14 Hoek en Blok ◼ Schrift
Fiscaal
Juridisch
Fiscale risico’ s De fiscale risico’ s bestaan uit de naheffingsaanslagen loonheffing en correctieverplichtingen voor de sociale premies die de Belastingdienst per direct weer kan opleggen.
Arbeidsrechtelijke risico’ s Met alle berichtgeving lijkt de focus nu vooral te liggen op de hiervoor genoemde fiscale risico’ s, maar als schijnzelfstandig- heid wordt vastgesteld, loop je als opdrachtgever ook het risico dat de‘ zelfstandige’ met succes aanspraak maakt op de rechten van een werknemer.
Denk daarbij aan loon doorbetaling bij
ziekte, vakantierechten, ontslagbescherming en alle overige arbeidsvoorwaarden op grond van wetgeving of een cao. Deze aanspraken kunnen gelden voor een periode tot vijf jaar terug.
Pensioenrisico’ s Een werkgever is niet verplicht een pensioenregeling te introduceren voor zijn personeel. Maar als dat wel is gebeurd, is het uitgangspunt dat deze regeling in beginsel voor alle werknemers geldt.
Zo’ n pensioen regeling wordt meestal uitgevoerd door een verzekeraar.
Ook kan er sprake zijn van verplichte deelname aan een pensioenregeling als de werkgever actief is in een bepaalde branche waar een verplicht gestelde pensioenregeling van kracht is. Een dergelijke pensioenregeling wordt dan uitgevoerd door een bedrijfstakpensioenfonds.
Als achteraf blijkt dat de‘ zelfstandige’ vanaf aanvang werknemer was en er sprake is van een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds voor werknemers in die branche, valt deze werknemer met terugwerkende kracht onder de werkingssfeer van dat bedrijfstakpensioenfonds.
Voor pensioenfondsen geldt de regel dat als een werknemer aanspraak kan maken op pensioen bij dat pensioenfonds, het pensioenfonds op enig moment verplicht is het pensioen uit te keren, ook al zijn er geen premies voor betaald. Dit is het zogenaamde‘ geen premie, wel recht’-principe. Het pensioen fonds zal om die reden een premievordering instellen bij de aangesloten werkgever. Omdat deze premievordering terug werkende kracht heeft, kan dit om aanzienlijke bedragen gaan. De vordering werkt terug tot aanvang dienstverband, maar zal beperkt kunnen worden door verjaring. De termijn kan daarbij oplopen tot twintig jaar. De premievordering omvat zowel het deel van de premie dat verschuldigd is door de werkgever als door de werknemer.