JULI 2020 • Tekst | Niels Crooijmans
Juridische Dienst
29
Belangrijke uitspraak Raad van State:
"Meer mogelijkheden plattelandswoning"
Om een plattelandswoning mogelijk te
maken, is in artikelen altijd benadrukt dat er
sprake moet zijn van een actief landbouwbedrijf.
Een bedrijfswoning bij een reeds
gestaakt agrarisch bedrijf kon daarom niet
worden omgezet naar een plattelandswoning.
Althans, dat dacht men. De Raad van
State heeft in de uitspraak van 26 februari
2020 (ECLI:NL:RVS:2020:590) geconcludeerd
dat een plattelandswoning ook mogelijk is
als het achterliggende bedrijf is gestaakt,
maar waar conform bestemming nog
steeds een agrarisch bedrijf zich zou kunnen
vestigen. Kortom: een bedrijfs woning zonder
actief bedrijf kan ook worden omgezet naar
een plattelandswoning.
De plattelandswoning in het kort
Het fenomeen plattelandswoning biedt aan
gemeenten de mogelijkheid om een bijdrage
te leveren aan de doelstelling van ‘een vitaal
platteland’. Een plattelandswoning is een
voormalige agrarische bedrijfswoning die
door derden mag worden bewoond zonder
dat deze woning een belemmering vormt
voor het agrarische bedrijf.
Door de plattelandswoning is het mogelijk
om de bedrijfswoning te laten bewonen
door een burger zonder dat er sprake is
van strijdigheid met het bestemmingsplan
en zonder dat het achterliggende
bedrijf gehinderd wordt in de uitbreidingsmogelijkheden.
Een woonbestemming is in
die situaties namelijk niet mogelijk want dan
is de woning niet langer onderdeel van het
agrarische bedrijf.
Dat de wetgever de plattelandswoning
wettelijk mogelijk heeft gemaakt, wil niet
zeggen dat de plattelandswoning altijd
mogelijk is. Op het moment dat iemand
een bedrijfswoning wil omzetten naar een
plattelandswoning is dat alleen mogelijk
indien sprake is van een aanvaardbaar
woon- en leefklimaat. Dat betekent dat
naar geur, geluid, luchtkwaliteit en soms
gewasbeschermingsmiddelen gekeken
moet worden. Pas op het moment dat uit die
onderzoeken volgt dat het aanvaardbaar is
om de plattelandswoning te bewonen, kan
de plattelandswoning - mits de gemeente
de plattelandswoning wenselijk heeft
gevonden - bestemd of vergund worden.
De casus
In deze casus wilde een nertsenhouder
– gelet op het naderende verbod om
pelsdieren te houden – de bedrijfswoning
wijzigen naar een plattelandswoning.
De gemeente wilde dat niet
omdat de gemeente dit geen duurzame
oplossing vond. De gemeente stelde dat
de plattelands woning, na stopzetting van
de agrarische activiteiten, in strijd zou zijn
met de plattelandswoning omdat er geen
agrarisch bedrijf meer aanwezig was.
De vraag die op tafel kwam te liggen was
de vraag of een plattelandswoning mogelijk
is zonder agrarisch bedrijf?
Tot voor kort zou men direct stellen dat het
niet mogelijk is om de plattelandswoning
mogelijk te maken. Er moest immers sprake
zijn van een bestaand agrarisch bedrijf.
Daar is met de uitspraak van 26 februari
dus verandering in gekomen en is van groot
belang voor de mogelijkheden in het buitengebied.
Agrarische percelen zonder actieve
bedrijvigheid kunnen gebruik maken van het
instrument plattelandswoning waardoor de
locatie zowel aan agrarische ondernemers
als aan burgers verkocht kan worden (na
herbestemming tot plattelandswoning).
Meer informatie of een
andere juridische vraag?
Goorts+Coppens
Niels Crooijmans
[email protected]
06 55 50 65 41