46 DE MAAND OCTOBER.
roeischepen, op welke zij zich zamen met roeien konden vermaken. Het zouder-linge verzoek werd ingewilligd en dagelijks oefende zich de jonkvrouwenstoet in de roeikunst. Toen de bepaalde trouwdag naderde en onze dames weder aan boord waren, stak op haar gebed de wind op en dreef haar over zee, den Rijn op tot Keulen, waar zij zich eenigen tijd ophielden en eene minzame ontvangst vonden. Vervolgens roeiden zij den Rijn verder op tot Bazel, waar zij ontscheepten en te voet een bedevaart naar Rome ondernamen. Vandaar naar Keulen terugge-keerd vonden zij die stad belegerd door ATTILA, koning der Hunnen, die, toen URSULA weigerde hem hare hand te geven, deze elf duizend maagden den martel- dood deed ondergaan. Later werd te Keulen te harer eere eene kerk gebouwd, waar hare in later tijd opgegraven gebeenten worden bewaard. De marteldood zou op den 21sten October hebben plaats gehad.
Ik behoef u niet te zegge, dat dit alles geen geschiedenis maar legende is. Zoo wordt er over geoordeeld, door vele schrijvers van verschillende gods-dienstmeening. Maar doorgaans ligt bij dergelijke volksverhalen eene geschied-kundige waarheid ten grondslag. Welke hier? Dat heeft men vruchteloos ge-tracht na te vorschen, en het zou de jonge dames zeker vervelen, indien wij haar met veel geleerdheid opdischten wat daaromtrent is geschreven en gegist. Waarschijnlijk is het verhaal ontstaan uit de oude Germaansche goden- en fabel-leer. Wij zullen er ons dus niet langer bij ophouden, maar liever met een woord zeggen, dat onze VONDEL deze geschiedenis heeft behandeld in een heerlijk Treurspel: DE MAEGDEN genoemd. Men proeft daarin de zucht om de Roomsche kerk en hare plegtigheden – VONDEL was kort voor het schrijven van dit Treur-spel tot die kerk overgegaan – te verheerlijken en tevens eene eerkrans te vlechten voor zijne geboortestad Keulen, gelijk voor Amsterdam in zijnen GIJS-BRECHT. Maar tevens is het stuk vol van de heerlijkste poëzij, waarvan, zoo wij er al plaats voor hadden, enkele kleine brokstukken slechts een flaauw denk-beeld zouden geven.
Nog behooren tot de herinneringen dezer maand dat den 7den October 1589 te Veere in Zeeland geboren is MARIA VAN REIGERSBERGEN, de vermaarde echt-genoote van den wereldberoemden HUGO DE GROOT. Hier geen plaats meer heb- bende om iets aangaande deze voortreffelijke vaderlandsche vrouw te zeggen, stellen wij dat uit tot de maand Julij, in welke haar sterfdag verjaart.
Den 8sten October 1436 overleed de vermaardste vrouw uit onze vaderlandsche geschiedenis, de schoone en ongelukkige JACOBA VAN BEIJEREN. Voorzeker, zij is niet vrij te spreken van groote verkeerdheden en het gebeurde met ALBRECHT BEILING, dien zij tot loon zijner trouw aan het gegeven woord levende liet be-graven – zoo zij althans, hetgeen zich naauwelijks laat betwijfelen, iets van die afschuwelijke zaak geweten heeft – werpt eene onuitwischbare vlek op haar karakter. Maar als men al de omstandigheden in aanmarking neemt, die invloed hadden op hare lotgevallen en gedragingen, dan kan het ons niet verwonderen dat de ongehoorde rampspoeden dezer ongelukkige gravin de geschiedschrijvers