Zorg op maat Veertig jaar vooruit | Page 41

Prisma ontwikkelde zich vanaf de start tot een proactieve, visiegedreven instelling. De organisatie zocht de vernieuwing op. Ook intern. Want als je mensen wilt laten kiezen moet je weten wat ze willen. Dus werd er nog eens goed gekeken, ook in overleg met het CCE, naar wie er eigenlijk allemaal binnen de muren was. Wat is hun perspectief? Wat zijn hun mogelijkheden? Zo werden alle cliënten nog eens goed in kaart gebracht. Prisma werd een instelling met een goed verhaal over zijn cliënten. Ze wisten precies wie ze in huis hadden. Maar Prisma was ook een instelling met grote financiële problemen, zo bleek al snel na de fusie. De toestand was meer dan zorgelijk. De organisatie liep langs het financiële randje. Op een bepaald moment stond tegenover een omzet van vijftig miljoen gulden een weerstandsvermogen van nog geen 300.000 duizend gulden. Anno 2015 zou dat genoeg reden zijn voor het aanvragen van een faillissement en het onmiddellijk vervangen van de Raad van Bestuur, maar anno 1997 kon de zaak nog bezworen worden door een regelmatige gang van bestuurders Henk Boot en Peter Nouwens naar de bank, waar Prisma onder curatele was komen te staan. Eén van de oorzaken was dat Prisma, de cliëntenpopulatie in ogenschouw genomen, structureel te weinig geld kreeg. Er waren te veel mensen met een zware zorgbehoefte en een financiering die daar niet bij aansloot. Door het nauwgezet in beeld te brengen was dat ook aantoonbaar. De CCE was het ermee eens, het zorgkantoor erkende het probleem, alleen kwam het geld niet los van het ministerie. Dat weigerde over de brug te komen. Uiteindelijk spande Prisma zelfs juridische procedures aan om een eerlijke financiële vergoeding af te dwingen, tot aan de Raad van State toe. De overheid had namelijk wel een beperkte hoeveelheid financiële middelen beschikbaar gesteld voor zogenaamde ‘meerkosten’ voor complexe en moeilijke cliënten, maar die werden alleen Er waren te veel mensen met een zware zorgbehoefte en een financiering die daar niet bij aansloot. Veertig jaar vooruit ‘Het voelde uiteindelijk heel raar’, zo blikt Peter Nouwens terug op deze avonden. ‘Volwaardig burgerschap kan natuurlijk niet een toestand zijn waarin mensen min of meer gedwon­ en worden om te kiezen voor iets waarvan wij g zeggen dat het beter is. Mensen moeten zelf kunnen kiezen. Dat bete­ ende dat we veel beter moeten weten wat ze k willen. Dus hield dat in dat we veel meer individuele trajecten moesten gaan vormgeven, persoonlijke zorgplannen maken, wensen en ideeën inventariseren en van daaruit zorg o ­ rganiseren. Dat sloot heel goed aan bij onze visie op de samenleving en volwaardig burgerschap. Eigenlijk kwamen die daardoor bij elkaar; het gaat er niet alleen om mensen een voorziening te geven in de samenleving, zij moeten ook hun leven zelf kunnen invullen. We moeten dus niet over mensen praten, maar met mensen – wat willen ze zelf, wat voor behoeften hebben ze? Anders gezegd, we gaan niet nog een keer zo’n gedwongen verhuizing organiseren. Niemand hoeft weg op Assisië, maar als je weg wilt dan faciliteren we dat. We gaan dus keuzemogelijkheden van mensen toevoegen. Volwaardig burgerschap betekent dat je moet kunnen kiezen. Dat werd de filosofie van Prisma.’ 41