66
Ko Prins en Theo Laseroms op het sportcentrum in Zeist
lijst en Coen Moulijn stopt. Tot overmaat van
ramp wordt er aan het einde van het seizoen in
één maand tijd tweemaal met 5-1 verloren,
waarvan de nederlaag tegen Ajax het pijnlijkst
is.
De Beer is los, kopt Het Vrije Volk.
Bovendien botst Laseroms met Happel als die
hem uit tegen FC Groningen op de bank wil
houden omdat hij hem in de spelersbus heeft
zien roken. De Tank wacht de opstelling af,
kleedt zich vervolgens weer aan en verlaat het
Oosterparkstadion. Hij neemt een taxi naar het
station en laat zich beledigd en moederziel al-
leen naar Rotterdam sporen.
‘Bij Assen had ik al spijt, maar toen kon ik niet
meer terug’, zou hij later zeggen. ‘Ik had in de
spelersbus één filtertje opgestoken. Ik geloof ter
hoogte van Zwolle. Toen had ik al dik een uur
zitten hakketakken. Voor in de bus rookte Hap-
pel zelf ook. Ik had pluimen gezien. Ik dacht: één
sigaretje kan de pret toch niet drukken.’
Met zijn einde in De Kuip in zicht spant ook
Theo Laseroms, gepokt en gemazeld door de
scherpte van de havenkooplui om zich heen, bo-
vendien nog een kort geding aan tegen Feyen-
oord. Hij is op de transferlijst geplaatst zonder
een verlaagde aanbieding. Reglementair is dat
toegestaan, maar dan moet Feyenoord tevreden
zijn met zijn vertrek à raison van 3000 gulden.
Maar de club heeft 90.000 in gedachten.
Een foutje.
Laseroms wint zijn case. Nog voordat de rechter
uitspraak heeft gedaan kiest Feyenoord eieren
voor zijn geld en gaat hij als amateur de deur
uit. ‘Een gezellige peer als je wijn bij hem gaat
kopen, en reuze charmant als je een paar kistjes
extra neemt, maar in dit soort kwesties een
loeder’, zegt bestuurslid Fred Blankemeijer, die
nooit een blad voor zijn mond neemt.
Een dag na de schikking tekent Laseroms met
een triomfantelijk hoofd bij het Belgische AA
Gent (toen nog La Gantoise) een contract en
casht het transfergeld dat Feyenoord is misge-
lopen. Tweede divisie. Zijn slijterijen gaan de
verkoop in.
Het is even wennen voor de Belgische pers met
Laseroms, want de Brabander zegt waar het op
staat. Totdat ze hem in 1973 met gelijke munt
terugbetalen. In een artikel in het Vrije Waas-
land spant de journalist Rony van Langenhove
in 1973 zich samen in verbittering en woede en
schrijft: ‘Laseroms is bij Gent aangenomen als
schokbreker, maar ziet kans om tegenstanders
geregeld naar de kleedkamer te schoppen. Wij
kennen spelers die hij de ganse wedstrijd in het
gelaat spuwt. Van al zijn ontucht ziet de scheids-
rechter niets, ofschoon Jurion toch zijn bril
toonde. De bril waarop nota bene de uitgespo-
gen viezigheid van Laseroms nog zichtbaar was.
Wij hebben een hekel aan ronddolende stieren
en zijn benieuwd wanneer de scheidsrechters
de moed hebben om deze kannibaal eruit te
gooien.’
Kannibaal?
Laseroms laat de Belgische journalist met deze
uitdrukking nog even in zijn sop gaarkoken.
Maar zodra het bestuur van AA Gent hem ‘een
parasiet’ noemt is de boot aan. ‘Omdat ik god-
verdomme met injecties in mijn enkels speelde
en me na afloop van de training met koud water
moest wassen. Je wilt niet weten in wat voor
gribus ik hier terecht ben gekomen’, zegt hij. ‘Ik
kap ermee.’
En dan wordt hij trainer.
De banden met Rotterdam blijven aangehaald
en weer versterkt als op een goede dag ook
in Ieper de rode kraan geen warm meer geeft
en Laseroms nog steeds zonder het vereiste
A-diploma FC Vlaardingen gaat trainen. Daar
gaat wel een ongelukkig uitgelekt interview aan
vooraf.
Bij zijn komst in het West-Vlaamse land heeft hij
samen met Ineke een rondrit gemaakt om een
geschikte woning te vinden en kiezen zij uit-
eindelijk een appartement boven een gesloten
café om dit vervolgens meteen maar te pachten.
Iedereen komt een kijkje nemen. Ook de jour-
nalisten Rob Vente en Pim Stoel van de Haag-
sche Courant. Het wordt gezellig in staminee
De Corner. De laatste Belgenmoppen worden
verteld en verder aanpalende grappen over de
omstandigheden waaronder Laseroms op laag
niveau moet werken. Maar op twee gebeurte-
nissen rekent de gezellige Brabander niet. Ten
eerste dat de grappen en moppen uit zijn mond
de Haagsche Courant zouden halen en toen dat
wel bleek, ten tweede: dat zijn quotes de af-
stand van Den Haag naar Ieper zouden kunnen
overbruggen.
Maar het noodlot slaat dubbel toe. Twee dagen
later neemt een vertegenwoordiger van de
Ieperse weefautomatenfabriek Picanol vanuit
Den Haag de krant mee naar huis, fotokopieert
het artikel een paar honderd keer, waarna de
supporters van Ieper voor de distributie zorgen.
Zijn kroeg wordt geboycot, moet zelfs sluiten en
Laseroms wordt ontslagen. Niet zonder humor
zegt hij in het lokale Het Wekelijke Nieuws: ‘Als
je zekerheid wilt in je leven, moet je ambtenaar
worden.’
De helft van het gezelschap bestuursleden van
Ieper bleek dat ook te zijn. ‘Ook dié pech had ik.’
‘Maar ik ben er niet rouwig om, want een uur
voordat de elftallen naar de kleedkamer gingen
werden er nog biefstukken gegeten ter grootte
van een villa en als je je als trainer even om-
draaide, namen ze ook nog jouw stuk. Ook dat
is België.’
FC Vlaardingen is in februari 1976 – net als
Ieper - geen hoogvlieger. Het rommelt maar
wat aan in de marge van de eerste divisie met
een bezoekersmoyenne van achthonderd en
dat worden er duizend als De Tank tussentijds
wordt aangesteld als adviseur. Maar binnen no
time is er stront aan de knikker als Jan van
Baaren als werkelijke oefenmeester ontslag
neemt en Laseroms zonder het A-diploma de
groep gaat trainen. Als het seizoen voorbij is
en Laseroms op theorie is gezakt, terwijl Thijs
Libregts cum laude slaagt, volgt een tweede
dispensatie en ziet ook hij zelf in dat er toch wel
enige humor aan zijn lijdensweg kleeft. ‘Ik ga nu
voor doctoraal.’
Laseroms: ‘Siem Plooijer was hoofd opleidingen
met een stijf been. Om door zo’n krotenkoker
geëxamineerd te worden, daar word je niet
vrolijk van. ‘‘Krijg de colère met je theorie’’, had
ik tegen hem gezegd. Nou, van die woorden heb