NVM magazine 2-2020 | Page 22

22 Juridische Dienst Tekst | Rieco Boersma • NVM MAGAZINE Voetbalclub Vitesse eist huurprijsvermindering als gevolg van de coronacrisis. Verhuurder gaat hier niet mee akkoord. Uiteindelijk belanden partijen bij de rechter die via een kort geding uitsluitsel moet geven. Contact? NVM Juridische Dienst 030 - 608 51 81 Voetbalclub Vitesse huurt het stadion Gelredome maar kan als gevolg van de coronacrisis het stadion niet gebruiken voor haar voetbalwedstrijden. Vitesse heeft aanvankelijk de huur voor de maanden april en mei 2020 onbetaald gelaten, maar later heeft Vitesse de huur onder protest toch betaald. Vitesse start een kort geding waarin zij huurprijsvermindering eist. Gebrek Nu Vitesse als gevolg van de coronacrisis het stadion niet meer kan gebruiken voor haar voetbalwedstrijden is er volgens de kantonrechter sprake van een gebrek. Uit de parlementaire geschiedenis leidt de kantonrechter af dat het begrip ‘gebrek’ niet alleen ziet op fysieke eigenschappen van het huurobject, maar op iedere omstandigheid die het huurgenot beperkt. Een dergelijke omstandigheid wordt in casu gevormd door de beperkingen van overheidswege in verband met de coronacrisis. Huurprijsvermindering Vervolgens moet beoordeeld worden of Vitesse vanwege dat gebrek recht heeft op huurprijsvermindering. De bij de huurovereenkomst horende ROZ voorwaarden sluiten in artikel 11.6 (model kantoorruimte) huurprijsvermindering als gevolg van een gebrek uit. Toch kan deze bepaling volgens de kantonrechter op grond van de redelijkheid en billijkheid (artikel 6:248 BW), maar vooral op grond van onvoorziene omstandigheden (artikel 6:258 BW) opzij worden gezet en worden gewijzigd. Daarvoor is nodig dat ongewijzigde instandhouding van de huurovereenkomst op dit punt naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Of en op welke wijze de huurovereenkomst gewijzigd moet worden, moet worden bepaald door de zaak inhoudelijk te toetsen aan de hand van alle omstandigheden van het geval. Afwijzing De kantonrechter is van mening dat de coronacrisis een onvoorziene omstandigheid oplevert omdat het immers moeilijk voor te stellen is dat partijen een dergelijke pandemie bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen hebben gehad. Toch wijst de kantonrechter de vordering tot huurprijsvermindering van Vitesse af omdat Vitesse haar vordering onvoldoende heeft onderbouwd ten aanzien van haar financiële positie. Ook speelt een rol dat de vordering van Vitesse slechts ziet op de huurverplichting over een periode van vier maanden in een periode van het jaar waarin Vitesse ook in normale omstandigheden maar beperkt gebruik zou maken van het stadion voor betaald voetbalwedstrijden. • Meer informatie? Bekijk de uitspraak op rechtspraak.nl. Niet voetballen, toch huur betalen