Pioniers Magazine april/ mei/ juni 2016 Thema: Toekomst | Page 36

Waar ligt je grootste wens voor verandering? Als je het zelf voor het zeggen hebt, zonder rekening te hoeven houden met andere belangen of partijen?

Aan het eind van elk debat zeg ik: “En voorts ben ik van mening dat er een einde moet komen aan de bio-industrie”. Waar ik het ook over heb. Of ik het nou heb over het openbaar vervoer of over TTIP, het vrijhandelsverdrag tussen Amerika en de Europese Unie. Dat doe ik omdat de bio-industrie een ultiem symptoom is van een volkomen vastgelopen economisch systeem. Waarbij alles draait om groot, groter, grootst en meer, meer, meer voor minder. Het gaat om uitputting van grondstoffen, om broeikasgassenuitstoot, om dierenleed, het gaat om het uitbuiten van boeren. Het gaat over dierziekten waarbij ook mensen sterven. Het gaat om watervervuiling. Om biodiversiteitverlies.

Het gaat om zoveel problemen die de bio-industrie voor een belangrijk deel veroorzaakt. Alleen maar omdat wij vlees, melk en eieren willen produceren tegen zo laag mogelijke kosten. Als ik daarmee begin en een einde maak aan de bio-industrie, raak ik niet alleen het onderwerp aan van dierenrechten, maar ben ik ook bezig met mensenrechten en met natuur en met milieu.

Het is een prachtige casus om met één onderwerp heel veel positieve dingen te kunnen bewerkstelligen. Ook al lijkt het in eerste instantie alsof je je alleen maar richt op het arme kalf, de plofkip of die legkip. Nee, het gaat om het hele systeem. Als je dat systeem verandert, verander je het voedselsysteem. Voeding is de basis van al het leven. Dus als je met voeding begint, maak je een grote stap naar een verantwoorde wereld en toekomst.

Er komt, op initiatief van de Partij voor de Dieren, een plan van aanpak om kalfjes niet meteen bij de moederkoe weg te halen, maar langer bij de moeder te laten. Daar is veel discussie over, met name vanuit de boeren die aangeven dat de kalfjes dan eerder ziek worden? Hoe kijk je daarnaar?

Hier zie je hoe groot de beroeps-deformatie is bij de boeren. Er is een blinde vlek gekomen in die sector. 250 melkveehouders hebben een petitie aan de Kamer aangeboden omdat ze boos zijn en zeggen dat de kalfjes de melk opdrinken die ze willen verkopen aan mensen. Ze zijn woedend op mij. Ze zien het als een enorme aanval. Dit is kenmerkend voor transitiepijn. Als je met pionieren bezig bent, dan krijg je te maken met onwil om te veranderen. De tegenkrachten kunnen gaan groeien. Daar moet je ook tegen kunnen als pionier. Je moet het niet erg vinden om tegen de stroom in te gaan of wrijving te veroorzaken.

Als mens heb je de neiging om altijd een verbintenis met anderen aan te gaan, anders voel je je eenzaam, maar mijn werk vraagt vaak om dat tijdelijk los te laten. Als je kiest voor een andere weg, moet je ervoor kiezen om even alleen te zijn, voor de muziek uit te lopen. Met dit voorbeeld van ‘kalf bij de koe’ besef ik weer hoe sterk wij bezig zijn met pionierswerk. Ik werk in het spanningsveld waarbij er grote tegenstellingen zijn en waarbij mensen tegenover elkaar komen te staan. Vaak trouwens om economische redenen. Maar ik geloof heel sterk dat veranderingen alleen maar kunnen ontstaan als we aangesproken worden op ons gedrag en de gevolgen ervan. Dat veroorzaakt emoties van boosheid, verdriet of juist blijheid en hoop. Die emoties vormen een voorwaarde om zaken in beweging te brengen. Alleen dan vergroot je de kansen op verandering.