Daarna zet men het lijfje en de bretellen op
den schouder van R tot S aan elkaar, rimpelt
het eerste aan den rand van onderen in, en
naait om de aldus aaneengevoegde gedeelten het
strookje dat met een dun inlegkoordje is inge-
rimpeld. Nu zet men het lijfje met de bretellen tusschen de tweedubbele stof van een boord
voor de taille ongeveer 3 d. breed, en daarna evenzoo het schort, dat ook in de rondte met
een strookje en op de rechterzijde met een zakje 12 d. diep en even zoo breed moet zijn voor-
zien; in dit laatste wordt van onderen aan den afgeronden rand eene plooi gelegd en naar ver-kiezing of rondom of alleen van boven met een strookje gegarneerd. Eindelijk zet men aan het boord van de taille twee reepen van de stof elk
60 duim lang en 6 duim breed die aan de
einden afgerond en of glad gezoomd of met
een strookje versierd kunnen zijn.
Fichu “Solita.”
Afbeelding No. 12 en 13. Knippatr., voorz.
v. h. Supplem. No. VI, Fig. 28 en 29.
De afbeeldingen No. 12 en 13 geven een fichu
van zeer gracieuzen vorm en zeer smaakvol opge-maakt te zien, en uitnemend geschikt om een élegant, gekleed toilet bijzonder fraai te voltooien. De fichu is vervaardigd uit witte gebloemde zijden tulle, en zwarte en witte blonde van verschillende breedte. Ruches en strikken van blauw taffen lint en witte waspaarlen
maken het bevallige garnituur van deze fichu uit. Bij
een eenvoudiger toilet en voor zeer jonger dames zou-den wij onzen lezeressen aanraden de fichu liever van fijn neteldoek of van effen tulle te nemen. Voor het vervaardigen van deze fichu heeft men naar ons mo-del berekend 67 d. witte gebloemde zijden tulle 50
d. breed noodig; verder zwarte en witte blondes elk
280 d. lang en 6 d. breed; 180 d. witte blonde, 2
d. breed; 140 d. zwarte blonde, 2 d. breed; 10 el
gekleurd taffen lint 3½ d. breed. Uit de gebloemde zijden tulle en ook uit de effen tulle die gewasschen
kan worden en als voering dient, knipt men naar Fig. 28 twee
stukken, naar Fig. 29 een stuk aaneen, waarbij men de dunne
lijn op de dubbel toegevouwen stof legt. De dubbele lagen van
de stof van Fig. 28 en 29 worden van R tot S aan elkaar ge-
zet en de naad met twee zwarte kantjes bedekt, die met de
effen randen aan elkaar zijn genaaid. Het uitsnijdsel van den hals wordt met blauw taffen lint ge-
boord. Hieromheen loopt insgelijks een dubbel garnituur van smalle witte en zwarte blonde, waarvan
[2 September 1865. 3e Jaargang.] DE GRACIEUSE. 155
de eerste dicht geplooid op het lint ligt, en de laatste glad op de fichu terug valt. De rechte randen van de blonde zijn naar elkaar toe ge-keerd. Elk der epauletten van de fichu wordt
uit een lap zijden tulle 90 d. lang en 20 d. breed vervaardigd, door in een der lange zijden onge-veer zes diepe plooien te leggen, maar die aan
de andere en ook aan de dwarszijden in te rim-pelen, zoodat de reep daardoor tot op de lengte tusschen het dubbele punt op Fig. 28 en ster
op Fig. 29 wordt teruggebracht. Nu naait men
de ingerimpelde zijden dicht langs den buitenrand
en de geplooide zijde langs de buitenste gladde
lijn voor het belegsel aangegeven vast. Hierop wordt de fichu met de breede blonde gegarneerd;
de zwarte loopt een weinig ingerimpeld om den
buitenrand heen, wordt langs de epauletten
aan een smal reepje tulle gezet, zoo dat zij
onder den dof uitkomt en loopt aan de hoeken
smaller ― tot op 2 d. toe. Met de witte
blonde handelt men op dezelfde wijze, deze
loopt ook langs de epauletten over den dof maar
wordt er overigens zoo aangezet, dat de zwarte blonde er onder tevoorschijn komt. Nu moet
het garnituur van lint nog worden uitgevoerd, waar-
van wij de plaats en de richting op de knippatronen
nauwkeurig hebben voorgeteekend. Men begint hier-
mede aan de voorste hoeken van de fichu, van waar
het lint tot op de helft van de breedte toege-
vouwen en er dan tot aan de epaulette glad wordt
opgelegd. Boven de epaulette vormt het eene ruche,
en loopt verder van het eind van de epaulette tot aan
den rug weder glad voort. Van achteren in het mid-
den bevindt zich aan elken kant ook eene ruche van
lint. Voor het garnituur van strikken dat zich hier aansluit, heeft men voor elken strik een eind lint 108
d. lang noodig. Van een eind 22 d. lang maakt men
een lus die dicht onder de ruche wordt vastgehecht.
32 d. verder hecht men het lint dat alzoo een open
lus te zien geeft, nogmaals van onderen op de fichu, waarna het verder 45 d. lang los neêrhangt. Een eind van dezelfde lengte en een lus 11 d. lang wordt mede
aan elk der punten van de fichu gezet, kruisgewijze over elkaar
gelegd en door een strik van taffen lint aan elkaar verbonden.
Met een kleinere strik van taffen lint die zich aan de linkerzijde
bevindt, en met waspaarlen op het lint aangebracht, wordt
(men raadplege de afbeelding) het garnituur van deze fraaie
fichu voltooid, maar mocht zij in de oogen van de eene of andere onzer abonnées wat al te fraai
zijn, dan kunnen deze zich van de meer eenvoudige fichu Persienna bedienen.
No. 10. Patroon voor een kreeftenservet.
No. 9. Gehaakt overtrek voor een bloempot. Tweederde der oorspr. grootte.