Mijn artikelen Diverse artikelen | Page 4

Ik ben 57 jaar oud en was meer dan 30 jaar huisarts. Wanneer ik destijds – zes jaar geleden – in mijn spreekkamer een alcoholist sprak, dan was een bezoek aan de AA (Anonieme Alcoholisten) het eerste wat ik hem aanraadde. Zonder ironie, want een van de kenmerken van verslaving is ontkenning. In dit geval mijn eigen ontkenning: drinken hoort bij een druk sociaal leven, drinken kalmeert, door drinken presteer ik beter, en trouwens, ik drink helemaal niet te veel. Wat zeur je nu? Ik ken alle excuses. In de kringen waarin ik verkeerde toen ik 30 jaar me dat ik ervan overtuigd was dat ik beter presteerde door te drinken. Maar mijn vrouw dacht daar anders over. ‘Als jij nu niet minder gaat drinken, dan zorg ik er wel voor!’ riep ze op een avond in tranen. Vervolgens borg ze alle sterke drank op in een kast in de woonkamer en deed die op slot. Maar ’s avonds pakte ik een koevoet en brak de kast open. Het geforceerde slot herinnerde iedereen er nog jarenlang aan. Hoewel ik het drinken meestal beperkte tot ’s avonds, begon het mijn functioneren als arts te hinderen. Zo Ik had de assistente al steels zien kijken naar mijn trillende handen. Maar in mijn praktijk kon ik makkelijk bij de benzodiazepine, die het bibberen onderdrukt. En zo had ik er nog een verslaving bij: benzo’s. geleden begon te drinken was het de gewoonte om na het werk of ’s avonds bij vergaderingen ?ink wat achterover te slaan, meestal een aantal glazen sterk bier. Dat was niet raar, iedereen deed het. Sterker nog, ik vond mensen die niet meedronken vervelend en stom. ’s Morgens sliep ik mijn roes uit totdat mijn vrouw me wakker maakte om de kinderen naar school te brengen. Wat dan meestal te laat was. Mijn uitdijende gezin (uiteindelijk drie kinderen) zag me zelden en wanneer ze me wel zagen was ik meestal te moe om me met hen te bemoeien. Ik voelde me belangrijk, want naast mijn baan als huisarts wist ik nog tijd vrij te maken voor een carrière als adviseur van een staatssecretaris en als gemeenteraadslid. En ik herinner 90 werd ik eens gebeld door een paniekerige moeder die me smeekte naar haar zieke zoon te komen kijken. Het was avond en ik had een stuk in mijn kraag. Het lukte me om hen veilig te bereiken – er was weinig mis met de jongen – maar op de weg terug schuurde ik een paar keer met de banden van de auto langs de stoep, totdat er een lek raakte. Ik ben toen naar huis teruggelopen. Mijn enorme werkdruk bezorgde me paniekaanvallen, vooral als ik autoreed. Ik kon doodsangsten uitstaan als een vrachtwagen me inhaalde. Maar ik merkte dat, als ik een paar glazen bier dronk voordat ik vertrok, dit me kalmeerde. En aangezien ik drie tot vier keer per dag onderweg was, begon ik ook overdag te drinken. Ik wilde afbouwen, maar wist niet readersdigest.nl 07/13