortdurend aftasten of iemand bereid en in staat is tot een volgende stap in het veranderproces. Dit verloopt als volgt: 1. Te wijzigen gedrag aan de orde stellen. Dit door de “ORBS”-strategie + informatie en, indien daarom gevraagd, advies te geven. 2. Samen met de ander vaststellen of hij bereid en in staat is om zijn gedrag te bespreken. Indien ‘ja’: direct naar volgende stap. - Indien ‘nee’: samen vaststellen wat voor hem het actueel probleem is. 3. Verder focussen op dit probleem en de tijd nemen om een sterkere en veiligere relatie op te bouwen. 4. Samen vaststellen of hij het belangrijk genoeg vindt om zijn gedrag te wijzigen. Methode: onder andere door verandertaal op te roepen. 5. Samen vaststellen of hij in staat is en er op dit moment aan toe is om zijn gedrag te veranderen. 6. Het vertrouwen in het eigen kunnen versterken door aandacht te besteden aan succes-ervaringen (met gedragswijziging) in het verleden en het benadrukken van positieve elementen. Hier wordt dus gebruik gemaakt van verandertaal. 7. Samen vaststellen welke veranderingen in aanmerking komen, dat wil zeggen welke doelen moeten worden vastgesteld. 8. Samen vaststellen welke wegen worden bewandeld om het doel te bereiken. (Schippers, 2002) Bereidheid tot veranderen De benadering van een persoon is bij voorkeur aangepast aan het niveau van zijn intinsieke bereidheid tot veranderen. De URICA vragenlijst (University Rhode Island Change Assessment) meet de intrinsieke bereidheid om te veranderen. Via deze test kan ook afgeleid worden in welke fase iemand zich bevindt volgens het fasenmodel van Prochaska en Diclemente. Meteen krijgt men ook enig inzicht in de situatie van de ander. Omdat het in de praktijk meestal niet mogelijk is iemand een vragenlijst te laten invullen, vullen je die zelf in en toetst eventueel met de bevindingen van collega’s. De benadering van de ander wordt vervolgens afgestemd op het niveau van zijn bereidheid tot veranderen, voornamelijk met de weerstand. Motiveren lukt zelden meteen. Praktisch intervenieert men best op basis van korte gesprekken (In een therapeautische omgeving: bijvoorbeeld 30 minuten). Binnen deze sessies gaat men samen met de ander na wat zijn situatie is: wat hij ervaart, wat zijn wensen en problemen zijn. Hier moet zowel een herkenning als erkenning van de situatie aan bod komen. Vervolgens zoekt men met hem naar mogelijke oplossingen voor verandering. Wanneer mogelijk verdient het aanbeveling te werken met concreet materiaal, waardoor de thema’s visueel voorgesteld word [