De Gracieuse 1863 | Page 21

CONSTANCE CHORLEY. 13

bord in “Voerlui’s rust.” Al de bewoners, van af de oudsten tot het kind op den arm, zijn uitgekomen om daarvan getuige te zijn, want het is hun een verschijnsel even zeldzaam als een totale zonsverduistering of eene komeet, en dat hun niet zou zijn te beurt gevallen, had niet een gelukkig toeval een jong timmermansgezel van uitstekende bekwaamheid daarheen gebragt in de gedaante van een neef des herbergiers.

“Voerlui’s rust” is een klein wit huis met puntig dak, waar-boven een sierlijk vergulde windwijzer prijkt in den vorm van een windhond; verder zijn deur en vensters van donkergroene kleur. Voor het huis ligt een goed onderhouden grasveld, om-geven door een laag wit hekwerk, en hoog boven de kleine witte poort daarvan verheft zich de ijzeren arm voor het nieuwe uithangbord. Een smal pad van sneeuwwitte steentjes doorsnijdt het gras van de pports tot de boogvormige deur, aan weerszij-den waarvan een groote palmboom prijkt, gesnoeid en gegroeid in den vorm eener vierkante tafel; en jufvrouw HUMPHREY STANDISH, de vrouw van den kastelein en de zwaarlijvigste vrouw uit de gansche gemeente, draagt er roem op dat elk dezer boo-men haar gewigt kan dragen zonder zelfs er onder te buigen. Gij kunt nu door het lage, openstaande venster de breede ge-daante zien heen en weder loopen, zorgende voor de toebereid-selen tot het ontbijt. Het is een zeer drukke ochtend voor juf-vrouw STANDISH – de Zaturdag ochtend is dat altijd, want de extrahelpers die Vrijdags van Todness komen om de wagens mede op te laden, slapen en ontbijten daar. regts van de deur ziet gij hen mede door het venster, zittende te ontbijten rond eene hagelwitte tafel onder het bepraten der nieuwstijdingen, die de een of ander van hen heeft opgezameld uit het vette “Tod-ness Weekblad. ’t Was daar voor een paar dagen blijven liggen, nadat er een paar boterhammen met vleesch in waren gewikkeld geweest. De deur is open en gij kunt door het huis heen zien langs het roodsteenen pad naar den tuin achter het huis, waar het aardige LEENTJE STANDISH en de schilder van het uithangbord radijsjes trekken onder de appelboomen. De oude HUMPHREY STANDISH zelf zit voor de deur op het grasveld, met eene lei op zijne knieën, en rookt zijne morgenpijp, onder het