zijn en goed zichtbaar. De schouders moeten goed schuin liggen, de schouderbladen flink naar achteren zijn geplaatst met niet te veel ruimte er tuisen. Zware en steile schouders zijn zeer grote fouten.
STAART: De staart is tamelijk lang, loopt puntig toe en reikt tot op ongeveer \ h inch(+ 4 cm) van de grond. Wanneer de hond in rust is, volkomen recht naar beneden hangend of iets gebogen gedragen. Beweegt de hond en is hij opgewonden, dan moet öe staart gebogen zijn, maar in geen geval boven de lijn van de rug worden geheven. Hij moet goed bedekt zijn met haar, dik en ruw aan de binnenkant, aan de onderzijde langer; een lichte franje aan het einde is geen bezwaar. Een krul- of ringstaart is zeer ongewenst.
OGEN: De ogen moeten donker zijn, zij zijn meestal donkerbruin of hazelnootkleurig. Een zeer licht oog wordt niet gewenst. Het oog is matig vol, met een zachte uitdrukking wanneer de hond in rust is, doch met een doordringende, in de verte turende blik, wanneer hij opgewonden is. De randen van de oogleden moeten zwart zijn.
LICHAAM: Het lichaam en de algemene vorm zijn die van een Greyhound van groter gestalte en zwaarder beendergestel. Borstkas eerder diep dan breed, doch niet te smal of te vlak. De lendenen zijn goed gebogen en lopen af naar de staart. Een rechte rug is niet gewenst, daar deze vorm niet dienstig is voor het beklimmen van heuvels en zeer on-ogelijk.
BENEN & VOETEN: De benen moeten breed en vlak zijn, een goed brede bovenarm en elleboog zijn gewenst. Voorbenen natuurlijk zo recht als mogelijk. Voeten gesloten en vast, met goed gebogen tenen. Aflopend kruis, zo breed en krachtig als mogelijk, de heupen liggen wijd uiteen. De achterbenen moeten goed gebogen zijn in de knieën, met grote lengte van heup tot hiel, die breed en vlak moet zijn. Koehakken, zwakke polsen, steile knieën en spreidtenen zijn zeer zware fouten.
( 11)