FIB NR128 2020 | Page 70

66 Ko Prins en Theo Laseroms op het sportcentrum in Zeist lijst en Coen Moulijn stopt. Tot overmaat van ramp wordt er aan het einde van het seizoen in één maand tijd tweemaal met 5-1 verloren, waarvan de nederlaag tegen Ajax het pijnlijkst is. De Beer is los, kopt Het Vrije Volk. Bovendien botst Laseroms met Happel als die hem uit tegen FC Groningen op de bank wil houden omdat hij hem in de spelersbus heeft zien roken. De Tank wacht de opstelling af, kleedt zich vervolgens weer aan en verlaat het Oosterparkstadion. Hij neemt een taxi naar het station en laat zich beledigd en moederziel al- leen naar Rotterdam sporen. ‘Bij Assen had ik al spijt, maar toen kon ik niet meer terug’, zou hij later zeggen. ‘Ik had in de spelersbus één filtertje opgestoken. Ik geloof ter hoogte van Zwolle. Toen had ik al dik een uur zitten hakketakken. Voor in de bus rookte Hap- pel zelf ook. Ik had pluimen gezien. Ik dacht: één sigaretje kan de pret toch niet drukken.’ Met zijn einde in De Kuip in zicht spant ook Theo Laseroms, gepokt en gemazeld door de scherpte van de havenkooplui om zich heen, bo- vendien nog een kort geding aan tegen Feyen- oord. Hij is op de transferlijst geplaatst zonder een verlaagde aanbieding. Reglementair is dat toegestaan, maar dan moet Feyenoord tevreden zijn met zijn vertrek à raison van 3000 gulden. Maar de club heeft 90.000 in gedachten. Een foutje. Laseroms wint zijn case. Nog voordat de rechter uitspraak heeft gedaan kiest Feyenoord eieren voor zijn geld en gaat hij als amateur de deur uit. ‘Een gezellige peer als je wijn bij hem gaat kopen, en reuze charmant als je een paar kistjes extra neemt, maar in dit soort kwesties een loeder’, zegt bestuurslid Fred Blankemeijer, die nooit een blad voor zijn mond neemt. Een dag na de schikking tekent Laseroms met een triomfantelijk hoofd bij het Belgische AA Gent (toen nog La Gantoise) een contract en casht het transfergeld dat Feyenoord is misge- lopen. Tweede divisie. Zijn slijterijen gaan de verkoop in. Het is even wennen voor de Belgische pers met Laseroms, want de Brabander zegt waar het op staat. Totdat ze hem in 1973 met gelijke munt terugbetalen. In een artikel in het Vrije Waas- land spant de journalist Rony van Langenhove in 1973 zich samen in verbittering en woede en schrijft: ‘Laseroms is bij Gent aangenomen als schokbreker, maar ziet kans om tegenstanders geregeld naar de kleedkamer te schoppen. Wij kennen spelers die hij de ganse wedstrijd in het gelaat spuwt. Van al zijn ontucht ziet de scheids- rechter niets, ofschoon Jurion toch zijn bril toonde. De bril waarop nota bene de uitgespo- gen viezigheid van Laseroms nog zichtbaar was. Wij hebben een hekel aan ronddolende stieren en zijn benieuwd wanneer de scheidsrechters de moed hebben om deze kannibaal eruit te gooien.’ Kannibaal? Laseroms laat de Belgische journalist met deze uitdrukking nog even in zijn sop gaarkoken. Maar zodra het bestuur van AA Gent hem ‘een parasiet’ noemt is de boot aan. ‘Omdat ik god- verdomme met injecties in mijn enkels speelde en me na afloop van de training met koud water moest wassen. Je wilt niet weten in wat voor gribus ik hier terecht ben gekomen’, zegt hij. ‘Ik kap ermee.’ En dan wordt hij trainer. De banden met Rotterdam blijven aangehaald en weer versterkt als op een goede dag ook in Ieper de rode kraan geen warm meer geeft en Laseroms nog steeds zonder het vereiste A-diploma FC Vlaardingen gaat trainen. Daar gaat wel een ongelukkig uitgelekt interview aan vooraf. Bij zijn komst in het West-Vlaamse land heeft hij samen met Ineke een rondrit gemaakt om een geschikte woning te vinden en kiezen zij uit- eindelijk een appartement boven een gesloten café om dit vervolgens meteen maar te pachten. Iedereen komt een kijkje nemen. Ook de jour- nalisten Rob Vente en Pim Stoel van de Haag- sche Courant. Het wordt gezellig in staminee De Corner. De laatste Belgenmoppen worden verteld en verder aanpalende grappen over de omstandigheden waaronder Laseroms op laag niveau moet werken. Maar op twee gebeurte- nissen rekent de gezellige Brabander niet. Ten eerste dat de grappen en moppen uit zijn mond de Haagsche Courant zouden halen en toen dat wel bleek, ten tweede: dat zijn quotes de af- stand van Den Haag naar Ieper zouden kunnen overbruggen. Maar het noodlot slaat dubbel toe. Twee dagen later neemt een vertegenwoordiger van de Ieperse weefautomatenfabriek Picanol vanuit Den Haag de krant mee naar huis, fotokopieert het artikel een paar honderd keer, waarna de supporters van Ieper voor de distributie zorgen. Zijn kroeg wordt geboycot, moet zelfs sluiten en Laseroms wordt ontslagen. Niet zonder humor zegt hij in het lokale Het Wekelijke Nieuws: ‘Als je zekerheid wilt in je leven, moet je ambtenaar worden.’ De helft van het gezelschap bestuursleden van Ieper bleek dat ook te zijn. ‘Ook dié pech had ik.’ ‘Maar ik ben er niet rouwig om, want een uur voordat de elftallen naar de kleedkamer gingen werden er nog biefstukken gegeten ter grootte van een villa en als je je als trainer even om- draaide, namen ze ook nog jouw stuk. Ook dat is België.’ FC Vlaardingen is in februari 1976 – net als Ieper - geen hoogvlieger. Het rommelt maar wat aan in de marge van de eerste divisie met een bezoekersmoyenne van achthonderd en dat worden er duizend als De Tank tussentijds wordt aangesteld als adviseur. Maar binnen no time is er stront aan de knikker als Jan van Baaren als werkelijke oefenmeester ontslag neemt en Laseroms zonder het A-diploma de groep gaat trainen. Als het seizoen voorbij is en Laseroms op theorie is gezakt, terwijl Thijs Libregts cum laude slaagt, volgt een tweede dispensatie en ziet ook hij zelf in dat er toch wel enige humor aan zijn lijdensweg kleeft. ‘Ik ga nu voor doctoraal.’ Laseroms: ‘Siem Plooijer was hoofd opleidingen met een stijf been. Om door zo’n krotenkoker geëxamineerd te worden, daar word je niet vrolijk van. ‘‘Krijg de colère met je theorie’’, had ik tegen hem gezegd. Nou, van die woorden heb