CONSTANCE CHORLEY. 9
ligchaam beide. Het jaar moest ik mij herinnerd hebben. Twee zulke teleurstellingen waren genoeg, om het in mijn geheugen te branden – een vermogen voor de familie verloren, dat naar alle waarschijnlijkheid aan mij was gekomen – en –” hier bleef Chorley steken.
“Welke was de andere teleurstelling, vader?”
“Wel CONSTANCE, ik zal het u vertellen, omdat gij een ver-standig meisje zijt en mijn gevoel kunt begrijpen. Ik verwachtte een jongen – een zoon en erfgenaam, begrijpt gij – en toen juist met mijne verwachtingen –”
“O ja, vader – ik weet waarlijk niet, waarom ik kwam – Het spijt mij zeer – ik kon het niet helpen, vader, kon ik wel? – en – en –”
“Kom CONSTANCE, ik heb een afkeer van huilen, huil niet.”
“Neen, vader, ik zal het niet doen.”
“Wel – wel – nu zijt ge een goed kind.”
En DANIËL CHORLEY omvatte met éénen arm zijne doch- ter, die voor de liefkozing terugweek, maar toch, o zoo zeer daarnaar verlangde, – en hij trok haar aan zijne borst. ’t Was eerst een vreemd gevoel, toen zij zich vastklemde aan haars vaders borst, en een oogenblik later scheen de zegen van die gedachte haar te groot om er op te vertrouwen, als op iets in de werkelijkheid. Zij herinnerde zich, dat zij het bier, ’t welk haar vader zou gebruiken, niet getapt had, en zij spoedde zich naar een klein vertrek tusschen de spreekkamer en den winkel – “de rommelkamer” werd het genoemd. Daar zette zij haar kandelaar en kan, beidden met zeer groote voorzorg neer; en nu bogen zich hare bevende knieën tot op den grond, en zij nam haar gezigtjen in hare handen, en viel met bei- den op de koude steenen, en het kleine hart werd door hevige aandoeningen overmeesterd, en gaf daaraan toe – o, zoo droevig! – en hare teedere gestalte sidderde onder het geweld van gemoedsbewegingen, die zich lucht wilden geven. Het kind spande echter al hare kracht in om de zenuwachtige uitbarsting van droefheid te stuiten, voor haar vader haar zou hooren, en in zijne regtvaardige gramschap al de schoone luchtkastee- len doen ineenvallen, welke zij bezig was te bouwen. Ach,