De Gracieuse 20 February 1867 | Page 4

48 DE GRACIEUSE. [20 Februari 1867. 5e Jaargang.]

een naar beneden gerichten picot, 5 kett., 1 v. st. in de tweede daarop-

volgende lus van het opzetsel. Van * af herhalen. ― 2. toer. 3 kett., *

1 v. st. in den voorlaatsten kett. voor den eersten pic. van den vor. toer, dan 1 kett., 1 naar boven gerichten pic., men werkt hiervoor 3 kett., 1 h. v. st. in den eersten hiervan, hierop volgt 1 kett., 1 naar

boven gerichten picot, 1 kett., 1 v. st. in den tweeden volgenden kett. na den tweeden pic. van den vor. toer, 7 kett. Van * af herhalen.

3. toer. In den middelsten steek van elken boog uit 7 kett. bestaande 1 v. st., tusschen

elke 2 v. st. 2 lussen even als bij het opzetten.

Gehaakte guipure kant ter versiering

van lingeriën.

Afbeelding No. 35.

Men werkt deze kant, bijzonder ter garneering van de linge-

riën door afb. No. 30 en 31 gegeven bestemd op een opzetsel, dat

op de volgende

wijze wordt uitgevoerd: * 3 kett., in den

eersten hiervan 1 h. st., waardoor eene

lus gevormd wordt. Van * af herha-

len. ― 1. toer. 1 dubb. st. in de eer-

ste lus van het opzetsel, * 1 kett.,

1 picot (dat is 3 kett., in den eer-

werk met den point-russe is het patroon No. 20 zeer doelmatig,

men moet echter de bovenste rij punten weglaten. Een ander patroon voor zulk een kraag bijzonder geschikt, vindt men No. 2 eveneens op de voorzijde van hetzelfde Supplement, terwijl men den omtrek tevens voor het knippatroon van den kraag kan gebruiken. Voor de manchette

aan ons model volgens de afbeelding met bor-duursel met den point-russe, verder met een ruit op de hierboven aangegeven wijze uit-gevoerd, versierd, vindt men No. 3 voorzijde

van het Supplement een patroon.

Gehaakt tusschenzetsel ter versiering

van lingeriën.

Afbeelding No. 34.

Dit tusschenzetsel, ter versiering voor den kraag en de manchette door afb. No. 30 en 31 gegeven, wordt op een opzetsel van ver-

eischt wordende lengte gewerkt, dat evenals het opzetsel van de

kant, hierna beschreven wordt uitgevoerd.

1. toer. 1 v. st. in de eerste lus van het opzetsel, * 5 kett., een

naar beneden ge-

richten picot, men werkt hiervoor 3

kett., haalt de naald uit de laatste lus,

steekt haar in de 1. van deze 3 kett.,

neemt dan de lus, waar men de naald

heeft uitgehaald, weder op en haakt

1 h. v. st., dan 1 kett., nogmaals

No. 36. Rozet van frivolité.

No. 25. Mouw behoorende bij den kraag

“à ronds.” Afb. No. 24.

No. 19. Mouw behoor. bij d. kraag “à dents.”

Afb. No. 18. Knippatr. keerz. v. h. Suppl.

No. VI, Fig. 23.

No. 23. Mouw behoorende bij den

kraag “à bavettes.” Afb. No. 22.

Knipp. keerz. v. h. Supplem. No. VII, fig. 26.

No. 20. Mouw behoorende bij den kraag “à points

carrés.” Afb. No. 28. Knippatr. keerz. v. h.

Supplem. No. VIII, Fig. 28.

No. 34. Gehaakt tusschenzetsel ter versiering van

lingeriën.

No. 38. Afzonderlijk gedeelte v. d.

rozet in kantstek. Bij afb. No. 37.

No. 35. Gehaakte kant ter versiering van

lingeriën.

No. 37. Rozet met kantsteken.

No. 39. Ruit met kantsteken.

No. 40. Afzonderlijk gedeelte van

de ruit met kantstek. Afb. No. 39.

No. 41. Gehaakte ruit.

No. 33. Mouw behoorende bij den

kraag “à carrés.” Afb. No. 32.

No. 28. Kraag “à points carrés.” Knippatr. keerz.

v. h. Supplem. No. VIII, fig. 27.

No. 30. Kraag met een garnituur van gehaakte guipure.

Knippatr. keerz. v. h. Suppl. No. IX, fig. 29.

No. 24. Kraag “à ronds.” Knippatr. keerz. van het

Supplem. No. X, Fig. 31.

No. 27. Mouw behoorende bij d. kraag “Louis XV.”

Afb. No. 26. Knippatr. voorz. v. h. Suppl. No. 5.

No. 20. Kraag “Molière.” Knippatr. keerz. van het

Supplem. No. V, fig. 19.

No. 18. Kraag “à dents.” Knippatr. keerz.

van het Suppl. No. VI, fig. 22.

No. 21. Mouw behoorende bij den kraag “Molière.”

Afb. No. 20. Knippatr. voorz. v. h. Suppl.

No. V, Fig. 21.

No. 32. Kraag “à carrés.”

Knippatr. voorz. van

het Suppl. No. 2.

No. 31. Mouw behoorende bij d. kraag m. een garnit. v. gehaakte guipure. Afb. No. 30. Knippatr. keerz. v. h. Supp. No. IX, fig. 30.

No. 27. Kraag “Louis XV.” Knippatr. voorz. van het Supplem. No. 4.

No. 20. Kraag “à bavettes.” Knippatr. keerz. van het

Supplem. No. VII, fig. 24 en 25.