Vest voor heeren.
Afbeelding No. 26. Knippatr. keerzijde van het Supplement No. X,
Fig. 43—45.
Dit vest aan hetwelk door veel heeren, om den eenvoudigen en doelmati-
gen vorm, de voorkeur wordt gegeven boven een wollen borstrok, wordt
uit wit of gekleurd flanel vervaardigd, en in het midden aan de voorzijde
met knoopen digt gemaakt. Rondom den buitenrand is het vest met een
gekleurd zijden lintje geboord, dat er met een kruisnaad of met den stik-
of vischgraatsteek met naaizijde van dezelfde kleur op kan worden beves-
tigd. Ons model is aan de voorkanten insgelijks met een reep taf van de-
zelfde kleur 2 d. breed geboord, waardoor op die plaats een zoom wordt
nagebootst. De twee voorstukken moeten elk afzonderlijk naar Fig. 43 en
de rug aaneen naar Fig. 44 worden geknipt. Nadat het regter voorstuk
met taf is geboord, maakt men er de knoopsgaten in, en voorziet het lin-
ker op de tegenovergestelde plaatsen met knoopen met taf overtrokken.
Voor de stevigheid kan men aan den voorkant van het linker voorstuk er
aan den verkeerden kant nog een reep flanel 2 d. breed tegen stikken. Het
halsboordje dat naar Fig. 45 aaneen wordt geknipt kan men nemen van
flanel met een taffen voering of geheel en al van de zijden stof welke men
voor het boordsel heeft gebruikt; men neemt het dubbel, en zet het daarna
volgens de overeenstemmende letters van het knippatroon op het vest. Ein-
delijk voorziet men het van een knoop en een knoopsgat, en voert er de-
zelfde versiering als om den buitenrand van het vest, op uit.
Onderpantalon voor
heeren.
Afbeelding No. 27. Knippatroon,
keerzijde v. h. Supplem. No.
VIII, Fig. 33—37.
Om dezen pantalon te vervaardigen moet men
naar Fig. 33 en 34 van
elk 2 stukken, naar Fig.
35 en 36 naar elk 4,
en naar Fig. 37 weder 2 stukken knippen, en
het laatstgenoemde patroon in de lengte langs den
draad op de dubbel toegevouwen stof leggen, zoodat dit gedeelte, de zoogenaamde souspied, aaneen en
dubbel wordt gesne-den. Nu worden Fig. 33 en 34 met een
digten stiknaad
van Q tot R
en van S tot T aan elkaar ver-bonden; de split die van
R tot van on-deren aan den
rand open blijft en den rand zelf moet men
smal zoo-
men. Daarna naait men de twee halve gedeelten van den pan-
talon van achteren van T tot U, van voren van T tot V aan-
een, en legt in de split die van U tot boven aan den
rand open blijft een zoom. Naar Fig. 35 worden nu twee af-
zonderlijke gedeelten van den band elk dubbel genomen, ge-
knipt, waarna de twee stukken van boven aan de effen rand
tegen elkaar worden genaaid, vervolgens wordt de band aan de regte zijde op den pantalon gestikt, en er aan de verkeerde zijde
tegen aan gezoomd. Hierbij moet Q op Q, V op V en W op
W sluiten. Het voorste gedeelte van den pantalon moet een weinig worden ingerimpeld en wel van ster tot Q, in het ach-
terste gedeelte legt men naar aanwijzing van Fig. 34 drie plooi-
jen door telkens kruis op punt te doen treffen. Het
regter gedeelte van den band moet van onderen aan de punt op de plaats met V aangeduid een weinig onder
het linker komen. 1 d. boven het aanzetten van den
band worden de twee gedeelten der stof op elkâar
gestikt, daarna maakt men aan de linkerzijde de knoops-gaten, en zet er op de regterzijde de knoopen op, ter-
wijl er van achteren in het smalle einde nog twee veter-
gaatjes komen en twee knoopen. De laatsen dienen elk
om een der lussen vast te houden, die man naar Fig. 36
uit de dubbele stof knipt, en waarmede men den gordel van den pantalon naar verkiezing losser of digter vast-
haalt. Daartoe steekt men door de twee vetergaatjes
welke zich tegenover elkaar bevinden een smal linnen bandje 21—22 d. lang, kruist daarna de twee einden
van de twee bandjes op de bovenzijde over elkaar en
naait achtereenvolgens de drie einden aan eene lus vast en wel op de met kruisen aangeduide plaatsen. In den
sous-pied dien men evenzoo naar Fig. 37 dubbel neemt, maakt men eene
insnijding, zoo als op het patroon met eene dubbele lijn is voorgeteekend,
waardoor de sous-pied aldaar gespleten wordt. Langs de split slaat men de
stof tegen elkaar in naait die alzoo met een zoomsteekje vast, en verbindt
hem daarna met het breede einde van X tot punt, aan het gespleten einde
van Y tot kruis en van Z tot het dubbele punt, onder aan den rand van
den pantalon.
Overjasje voor meisjes van 2—4 jaar.
Afbeelding No. 28 en 29. Knippatroon, voorzijde v. het Supplement
No. I, Fig. 1—9.
Het nut van dit kleedje bestaat hoofdzakelijk hierin, dat het in plaats
van een mantel of paletot op straat kan worden gedragen. Ons model in den
vorm van een naauw toeloopend jurkje is van donkergroen wollen reps, en
geeft op de mouw, op het kraadje en van voren langs het midden behalve
eene dubbele rij puntjes van zwart cachemir en groen reps eene versiering
van kleine stalen gespen te zien, die elk op een klein lapje lint 2 d. lang
geregen, en daarmede met 2 d. tusschenruimte op het kleedje zijn gezet.
Wil men dit kleedje vervaardigen dan knippe men uit de bovenstof en
voering naar de knippatronen Fig. 1—4 van elk twee gelijke stukken en Fig.
5 aaneen, waarbij men de lijn die op het patroon het midden aangeeft,
langs den draad op de dubbel toegevouwen stof legt. Nu worden de ver-
schillende gedeelten naauwkeurig vol-
gens de overeenstemmende letters op de knippatronen, aan elkaar gestikt
terwijl men overal tus-
schen de naden een inge-naaid koordje voegt. Als men op deze wijze Fig. 1
en 2 van A tot B en van
C tot D, Fig. 2 en 3
van E tot F en van G
tot H en zoo vervolgens
al de stukken aan elkaar
heeft verbonden, dan begint men de plooijen in den
rok te leggen en wel zóó dat die naar binnen val-
len, door zoo als wij dit op het
knippatroon aangeven, de kruisen
welke zich tusschen elk der twee
met elkaar verbondene deelen bevinden op het daartusschen lig-
gende punt te hechten. Den bovenrand van elk der aldus ge-vormde plooi-jen, bevestigt men op de ach-terzijde, terwijl op de regte zijde het ein-
de van de
naden van
het lijf met een, met zwarte overtrokken knoop wordt bedekt. De rok wordt in de rondte en langs het linker voorstuk aan de voorzijde met
een smal ingenaaid koordje geboord; waarna op den rand van het lin-
ker het zwart en groene gepunte garnituur wordt gelegd. Om dit te
vervaardigen geven wij op het knippatroon No. 9 de maat voor een
puntje aan. men maakt het uit een regten reep der stof 4 d. breed,
en in de lengte dubbel toegevouwen, door zoo als dit op Fig. 9 is
aangegeven, het zich daar bevindende kruis op het punt te
leggen. Zestien soortgelijke puntjes worden uit groen reps ge-
maakt, en een gelijk aantal maar iets kleiner, van zwart cache-
mir, daarna worden de zwarte zoodanig op de groene puntjes
gehecht, dat de laatsten er een weinig onderuit komen. Ver-
volgens worden zij digt naast elkaar liggende met den regten
kant op de voorzijde van het linker voorstuk gezet, terwijl men
tegen het regter voorstuk aan den binnenkant een reep
stof 3 d. breed legt. Nu naait men de twee voorstukken
van den rand van onderen tot aan kruis zoodanig aan-
een dat het linkervoorstuk over het regter komt tot
daar waar de reep er is opgezet, en voorziet dit van
kruis tot aan het uitsnijdsel van den hals met haken en
oogen. Voor de mouw moet men naar Fig. 7 voor elk
twee gelijke stukken knippen, waarbij men op de voor-
geteekende lijn voor het uitsnijden van de onderste helt,
hebbe te letten. De twee gedeelten van de mouw worden
van V tot W en van X tot Y aan elkaar genaaid, van
onderen aan den rand zet men er de revers op, die naar
Fig. 8 uit bovenstof en voering geknipt, en met het
garnituur van het kleedje voorzien wordt, waarbij de
gelijkluidende letters en teekens op elkaar moeten sluiten. De alzoo voltooide mouw zet men met een met zwarte
No. 30. Kapmantel (peignoir) knippatr., voorz. v. h. Suppl. No. II. Fig. 10―14.
[3 Maart 1865. 3e Jaargang.] DE GRACIEUSE. 45
No. 29. Overjasje voor meisje van 2—4. Achterzijde.
No. 28. Overjasje voor meisjes van 2—4 jaar. Voorzijde.
Knippatroon, voorzijde van het Supplem. No. I, Fig. 3—9.
No. 24. Nachtjak voor dames.
No. 26. Vest voor heeren. Knippatroon, keerzijde
van het Supplem. No. X, Fig. 43—45.
No. 27. Onderpantalon voor heeren. Knippatroon,
keerzijde van het Supplement No. VIII, Fig. 33—37.
No. 25. Nachtjake voor dames. Knippatroon, keerzijde van het Supplement No. IX, Fig. 38—42.