Dan beent papa weg, omdat hij zijn speech moet houden. Eigenlijk is hij zelf ook wel een soort bobo. Papa heeft de laatste woorden van zijn speech nog niet uitgesproken en ik begin al te applaudisseren. Dat doe ik door met de rug van mijn handen tegen elkaar te slaan. Mama doet het precies zo. We lijken net twee spastische zeehondjes. We wenken papa.
“ Pap, ga je mee wat drinken, daar op het terras?” Papa:“ Ja, ik wil een lekker koud biertje, een vaasje.”
Er komt een mevrouw aanlopen met een apparaat in haar hand. Ze stevent op me af, steekt haar hand uit en zegt dat ze een interview met me wil doen voor een radioprogramma, tenslotte ging papa’ s speech ook over mij. Ik ben beperkt en hij niet. Alhoewel …
Mijn vader is meteen alert en vraagt zich af voor welk programma.“ Voor de landelijke radio”, zegt ze.
Als ze de microfoon op mijn rolstoelblad heeft geplaatst en op een terrasstoeltje tegenover me is gaan zitten, komt ze met haar vraag:“ Droom je weleens over je toekomst?”
Papa:“ Oh, je bedoelt dat ze op eigen benen gaat staan.”
“ Hoezo, op mijn eigen benen staan”, zeg ik, een beweging naar hem makend alsof ik hem wil slaan en ik begin te lachen. Tenslotte lacht iedereen.
“ Bemoei je er nou verder niet mee”, zeg ik tegen hem.“ Dit is het allereerste officiële interview in mijn leven en dat kan ik wel alleen af. Hé pap, je wilt toch zo graag dat wij de regie over ons eigen leven hebben en dat mensen niet over, maar met ons praten. Dat zei je toch in je speech?”
De journaliste:“ Zal ik dan maar mijn eerste vraag stellen: Droom je weleens over je toekomst?”
“ Ja mijn toekomstdroom, dromen eigenlijk. Ik wil wel tandarts worden, maar ik denk dat ik ook wel in de dierentuin in Amersfoort wil werken. We gaan er heel vaak naar toe en ik weet heel veel van de dieren, hun eten en hun gedrag. Soms is het net of ik een rondleiding doe, want ik vertel andere mensen er ook over. Dan neem ik ze mee.”
Dan beent papa weg, omdat hij zijn speech moet houden. Eigenlijk is hij zelf ook wel een soort bobo. Papa heeft de laatste woorden van zijn speech nog niet uitgesproken en ik begin al te applaudisseren. Dat doe ik door met de rug van mijn handen tegen elkaar te slaan. Mama doet het precies zo. We lijken net twee spastische zeehondjes. We wenken papa.
“ Pap, ga je mee wat drinken, daar op het terras?” Papa:“ Ja, ik wil een lekker koud biertje, een vaasje.”
Er komt een mevrouw aanlopen met een apparaat in haar hand. Ze stevent op me af, steekt haar hand uit en zegt dat ze een interview met me wil doen voor een radioprogramma, tenslotte ging papa’ s speech ook over mij. Ik ben beperkt en hij niet. Alhoewel …
Mijn vader is meteen alert en vraagt zich af voor welk programma.“ Voor de landelijke radio”, zegt ze.
Als ze de microfoon op mijn rolstoelblad heeft geplaatst en op een terrasstoeltje tegenover me is gaan zitten, komt ze met haar vraag:“ Droom je weleens over je toekomst?”
Papa:“ Oh, je bedoelt dat ze op eigen benen gaat staan.”
“ Hoezo, op mijn eigen benen staan”, zeg ik, een beweging naar hem makend alsof ik hem wil slaan en ik begin te lachen. Tenslotte lacht iedereen.
“ Bemoei je er nou verder niet mee”, zeg ik tegen hem.“ Dit is het allereerste officiële interview in mijn leven en dat kan ik wel alleen af. Hé pap, je wilt toch zo graag dat wij de regie over ons eigen leven hebben en dat mensen niet over, maar met ons praten. Dat zei je toch in je speech?”
De journaliste:“ Zal ik dan maar mijn eerste vraag stellen: Droom je weleens over je toekomst?”
“ Ja mijn toekomstdroom, dromen eigenlijk. Ik wil wel tandarts worden, maar ik denk dat ik ook wel in de dierentuin in Amersfoort wil werken. We gaan er heel vaak naar toe en ik weet heel veel van de dieren, hun eten en hun gedrag. Soms is het net of ik een rondleiding doe, want ik vertel andere mensen er ook over. Dan neem ik ze mee.”