NVM-magazine 2-2022 | Page 14

14 Vereniging
• NVM MAGAZINE
Bart van Breukelen voorzitter Raad van Bestuur TBI
Als ik kijk naar wat er in de afgelopen jaren is geïnvesteerd in steden op het gebied van woningbouw , functieverandering en kwaliteitsverbetering , dan is er heel veel goeds gebeurd . Het is ook goed dat er in Nederland een breed draagvlak is – ook onder projectontwikkelaars en institutionele beleggers – om in steden te investeren , rekening houdend met wat we in Nederland nodig hebben , zoals draagvlak voor voorzieningen en betaalbare woningbouw .
Natuurlijk zijn er zaken waar je zorgen over kan hebben . In het algemeen is dat een gebrek aan locaties . We moeten niet alleen focussen op aantallen woningen maar het gaat ook om diversiteit van het aanbod . Daarom moeten we luisteren naar wat de consument wil en het woningaanbod hierop aanpassen . Nu wordt er nog te eenzijdig gebouwd . Daarnaast kan je zorgen hebben over de abnormale kostenstijging . Dat geeft heel veel dynamiek binnen onze bedrijven en is natuurlijk lastig maar wat echt belangrijk is , is dat er structureel wordt gezorgd voor voldoende locaties die aansluiten bij de woonwensen .
Productie hick up
Samen zullen we die oplopende kosten onder controle moeten zien te krijgen , met name als het gaat om de betaalbaarheid van wonen . Want wat mensen voor een woning kunnen betalen , is niet oneindig . Dat geldt zeker voor starters . De stijging van materiaalkosten is nu zo extreem , dat het voor ons lastig is projecten prijsvast aan te bieden . Daarnaast is het voor opdrachtgevers niet altijd makkelijk om de stijgende aanneemsom binnen het project op te vangen . Dus ik heb wel de zorg dat dat een hick up in de productie kan gaan betekenen . Dat zie ik bij de lopende projecten nog niet maar bij nieuwe projecten is er veel meer discussie .
Urgentiebeleid
Door personeelstekorten , kostenstijging en locatie schaarste , geloof ik niet dat we de komende jaren 100.000 woningen kunnen bouwen . Dat zorgt voor een ongezonde situatie voor vooral starters op de woonmarkt . De komst van een minister van Wonen is een stap in de goede richting . Ruimtelijke ordening en planning beginnen bij het Rijk . Zeker wanneer ruimte schaars is . Daar moet je vanuit het Rijk de regie op nemen en de druk opvoeren op lagere overheden om te leveren . Het wordt wel lastig voor de minister . Want bij provincies en gemeenten wordt misschien wel de urgentie gevoeld maar er wordt vaak onderschat hoe complex stedelijke locaties zijn en wat een enorme doorlooptijd die projecten hebben . Dus de urgentie moet daar meer worden vertaald in actiegericht beleid ..
Spreekbuis woonconsument
Inventariseer eerst de woonwensen en kijk op basis daarvan naar de ruimtelijke planning . Laat dit dus niet alleen over aan de stedenbouwkundigen en andere vastgoedprofessionals . Zij kijken vaak alleen naar stedelijke verdichting terwijl je ook kan kijken naar mogelijkheden aan de randen van de stad , met meer ruimte en groen . Dat kan hand in hand gaan met elkaar . Om die woonwensen te achterhalen , daar ligt nu de rol voor de NVM- makelaar . Die weet waar behoefte aan is en is eigenlijk ook de spreekbuis voor de woon consument in politiek Den Haag .
Blijven doorbouwen
En als de markt straks afkoelt , moeten we vooral niet vergeten door te bouwen . Want als er door omstandigheden tijdelijk minder vraag is , betekent dat niet dat het woningtekort is opgelost . Dat doorbouwen moeten we gezamenlijk doen : met beleggers , corporaties en andere marktpartijen . Dat is niet zo eenvoudig , want beleggers en corporaties zijn weliswaar langetermijninvesteerders , maar ook zij hebben de neiging om op de rem te trappen mocht het in de markt even minder gaan . Daar zouden we nu dus al goed over na moeten denken . •
“ Door personeelstekorten , kostenstijging en locatie schaarste , geloof ik niet dat we de komende jaren 100.000 woningen kunnen bouwen .”
Ernst-Jan Boers voorzitter Nationaal Warmtefonds
Sinds de gasprijzen omhoog zijn gegaan , zien we een sterke toename in aanvragen voor onze Energiebespaarlening , zo ’ n 50 procent meer . Het gaat hier om huizenbezitters die energiebesparende maatregelen meestal niet via de eigen hypotheek of spaargeld kunnen financieren . Ook zijn we er voor VvE ’ s , die niet altijd de grote investering die nodig is voor verduurzaming op de plank hebben liggen . Wat we vanuit ons fonds weten , is dat wij nu ruim 60.000 woningen hebben gefinancierd om te verduurzamen . We verwachten dit de komende jaren te verdubbelen . Dit betekent een reductie van een petajoule ( 1 miljard joule ) aan energieverbruik . Maar dat is lang niet voldoende . Er moet nog veel gebeuren en het Warmtefonds wil die ontwikkeling helpen versnellen .
Je ziet met name dat de onderkant van de woningmarkt qua verduurzaming moeizaam op gang komt . Het ontbreekt vaak aan geld en kennis hoe dit op de juiste manier aan te pakken . Als financier mogen wij hier zelf niet in adviseren , maar als huizenbezitter of VvE kun je bij ons wel een lening krijgen om een energieadviseur in te schakelen . Voor mensen die aan de onderkant van het inkomensspectrum zitten , dus modaal en minder , hopen we op termijn een rentevrije lening aan te bieden . Hiervoor hebben we subsidie aangevraagd bij de overheid .
Van het gas af
Onze grootste financiers zijn naast de overheid de ING , ASN en Rabobank . Als onafhankelijke stichting hebben wij natuurlijk een ander doel dan banken , maar ook zij zien in dat er echt wat moet gebeuren op het verduurzamingsvlak . Met name voor de financieel kwetsbare groepen . Nu wordt men getriggerd door de gestegen energieprijzen , maar dat wordt niet