Kleine gevulde brioches
Bekleed de volgende dag een springvorm met bakpapier.
Kneed het deeg 5 minuten op een goed bebloemd werkvlak.
Rol het deeg uit tot een rechthoek van ong. 40 x 30 cm.
Bestrijk met dulce de leche, maar houd een rand van 2 cm vrij en
strooi er de gehakte appel en noten over.
Rol het deeg op tot een lange worst en snijd deze in 6 gelijke
stukken.
Leg elk stuk met de gevulde kant naar boven in het bakblik en
bestrijk met geklopt ei.
Dek de vorm af en laat ong. 2 uur rijzen op een warme plek tot ze in
omvang zijn verdubbeld.
Verwarm de oven op 160°C. Bestrijk de broodjes nog een keer met ei
en bak ze 30-40 minuten tot ze goudbruin zijn. Als ze te snel bruin
worden, dek ze dan af met aluminiumfolie.
Neem uit de oven en laat afkoelen op een taartrooster.
Ze kunnen het best warm en op de dag van het bakken gegeten
worden.
Vlecht
Bekleed een bakplaat met bakpapier.
Kneed het deeg 1 minuut op een goed
bebloemd werkvlak.
Verdeel het deeg in 3 porties, waar je 3
lange worsten van rolt.
Maak op het bakblik een losse vlecht,
bestrijk met het ei en laat 45 minuten
op een warme plek rijzen, tot het ong. in
omvang is verdubbeld.
Verwarm de oven op 180°C, bestrijk de vlecht
nogmaals met ei en bak 30 minuten in de oven, of tot een prikker er
schoon uitkomt. Dek de brioche af met aluminiumfolie als hij te snel
bruin wordt.
Neem uit de oven en laat afkoelen op een taartrooster.
Het lekkerst op de dag zelf.