De Gracieuse 1863 | Page 13

CONSTANCE CHORLEY. 5

zij half schreijende, terwijl zij den dubbelen doek zorgvuldig om hem heen sloeg, “denk eens als gij er ziek van wierdt, wat moesten wij dan beginnen?”

DUKE trad achteruit in den wagen en sloeg haar eenige oogenblikken rustig en zwijgend gade, terwijl zij hunne kleine bezitting bijeenzocht.

“STANCE,” zeide hij daarna, “was ik maar nooit weggegaan. Was ik maar terug bij vader.”

Verbaasd zag CONSTANCE op bij dien uitval en liet haar korfje vallen. Ook zonder dien plotselingen blos op hare wangen en de tranen die haar oog eensklaps verduisterden, begreep DUKE dat het verwijt zijn doel had getroffen. Het was geen kinder-achtig of onwillekeurig gezegde geweest, maar hij had het ge-kozen en uitgesproken op eene wijze, die zijn zuster treffen moest in het diepst harer ziel.

“O DUKE!” snikte zij en knielde voor hem neder en sloeg de armen om hem heen, “DUKE, zeg dat niet weder, nooit weder, mijn lieveling! Gij maakt uwe arme CONSTANCE daar zoo bedroefd mede. Ik zou u niet hebben weggevoerd, ware het niet noodzakelijk geweest, ik zou het nooit mij zelve ge- daan hebben, waarlijk niet. Het is alles om u mijn lieveling, dat ik huis en vader en alles verlaten heb; het is niet om mij, het is alles om u!”

DUKE, wij moeten hem hier regt laten wedervaren, geloofde dit ten volle. Wanneer hij af en toe eens nadacht, dan kwam hij steeds tot de overtuiging, dat wat zijne zuster deed voor zijn eigen welzijn was – en dat het goed was tevens; en DUKE deed ook zelve gaarne wat goed was; hij begreep als instinkt-matig dat dit in alle omstandigheden toch het veiligst was. Maar daarbij was hem door CONSTANCE van zijn vroegste kindschheid af het pad ten goede immer zoo effen en gemakke-lijk en aangenaam gemaakt, dat hij haar eindelijk begon te be-schouwen als een werktuig, dat uitsluitend tot dat doel in de wereld was gezonden. Daarom nam hij al hare zelfverloochening en toewijding aan als eene zaak die van zelve sprak. Dat zij hem wegvoerde als zij zag dat dit tot zijn heil strekte was niets meer dan natuurlijk, maar dat hij mede ging was vrij wat held-