80 ISABELLA VAN SPANJE EN ELISABATH VAN ENGELAND.
behandelde haar steeds met ongekunstelde hartelijkheid, bovenal de vriendin harer jeugd, Dona BEATRIX BOBADILLA, later mar- kiezin van Moya.
ELISABETH daarentegen kende en wilde geen vriendschappe- lijk verkeer met hare omgeving, maar verviel steeds in twee uitersten, òf zij speelde ce coquette aan haar eigen hof, òf zij volgde haar van haren vader HENKDRIK VIII geërfde temperament op, tot zelfs in het vloeken en oorvijgen geven aan hare dames en ministers. Daarbij wantrouwde zij allen en hield niemand tot opregte trouw in staat, maar werd daardoor ook van alle kanten bedrogen en door de listen en lagen harer raadslieden en dames tot menig valsch oordeel geleid. Eene hoofdkwaal van haar hof ontstond echter uit hare gierigheid jegens de ambtenaren en de leden der hofhouding. Daardoor ontstonden groote verkeerdheden; patronaten, monopoliën en benoemingen werden overal aan het hof verkocht en door processen gevolgd. Ook was de koningin eene groote vriendin van het ontvangen van geschenken, hielp de nalatigen door zelve hen daaraan te doen denken; en wist uit elk genadig bezoek dat zij ergens bragt, tevens een rooftogt te maken.
Beide vorstinnen waren in hare jeugd meer dan gewoon schoon van gestalte, maar terwijl ELISABETH zich door de be-spottelijkste ijdelheid, behaagzucht en zucht tot opschik liet be-heerschen, vertoonde ISABELLA niet het minste spoort dier vrouwelijke zwakheden.
Toen de bisschop van Londen het eens in eene predikatie waagde om de koningin op de hoogere sieraden der ziel te willen wijzen, werd de despotieke coquette zoo toornig dat zij den armen man met den dood dreigde, als hij het nog eens weêr durfde te doen.
De spaansche vorstin wordt ons daarentegen door PRESCHOTT volgender wijze geschilderd: “Ook in hare kleeding was zij eenvoudig en spaarzaam. Bij alle openbare ceremoniën vertoonde zij, wel is waar, eene koninklijke pracht, maar in het bijzon- dere leven had zij daarin geen genoegen en gaf hare kleederen en juweelen aan hare vriendinnen ten geschenke.”
Verder verhaalt PRESCHOTT dat ISABELLA weinig smaak had