NVM Magazine 1-2020 | Page 27

MAART 2020 • Juridische Dienst Tekst | Rieco Boersma 27 Non-conformiteit bij verkoop bouwterrein Verkoper verkoopt een bouwterrein. Bij het aanleggen van de paal­ fundering stuit koper op een betonplaat. Koper is van mening dat de aanwezigheid van de betonplaat het normaal gebruik als bouwterrein verhindert en stapt naar de rechter. Wat was er aan de hand? Verkoper heeft een bouwterrein verkocht aan koper. In de NVM-koopovereenkomst hebben partijen in artikel 6.3 afgesproken dat de grond de feitelijke eigenschappen zal bezitten die nodig zijn voor een normaal gebruik als bouwterrein. Tijdens het aanleggen van de fundering zijn 6 van de 22 funderingspalen op 2,5 meter gestrand op een betonplaat van een voormalige mestkelder. Koper heeft vervolgens voor de 6 palen zwaarder (hei) materiaal moeten gebruiken. Koper wil dat verkoper deze extra kosten voor zijn rekening neemt omdat koper van mening is dat de aanwezig­heid van de betonplaat van de voormalige mestkelder het ‘normaal gebruik’ als bouwterrein verhindert. Rechtbank Limburg De rechter gaat in op wat koper mag verwachten van de definitie ‘normaal gebruik als bouwterrein’. Volgens de rechter moet het woord ‘bouwterrein’ worden onderscheiden van het woord ‘bouwrijp’. Bouwrijp betekent dat het terrein kant en klaar is om te worden bebouwd. Een ‘bouwterrein’ daarentegen hoeft nog niet zodanig klaar te liggen dat meteen met de feitelijke werkzaamheden kan worden aangevangen. Een ‘bouw­ terrein’ moet wel bestemd zijn om te worden bebouwd en dient ook geschikt te zijn om daarop te bouwen. De woorden ‘bestemd’ en ‘geschikt’ betekenen niet zonder meer dat geen enkele hindernis meer mag bestaan, maar het moet wel mogelijk zijn om het terrein te bebouwen. Dit betekent dat de aanwezigheid van een betonplaat niet het normaal gebruik als bouwterrein belemmert. De grond is immers bestemd en geschikt om te worden bebouwd, hetgeen inmiddels is gebeurd. De koper heeft alleen zwaarder (hei)materiaal moeten gebruiken dan de bedoeling was, maar dit betekent niet dat er geen sprake is van een bouwterrein. Van belang hierbij is nog dat niet gebleken is dat de gebruikte heimethode buitengewoon speciaal was. Koper heeft dus geleverd gekregen wat hij heeft gekocht. De claim van koper wordt afgewezen. COMMENTAAR De rechtbank doet hier een praktische uitspraak voor de praktijk. De rechtbank legt uit wat moet worden verstaan onder de definitie ‘bouw- terrein’ en ‘bouwrijpe grond’ in het kader van artikel 6.3 van de NVM-koopovereenkomst. Bij de verkoop van ‘bouwrijpe grond’ is het terrein kant en klaar om te worden bebouwd. Bij de verkoop van een ‘bouwterrein’ is dit niet het geval. Een ‘bouwterrein’ moet wel bestemd en geschikt zijn om te worden bebouwd. De woorden ‘bestemd’ en ‘geschikt’ betekenen niet zonder meer dat geen enkele hindernis meer mag bestaan, maar het moet wel mogelijk zijn om het terrein te bebouwen. • Meer informatie? Kijk op rechtspraak.nl: https://bit.ly/2SwllDP Contact? NVM Juridische Dienst 030 - 608 51 81