De Gracieuse 2 October 1866 | Page 4

174 DE GRACIEUSE. [2 October 1866. 4e Jaargang.]

worden ingeregen, waarbij men natuurlijk altijd juist dezelfde draden van de bovenste rij

moet opnemen. ― Het aannaaien der plooien aan een glad stuk der stof, ge-

schiedt volgens afb. No. 25 met zoomsteken, waarbij men dicht onder den rijgdraad

telkens eene plooi, en aan den gladden rand van de stof eens omgeslagen, een draad op

de naald neemt. ― Voor het enkele en dubbele open randje, dat meestal ter

versiering van lingeriën dient, is de bewerking door de afbeelding No. 26―28 voorge-

steld. Men moet daartoe, zooals men ziet, eenige dwarse draden onder den zoom uit-

rekken, en dan de lange draden in afzonderlijke partijen, hetzij van de rechter naar de linkerhand of omgekeerd, op de eene of andere wijze bij elkaar halen; de genoemde afb. zijn zoo duidelijk, dat wij alle verdere beschrijving onnoodig achten. Afb. No. 29 geeft

een open randje te zien, dat tegenwoordig aan fijne lingeriën veel in plaats van een

smal tusschenzetsel gebruikt, en op dezelfde wijze als de andere open randen

wordt uitgevoerd, met dit onderscheid dat men hier alleen de dwarsdra-

den, war de lange draden uit zijn getrokken omnaait, zonder

daarbij tevens in den bovenrand van de vaste stof steken. ―

Tot de verbindingsnaden, waarmede men twee stukken

van de stof aan elkaar voegt, behoort eerst als de eenvoudigste

afb. N. 30, de voorsteeknaad; deze wordt een weinig

van den rand van de stof af uitgevoerd, waarbij men steeds

regelmatig bij afwisseling hetzelfde aantal draden opneemt en

laat liggen, altijd op denzelfden draad van de stof die horizon-taal loopt blijft, en door de beide lagen steekt. No. 31, de

achtersteeknaad, onderscheidt zich van den vorigen daardoor, dat men bijv. van de rechter naar de linkerhand 6 draden op de naald neemt, den draad doorhaalt, dan de naald van de linker naar de rechterzijde 3 draden teruggeteld, weder insteekt, nogmaals 6 draden vóór den draad, dus in het geheel 9 draden opneemt, den draad garen doorhaalt, weder 3 dra-

den terug insteekt en zoo voortgaat. ― De uitvoering van den stiknaad, afb. No. 32, moet zeer nauwkeurig ge-

schieden, voor het gemak kan men om den naad goed recht te houden een draad uit

de stof trekken. Dan steekt men de naald loodrecht door de dubbele of meervoudige laag der

stof, neemt 6 draden op de naald, haalt den draad door en over het algemeen tamelijk

strak aan, steekt nu 3 draden achter den draad in, 3 draden er voor weder uit, haalt den

draad door en gaat zoo voort. ― De dubbele zoom, waarvan de afb. No. 33a en

33b de bewerking, en als hij vol-

tooid is, uitgebreid te zien geven, wordt evenals de zoom onder afb. No. 19 beschreven, vervaardigd. Men moet echter bij dezen de beide lagen van de stof en wel de binnen-ste eens, de buitenste tweemaal in-vouwen, verder met elken steek gelijkmatig door de beide lagen steken, zoodat de naad zich aan den anderen kant netjes voordoet;

No. 33b geeft den naad uitgespreid

te zien. ― Bij den dubbelen naad, afb. No. 34a en 34b, wor-

den de twee gedeelten van de stof eerst met voorsteken aan elkaar geregen, dan zoodanig omgesla-

gen, dat de inslagen van de naden naar binnen liggen, zooals men dit op afb. No. 34b kan zien, en daar-na op ½ d. afstand van den eersten naad nogmaals met voorsteken verbonden, en wel zoo dat de naad als de aaneengehechte stof uit el-

kaar ligt, hetzelfde voorkomen heeft als die op No. 34b voorge-

steld. ― Om den overhand-

schen naad, afb. No. 35a en 35b uit te voeren, hecht men eerst de twee buitenkanten van de stof (de neggen) gelijkmatig met spel-den aan elkaar, steekt nu, terwijl men telkens een of twee draden op-neemt, van achteren naar voren door de beide gedeelten der stof, haalt den draad strak aan en her-haalt dezen steek met gelijkmatige tusschenruimten van een of twee draden, waarna de naad er moet uitzien als op afb. No. 35a, echter als de stof is uitgespreid en de naad goed uitgestreken, zooals die op afb. No. 35b voorkomt. ― Bij het aanwenden van den overhand-

een zoomnaad. Eerst hecht men de beide gedeelten der stof die aaneen moeten worden

gezet, zoodanig op elkaar, dat de eene rand van de stof ongeveer ½ d. breed over den an-

deren uitsteekt. Nadat men den stiknaad op de bekende wijze heeft uitgevoerd, zie afb. No. 39. Legt men de lagen der stof uit elkaar, strijkt den naad glad en handelt dan even als bij den rolzoom, door den breeden rand over den smallen te rollen, en dezen zoo

dicht mogelijk langs den naad, met zoomsteken vast te naaien. Een goede overnaainaad

moet op de rechterzijde van het werk zeer vlak en glad, op de linker daarentegen als een

zeer gelijkmatig koord voorkomen. ― Het verbinden van twee gedeelten der stof door

ze tegen elkaar te naaien, geschiedt naar de duidelijke afbeelding No. 40, door

de beide gedeelten der stof, waarvan de randen een weinig naar binnen worden om-geslagen, met kleine zoomsteekjes tegen elkaar te naaien, zonder echter door de on-

derste laag van de stof heen te steken. Op de rechterzijde van het werk moet de naad

dus niet zichtbaar zijn. ― De afb. No. 41 stelt den zoogenaamden omgeslagen

naad voor; men zet namelijk de beide gedeelten van de stof met voorsteekjes aan

elkaar, en keert de stof dan eenvoudig om, zóó dat de afgeknipte

randen van de inslagen en ook de steken zich binnen tusschen de

gedeelten van de stof bevingen. ― Van niet minder belang als

het goed uitvoeren van den een of anderen naad is verder: het

aannaaien van een band aan den zoom, afb. No.

42a en 42b. Volgens deze hecht men eerst het band dicht onder

den zoom met stiksteken op de rechterzijde, en wel in de richting op afb. No. 42a (de verkeerde zijde) aangegeven, legt het dan zoo dat het over den zoom heen valt, en naait het daarna op de

wijze der afbeelding No. 42b nogmaals met stiksteken vast. ―

Het bevestigen van een band op de stof geschiedt

naar afb. No. 43 door het eerst op dezelfde wijze als bij afb. No.

42a, echter met achtersteken op te naaien, dan om te slaan en

daarna op de rechter zijde zoowel in de lengte als in de breedte

vast te stikken. ― Bij het vasthechten van een balein

vormt men gewoonlijk door de hechtsteken, hetzij een waaier-

vormig figuur zooals afb. No. 44 het aan den bovenrand te zien geeft, of wel een

lankwerpig kruis (zie de afb. aan den onderrand). Bij beiden moeten de steken

ook in dezelfde richting aan den verkeerden kant van het werk liggen. ― Bij

het uitvoeren van een knoopsgat is het doorrijgen van groot belang,

dit geschiedt volgens afb. No. 45 met dik garen en regelmatig verzette voorsteek-

jes, waarna men voorzichtig in het midden de insnijding maakt, en dan eerst de

lange zijden, daarna de dwarszijden met dichte festonneersteken omnaait (zie de

afb. No. 46); aan de dwarszijden moeten de steken een soort van bandjes of lusje

vormen. ― Als men een linnen knoop moet aannaaien, zie afb.

No. 47, dan wordt de draad eerst op de bestemde plaats met een of twee

steken vastgehecht, daarna steekt men van onderen uit juist door het mid-

den van den knoop en voert van het midden van den steek straalvormige steken op regelmatige afstanden van elkaar uit, vergelijk afb. No. 47. ― De afb. No. 48 stelt eindelijk het aannaaien van een metalen knoop voor, men vormt hiertoe nadat de draad, zooals wij vroeger hebben gezegd, is vastgemaakt, met kleine stiksteken een kringetje om het midden van den

knoop, haalt den draad tusschen de stof en den knoop door, windt den draad verscheidene malen onder de bovenste vlakte van den knoop en steekt dan den draad naar de achterzijde van de stof, alwaar hij goed

wordt bevestigd.

Corset voor tengere dames.

Afb. No. 56. Knippatr., keerz. van het Supplem.

No. IV, Fig. 16―23.

Het model van afb. No. 56 is van fijn geribd piqué vervaardigd. Men vindt het knippatroon van het corset van fig. 1623, van elk moet men even als van dat op bladz. 177 beschreven, twee gedeelten knippen. Het aan elkaar zetten van het corset geschiedt op dezelfde wijze als bij het corset voor zwaarlijvige dames is ver-klaard, bij dit corset moet men echter op den naad van 38 tot 39 die het voorstuk met het voorzijpand ver-bindt, letten; deze wordt met een achtersteeknaad uit-gevoerd; elk der inslagen van de naden 1 d. breed, voor het insteken van twee baleinen bestemd, worden aan den verkeerden kant van het corset vlak uit elkaar ge-legd en met zoomsteken, de baleinen met lange kruis-

steken bevestigd.

Twee gehaakte takken.

Afbeelding No. 67 en 68.

De rijke inhoud van dit blad noodzaakt ons, de hierbij behoorende beschrijving weg te laten, deze zal dus in het volgende nummer gegeven worden; wij wil-len intusschen reeds voorloopig de verzekering geven dat dit garnituur, hoe gracieus ook, niet moeilijk is

uit te voeren.

No. 16. Jaquette “Figaro.” Voorzijde.

No. 18. Wandelcostuum.

No. 17. Jaquette “Figaro.” Achterzijde.

No. 15. Ruim schortje voor kinderen van 3―5 jaar.

Knippatr., keerz. van het Supplem. No. II, Fig. 7 en 8.

schen naad (toenaainaad) in dikke stoffen zooals pluche, dubbel

laken enz., welke naad meest voor het aanlasschen van stukken en geeren

wordt gebruikt, handelt men naar afb. No. 36 door de beide gedeelten van

de stof naast elkaar te houden, en terwijl men in den rand van de stof steekt slechts de helft van de dikte te vatten, zoodat men niet geheel doorsteekt, en de naad op de rechterzijde bijna geheel onzichtbaar is. ― Het stikken van het eene gedeelte op het andere geschiedt bij linnen, zooals dit op afb. No. 37 is voorgesteld, door den afgeknipten rand van het stuk dat men er

wil opstikken, ongeveer ½ d. breed om te vouwen, dan op het andere ge-

deelte juist in een rechte lijn even op te hechten, en daarna langs deze lijn,

die door er eerst een draad uit te trekken is aangegeven, ongeveer een stroo-halm breed van de vouw af eene rij stiksteken uit te voeren. Bij dikke stoffen moet men den buitenrand van het stuk dat men er op stikt bijna 1 d. breed

omvouwen en den stiknaad rijkelijk ½ d. van den omgeslagen rand af uitvoe-

ren, de smalle rand der stof die vóór den stiknaad blijft, krijgt daar-

door het voorkomen van een ingeregen koordje. ― De rol- of over-

naainaad wordt door twee naden gevormd, en wel door een stiksteek en