Tijdschrift voor innovatief hoger onderwijs nummer 1 - jaargang 1 - 2018 | Page 48

Flexibel Afstandsonderwijs binnen Toerisme en Recreatiemanagement
140 uren . Bij een 90 % tot 10 % verhouding betekent dit 126 uren in afstandsonderwijs en 14 uren in contact . In het academiejaar 2017-2018 werd dit gegeven op 14 lesweken in semester 1 .
• Destinations 2 dat in de 14 lesweken van semester 2 werd gegeven kreeg 6 studiepunten toegewezen . Dit houdt een studiebelasting van 168 uren in of 151 uren afstandsonderwijs en 17 uren in contact .
• Voor Cultuurgeschiedenis 2 met 3 studiepunten , ook gegeven in semester 2 , komen we uit op respectievelijk 84 uren studiebelasting waarvan 75 uren in afstandsonderwijs en 9 contacturen .
Griet Van Boxstael
PXL-Media & Tourism
Voor de invulling van de contactmomenten werd gebruik gemaakt van de taxonomie van Bloom ( zie Figuur 1 ). Concreet werden alle leerdoelen en competenties neergeschreven . De lagere doelen ( onthouden en begrijpen ) werden in afstand / voorbereiding gerealiseerd en de hogere doelen ( van toepassen tot evalueren / creëren ) werden gereserveerd voor de contactmomenten . Hiervoor werd een tabel uitgewerkt waarin de competenties uitgeschreven werden en gelinkt werden aan de inhouden . Daarna werd gekeken welke competenties noodzakelijk in contactonderwijs dienden te worden aangeboden .
FIGUUR 1 : TAXONOMISCH KADER ( LEERMIDDELEN ADVIESCENTRUM , 2018 )
In een volgende fase werden de doelstellingen gekoppeld aan werkvormen ( Struyven , 2015 ). Om de student actief te betrekken kwam de nadruk te liggen op het creëren van een portfolio met authentieke lesopdrachten extra muros , reflectievragen , peer assessment . Gebruik makend van het ‘ flipping the classroom ’ model , zou er gewerkt worden op basis van op voorhand doorgestuurde vragen ( Miller , 2015 ). Hierbij werd rekening gehouden met het groeitraject van de student : een ervaren student kan bijvoorbeeld al beter zelfstandig werken terwijl startende studenten vaak meer ondersteuning nodig hebben .
Ook de selectie van de leermaterialen nam een belangrijke plaats in . De keuze voor audiovisueel materiaal is een evidentie voor een OLOD als Cultuurgeschiedenis of Destinations . Toch werd er ook onmiddellijk geopteerd om nog steeds een klassieke syllabus aan te bieden met een doorlopende tekst in pdf-formaat en dit vanwege de beperkte opslagruimte . Beide vormen vulden elkaar aan omwille van de eigenheid van het vak . Tevens maakten we ook weblectures waarbij de hoorcolleges werden opgenomen en na de lessen digitaal aangeboden werden op de leeromgeving Blackboard .
Wat de evaluatie betreft , werd een mengeling van een examen en permanente evaluatie voorzien via een online portfolio . Het examen zelf zou niet in afstand gebeuren maar eerder op een klassieke manier , gelijklopend met de andere trajecten . Enerzijds lost dit in eerste instantie het identificatieprobleem op waardoor de ICT-middelen naar het eigenlijke afstandsonderwijs kunnen gaan ; anderzijds versterkt dit de relatie student-hogeschool . Het is immers technisch nog steeds moeilijk om de persoon authentiek te identificeren . Wel dient in deze context de nodige aandacht besteed te worden aan het effectief geven van de noodzakelijke feedback aan de studenten . Een student op afstand voelt zich immers geremd om vragen te stellen en bovendien
48