De Gracieuse 18 April 1867 | Page 5

Gebreid mutsje voor kinderen tot 3 maanden.

Afb. No. 27. Fijn breikatoen of garen No. 120; 7 fijne stalen breinaalden.

Dit mutsje begint men in het midden van den bodem die uit een ster met 7 punten bestaat,

7 steken worden hiervoor opgezet die men op 3

naalden verdeelt. In verloop van het werk

worden de steken nog op de 4 overige

naalden verdeeld. Het opzetsel wordt

tot eene rondte gesloten en men

breit den 1. toer. Geheel recht.

2. toer. * Oml. (om-

slaan), 2 r. (recht). Van * af wordt nog 6 maal her-

haald. Deze herhaling heeft in elk van de be-

schrevene toeren plaats en wordt dus niet verder vermeld, ook merken wij aan dat na elken patroontoer een toer geheel recht

gebreid wordt. ― 4. toer. * Omsl., 2 r. ― 6. toer. * Omsl.,

3 r. ― 8. toer. * Omsl., 4 r. ― 10. toer. * Omsl., 5 r. ―

12. toer. * Omsl., 2 r., omsl., mind., 2 r. ― 14. toer.

* Omsl., 3 r., omsl., mind., 2 r. ― 16. toer. * Omsl., 2

r., omsl., mind., omsl., mind., 2 r. ― 18. toer. * Omsl.,

3 r., omsl., mind., omsl., mind., 2 r. ― 20. toer.

* Omsl., 2 r., omsl., mind., omsl., mind., omsl.,

mind., mind. ― 22. toer. * Omsl., 1 r., omsl., 2

r., omsl., mind., omsl., mind., 1 r., mind. ― 24.

toer. * Omsl., 3 r., omsl., 2 r., omsl., mind.,

omsl., mind., mind. ― 26. toer. * Omsl., 5 r., omsl., 2 r., omsl., mind., omsl., 1 r., mind. ― 28. toer. * Omsl., 7 r., omsl., 2 r., omsl., mind., mind. ― 30. toer. * Omsl., 9 r., omsl., 3 r., mind. ― 32. toer. * Omsl., 11 r., omsl., 2 r., mind. ― 34. toer. * Omsl., 13 r., omsl., 3 r.

― 36. toer. * Omsl., 15 r., omsl., 1 r., mind.

38. toer. * 17 r., minderen. ― 40. toer. * Minderen, 6 r., omsl., 1

r., omsl., 6 r., mind., omsl., 1 r., omsl. ― 42. toer. * Mind., 3 r., mind.,

omsl., 3 r., omsl. ― 44. toer. * Mind., 1 r., mind., omsl., mind., omsl., mind., 1 r., omsl., mind., omsl. ― 46. toer. * 3 steken te zamen breien, omsl., mind., omsl., 3 r., omsl., mind., omsl. ― 48. toer. * Omsl., 1 r., omsl., mind., omsl., mind., 1 r., mind., omsl., mind. ― 50. toer. * Omsl., 3 r., omsl., mind., omsl., 3 te zamen breien, omsl., mind. ― 52. toer. * Om-

slaan, mind., omsl., 1 r., omsl., mind., omsl.,

mind., 1 r., mind. ― 54. toer. * Omsl.,

mind., omsl., 3 r., omsl., mind., omsl., 3

te zamen breien. ― 56. toer. * Omsl.,

mind., omsl., mind., 1 r., mind., omsl.,

mind., omsl., 1 r. ― Na den 57. toer

kant men 24 stek.

van het werk af

en breit nu heen

en weder den

fond verder voort. De voortzetting van het patroon blijkt genoegzaam uit het tot dusverre verkregen werk en door de afb. No. 39, die het patroon van den fond vergroot voorstelt. Als men 4 patronen in eene rechte richting heeft verkregen, dan breit men rondom den fond en den bodem van het mutsje, waarvoor men de afkant- en de steken van de zijranden alle op de naalden neemt, met grof katoen 6 toeren averechts, dan met fijne katoen een open randje, daar men van den 40. tot den 54. toer her-

haalt, en eindigt dan het mutsje met een randje van 6 toeren averecht met het grovere katoen. ― Voor de bui-

tenste garneering verkrijgt het mutsje een gebreid kantje

(zie afb. No. 71), dat met ruimte inge-

haald, er met

de rechte kan-

ten tegen elkander gekeerd wordt aangezet, en met fijn ga-

ren in de dwarste op een opzet-

sel van 7 steken op de volgende

wijze gewerkt wordt: 1. toer

van het kantje. 3 r.,

omsl., mind., 2 maal

omsl., 2 r. ― 2. toer.

2 r., (van elken omslag-

draad wordt 1 steek recht

gebreid), van den nu volgen-

den dubbelen omslagdraad 1 r.,

1 aver., 2 r., omsl., mind., 1 r. ― 3. toer. 3 r., omsl., mind., 4 r. ―

4. toer. 2 steken afkanten, 3 r., omsl., mind., 1 r. ― Deze 4 toe-ren worden herhaald totdat men de vereischte lengte voor de kant heeft. Twee blauw taffen linten elk 40 d. lang, die voor het vast-

[18 April 1867. 5e Jaargang.] DE GRACIEUSE. 81

strikken moeten dienen, worden van voren aan de hoeken van het mutsje aangebracht.

Schoentje voor kinderen van 3 tot 9 maanden.

Afb. No. 28. Knippatr., voorz. v. h. Supplem. No. IX, Fig. 24―26.

Dit kleine schoentje is van wit cachemir vervaardigd; de boven-rand en de split zijn met een reepje shirting ½ d. breed geboord dat van de bovenzijde uit met twee rijen

stiksteken, met rood garen uitgevoerd, wordt vastgehecht. De lus waarmede de schoen door middel

van twee linnen knoopjes wordt dichtgemaakt, bestaat

eveneens uit cachemir, met twee rijen stiksteken versierd,

met de laatsten wordt tevens een smal geborduurd strookje

bevestigd dat om den buitenrand van de lus heenloopt.

Men vervaardigt het schoentje naar fig. 24 en 26

en naar onze beschrijving hierboven gegeven.

Wollen onderrokje voor kinderen

beneden 10 maanden.

Afb. No. 29. Knippatr., voorz. van het

Supplem. No. VII, Fig. 20―21.

Kleine kinderen die te groot worden voor den bakerrok trekt men een onder-rokje of jasje, zooals door afb. No. 29 wordt voorgesteld aan. Ons model is sa-mengesteld uit fijn wit flanel en langs al de buitenranden met wit linnen band ge-boord. Bij het vervaardigen van de taille knipt men naar fig. 20 een gedeelte langs

de dunne lijn in het midden aaneen van dubbele stof, en boort de taille

behalve den onderrand met linnen band 1¾ d. br.; het wordt ongeveer ½ d. br. naar de rechter zijde omgeslagen, aldaar over een laag inrijgkoord vastgestikt en op de binnen-

zijde van de taille met zoomsteken be-vestigd. Van achteren aan de binnen-

zijde van het rechter gedeelte van den

rug zet men op gelijkmatige afstan-

den 3 smalle linnen banden, en

drie soortgelijke banden op het

linker gedeelte. Het schouder-

boordje wordt naar fig. 21 van linnen band vervaardigd, met een knoopsgat voorzien en vol-

gens de overeenstemmende cij-fers aan het voorstuk genaaid.

De knoop wordt

naar aanwij-

zing op fig. 20 op den rug ge-

zet. De rok van ons model is aan de rechter zijde open, omdat men de kleinen dan, bij het verwisselen der luiers niet behoeft uit te kleeden; hij is 66 d. lang en 148 d.

wijd en in de rondte even als de taille met linnen band ge-boord. In de split, 17 d. lang, wordt een zoompje gelegd. In den bovenrand van den rok legt men smalle plooien, maar laat hem van voren ongeveer 15 d. van den buiten-

rand af glad, zoodat als men den rok aan de taille zet, (de rok wordt tusschen de dubbele stof van de taille genaaid), de stof van den rok van voren in het midden naar elke zijde tot aan ster op fig. 20 in de bovengenoemde breedte over elkaar en dus dubbel ligt. Ongeveer 30 d. boven den onderrand zet men tegen en op de stof een band, om den

rok te kun-

nen dicht-

strikken. Het eene eind dat

bovenop komt, moet echter zooveel verder op den rok wor-

den genaaid als het andere ge-

deelte er over slaat.

Nachtjasje voor

kinderen van

3―18 maanden.

Afb. No. 30. Knipp.,

voorz. van het Supplem.

No. II, Fig. 6―8.

Dit nachtjasje is vervaardigd

van wit mousseline; wij kunnen dit fatsoen bijzonder aanbevelen, daar de borst van de kleine, door twee plooien van voren in het jasje, naar de binnenzijde omgeslagen, recht warm wordt gehouden. Bij het vervaardigen van het jasje

No. 23. Gebreide jaquette voor kinde-

ren. Knippatr. voorz. v. h. Suppl.

No. XIII, fig. 30.

No. 28. Schoentje voor kinderen van

3―9 maanden.

Knippatr., voorz. v. h. Supplem. No. IX,

Fig. 24―26.

No. 29. Wollen onderrokje voor kinderen tot 10 maanden.

Knippatr., voorz. v. h. Supplem. No. VII, Fig. 20 en 21.

No. 32. Bakerrok van flanel.

No. 35. Mandje voor kindergoed met een tinnen waterflesch.

No. 20. Gebreide pantalon

voor kinderen van

3―12 maanden.

No. 21. Hemdje voor jonggeboren kinderen.

Knippatr., voorz. v. h. Supplem. No. VI, Fig. 18 en 19.

No. 25. Onderjasje van shirting voor kinderen van 1―3 jaar.

Knippatr. van de taille: voorz. van het Supplem. No. XI, Fig. 28.

No. 33. Bavette van diemet. Voorzijde.

Knippatr., voorz. van het Suppl. No. VIII,

Fig. 22 en 23.

No. 31. Gebruik van den bakerrok.

No. 26. Mutsje voor kinderen

tot 3 maanden.

No. 34. Bavette van diemet.

Achterzijde.

No. 30. Nachtjasje voor kinderen van 3―18 maanden.

Knippatr., voorz. v. h. Supplem. No. II, Fig. 6―8.

No. 26. Gebreid mutsje voor

kinderen tot 3 maanden.

No. 22. Hemdje voor kinderen beneden het jaar.

Knippatr., voorz. v. h. Supplem. No. V, Fig. 15―17.

No. 24. Jakje voor jonggeboren kinderen.

Knippatr. voorz. van het Supplem.

No. IV, Fig. 1214.