De Gracieuse 3 July 1865 | Page 7

10de toer. Afh., 5 recht, omsl., aver. mind., omsl., 2

recht, aver. mind., omsl., aver. mind., omsl., 2 recht, aver. mind., omsl., aver. mind., omsl., aver. mind., omsl., aver.

mind.

11de toer. Afh., 5 recht, 3 steken te zamen breien, 3 recht,

3 te zamen breien, 9 recht.

12de toer. Afh., 5 recht, 7 maal na elkander omsl., mind.

13de toer. Afh., 6 recht, 1 meerd., 4 recht, 2 meerd., 9

recht.

14de toer. Afh., 3 recht, aver. mind., omsl., aver. mind., omsl., aver. mind., 2 recht, omsl., aver. mind., omsl., aver. mind., 1 recht, 1 meerd., omsl., aver. mind., omsl., aver.

mind., omsl., aver. mind.

15de toer. Afh., 8 recht, 1 meerd., 4 recht, 1 meerd., 2

recht, 1 meerd., 8 recht.

16de toer. Afh., 4 recht, omsl., aver. mind., omsl., aver. mind., 4 recht, omsl., aver. mind., omsl., aver. mind., 3

recht, omsl., aver. mind., omsl., aver. mind., omsl., aver.

mind.

17de toer. Afh., 6 recht, 1 meerd., 3 recht, 1 meerd., 4

recht, 1 meerd., 4 recht, 1 meerd., 8 recht.

18de toer. Afh., 2 recht, aver. mind., omsl., aver. mind., omsl., aver. mind., 6 recht, omsl., aver. mind., omsl., aver. mind., 3 recht, aver. mind., omsl., aver. mind., omsl., aver.

mind., omsl., aver. mind.

19de toer. Afh., 8 recht, aver. mind., 3 recht, aver.

mind., 3 recht, aver. Mind., 7 recht.

20ste toer. Afh., 1 recht, aver. mind., omsl., aver. mind., omsl., aver. mind., 4 recht, omsl., aver. mind., omsl., aver. mind., 3 recht., omsl., aver. mind., omsl., aver. mind.,

omsl., aver. mind.

21ste toer. Afh., 5 recht, aver. mind., 5 recht, aver.

mind., 1 recht, aver. mind., 6 recht.

22ste toer. Afh., aver. mind., omsl., aver. mind., omsl., aver. mind., 2 recht, omsl., aver. mind., omsl., aver. mind., 2 recht, omsl., aver. mind., omsl., aver. mind., omsl., aver.

mind.

23ste toer. Afh., 5 recht, 3 te zamen breien, 3 recht, 3 te

zamen breien, 5 recht.

24ste toer. Afh., 1 recht, 7 maal na elkander omsl., aver.

mind.

Men herhaalt gedurig van den eersten toer af, totdat de

kant de vereischte lengte verkregen heeft.

De geschulpte rand wordt met een klein gehaakt puntje om-

geven, daar men in elken steek langs den kant 1 v. st., 3 ket-

tingst., en 1 v. st. haakt. Aan de rechte zijde van de kant haakt men

ook een vasten rand, eerst door 2 toeren halve vaste steken, in elken

steek 1 steek opnemende en daarna 1 toer stokjes, waarmede men tege-

lijkertijd de kant een weinig inhaalt.

Cache desordre.

Afb. No. 43 en 44. Knip- en borduurpatroon, keerzijde van het Supplement No. XIII, Fig. 61 en 62. Gaas

No. 5, roode ze-phirwol, rijg-kralen in eene

groenachtig-

grijzeschakering, zwarte stalen en

gouden kralen.

In de schatting van elke nette huisvrouw is de stofdoek zulk een gewichtig voor-werp, dat hem gewoonlijk eene

afzonderlijke be-waarplaats in een elegant korf-je, een taschje of

dergelijk verblijf

ten deel valt. On-

ze afb. geeft zulk eene tasch te zien

waarvan het

fraaie borduur-werk dat met den kruissteek met roode wol is in-

gevuld zoowel op het voor- als op het achterblad

een bouquet met kralen met den platten steek ge-werkt, voorstelt. De tasch wordt gegarneerd met eene dicht ge-

plooide ruche

van rood wollen band 1½ d. breed, of van eene an-dere kleur die echter altijd in harmonie met den fond moet zijn. Bij het ver-vaardigen van de tasch moet men eerst van de knip-

patronen die

slechts de helft van het fatsoen geven, een ge-heel patroon sa-

menstellen,

waarna men de omtrekken en ook het borduur-patroon op het gaas overbrengt. Wij hebben al-leen het borduur-patroon voor het achterblad van de tasch op het knippatroon af-geteekend, dat voor het voor-blad moet men van de afb. No.

44 die tegelijk de

uitvoering van het borduurwerk in oorspr. grootte voorstelt,

overnemen. Men kan er duidelijk het getal der aangeregen kra-

len en ook de verschillende nuancen op onderscheiden. Bij het

bewerken moet men vooral zorgen dat de afzonderlijke steken

en kralen zeer gelijkmatig en dicht naast elkaar liggen. Voor

de donkerste partijen der bloemen en der knoppen moet men de

drie nuancen van de grijze schakering gebruiken, dan volgen

voor de lichtere de kristallen, melk- en krijtwitte kralen. Het

inwendige der bloemen moet met hoogopliggende lussen kra-

len, die even als een door elkaar geslingerden langen steelsteek

gevormd zijn, worden ingevuld; de middelste partij bestaat uit

grijze, de kring daaromheen uit kristallen en gouden kralen.

De bladeren worden vlak liggende elk in twee nuancen hetzij

met melk- en krijtwitte, of wel, met melkwitte en kristallen

kralen geborduurd, de aderen en de stelen die donker voorko-

men met den langen steelsteek met stalen en zwarte kralen: de

lichtere worden echter met kristallen en gouden kralen weer-

gegeven. Voor de dunne stelen en ranken wordt steeds het be-noodigde aantal kralen in eens aangeregen en dan even als een

koordje hier en daar met een steekje tusschen de kralen vastge-

hecht. Als men het borduurwerk heeft voltooid, dan moet de

cartonwerker het verder opmaken, hoewel men dit zonder veel

moeite zelve zou kunnen doen; in dat geval heeft men het ach-

ter- en voorblad naar de knippatronen van tamelijk dit carton

te knippen, met het borduurwerk en ook den achterkant met

voering of met papier van eene kleur die in overeenstemming

is met het geheel te bekleeden en de twee stukken met U en Z

aan elkaar te zetten. Rondom den buitenrand wordt de tasch

met een ruche en aan de punt van boven met een ringetje om

haar te kunnen ophangen voorzien.

Tuin-handschoen.

Afbeelding No. 45. Knippatroon, keerzijde van het Supplem.

No. VIII, Fig. 46 en 47.

Ten einde in den tuin en op wandelingen door bosschen en

velden tegen den invloed der zon en het steken van muggen be-

veiligd te zijn, kunnen wij den onder No. 45 afgebeelde hand-schoen aanbevelen, die de hand en ook een gedeelte van den arm bedekt. Hij is vervaardigd uit nanking, boven aan den

rand met een ruche, verder met vischgraatsteken versierd, en

aan de buitenzijde schijnbaar door vierkante glazen knoopen gesloten. Uit de bovengenoemde stof wordt naar Fig. 46 de

handschoen geknipt, waarbij men op de inslagen voor de naden

moet rekenen, naar fig. 47 het gedeelte van den duim; van boven

en van onderen krijgt de handschoen een zoom naar buiten toe om-

geslagen die op de bovenzijde wordt vastgestikt, waarbij men er te-

vens een dun elastiek koordje inlegt om hem beter te doen sluiten.

Langs de zoomen wordt de handschoen met eene rij vischgraatsteken ver-

sierd met eene kleur van zijde uitgevoerd donkerder als het nanking, waar-

mede men ook de 3 naden boven op het vlakke gedeelte van den handschoen na-

bootst. Rondom de afgeknipte randen van de insnijding op fig. 46 wordt insgelijks eene rij stiksteken genaaid,

aan de einden legt men er een

dicht gewerkt festonnetje

op en zet langs den zoom

de voorgeteekende knoo-

pen en knoopslussen,

om den handschoen

te kunnen dichtmaken.

Langs de randen van het gedeelte van den

duim loopt ook een

zoom met stikste-

ken en eene rij

vischgraatsteken,

het wordt van ster tot W aan elkaar genaaid en in den hand-schoen gezet zoo dat het met W op W en met X op X op het uit-snijdsel van den duim sluit. Op

den eersten legt

men nu eene patte

van de stof, langs de

lijn op fig. 46 aange-

geven, na alvorens met vischgraatsteken en glazen knoopen gegar-

neerd te zijn. Daarna

naait men den hand-

schoen, waarbij men ge-

lijktijdig de patte medevat,

met een achtersteeknaad

van Y tot Z toe en ver-

siert hem aan den rand

van boven met een

ruche 3 d. breed,

waarop eerst eene

rij vischgraat-steken genaaid

is.

Twee pa-

tronen voor

tapisserie-

werk.

Afbeelding No. 46 en 47. Gaas, kleuren van ze-phirwol, opge-

geven bij de ver-klaring der tee-

kens.

Deze tapis-

seriepatronen

kunnen voor de meest verschil-

lende doeleinden

gebezigd worden;

zij zijn geschikt voor

pantoffels, reistas-

schen, kussens en op

grover gaas uitgevoerd

ook voor tapijtjes en reisde-

kens. Het kleine vakje op de

afbeeld. No. 46 dat ui 9 zwarte

ruitjes bestaat en telkens in het midden van een tot een schuin vierkant gevormd figuur voorkomt, wordt met

den velourssteek ingevuld. Deze velourssteek wordt zoo

[3 Julij 1865. 3e Jaargang.] DE GRACIEUSE. 123

No. 38. Gehaakte kant met franje.

No. 39. Patroon om een tullen kleedje

door te stoppen.