AGA 25
ALGEMEEN
Lithografie is een grafische techniek, die tot de vlakdruk
wordt gerekend. Het woord lithografie wordt afgeleid
van de Griekse woorden λίθος lithos (steen) en γράφειν
grafein (tekenen/schrijven) wat neerkomt op steendruk.
Bij deze techniek wordt gebruikgemaakt van het vet in
tekenmateriaal en in drukint. Het beeld wordt meestal op
een bepaald soort kalksteen, of tegenwoordig een gecoate
metalen plaat of kunsttof, aangebracht alvorens met een
pers de geïnkte tekening over te brengen op papier.
TECHNIEK
De lithografie leent zijn techniek van het feit dat vet en
water elkaar afstoten. De tekening wordt op een geschikt
stuk kalksteen aangebracht en vervolgens met behulp
van Arabische gom wordt vastgelegd (ofwel gefixeerd). De
gom maakt het deel waar de tekening niet is aangebracht,
ontvankelijker voor water. Ook kan aan de gom een zuur
worden toegevoegd, zodat alleen de delen waar niet
getekend is, de steen zal worden aangetast door het zuur. Zo
kan er een hoogteverschil ontstaan in de steen en zo ook op
de tekening.
Het was lange tijd erg moeilijk om grote oplages
te maken zolang er werd vertrouwd op slechts de
waterafstotende eigenschappen van vet. Wanneer de
techniek zo wordt toegepast, kun je het goed herkennen
aan de korrelige eindresultaten. Tegenwoordig zijn
lithografieën die kunstambachtelijk worden vervaardigd
door kunstenaars en meesterdrukkers veel genuanceerder,
met name monochrome lithografieën laten dit door de zeer
gedetailleerde en fluweelzachte grijstonen doorschemeren.
GESCHIEDENIS
Tussen 1794 en 1798 zocht Alois Senefelder een techniek
die ervoor zou kunnen zorgen dat zijn geschreven
toneelstukjes vermenigvuldigd kon worden. Tijdens zijn
onderzoek ontwikkelde hij de lithografie. Eind achttiende
eeuw had Senefelder de techniek goed onder de knie
en haalde hij zijn eerste commerciële successen met
het uitgeven van bladmuziek. Hij ontdekte per toeval
dat Solnhofener kalksteen heel goed functioneerde als
beeld- en tekstdrager, en aangezien hij in Beieren in Zuid-
Duitsland woonde, was deze ‘zuivere’ kalksteen volop
voor hem beschikbaar.
In den beginne, was de lithografie een techniek waarbij
de steen in direct contact met het papier kwam te staan,
voordat het de voorloper werd van de offsetdruk. Al snel
werd ontdekt dat de steen de inkt veel beter overdroeg aan
een rubberdoek dan direct op het papier. Ook bleek dat het
papier veel meer kleur opneemt van een rubberdoek dan van
de steen. Naast dat er een betere afdruk werd geproduceerd,
was dat de druk op de steen veel lager kon zijn en dat zo
de kans op het breken van de steen of schade aan de pers
aanzienlijk minder werd. Aangezien men hier van een indirect
drukproces spreekt, is het beeld niet in negatief op de steen,
maar juist leesbaar (positief), op het rubber komt dan de
afbeelding in spiegelbeeld en vervolgens weer positief op
het papier. Vanaf het begin van de twintigste eeuw, kwamen
er nieuwe persen tot ontwikkeling, met grote cilinders, die
daardoor een zeer grote productie konden behalen.