68 SPECIAL BRUGGE
werkt. Dat is ook logisch want het compromis tekenen na 1 juni kan toch al snel een besparing van meer dan 7.000 euro opleveren. Voorts merken we toch een duidelijke voorkeur voor nieuwbouw. Heel recent hoorde ik nog iemand vertellen dat de renovatiekosten aan een drie jaar geleden gekochte kleine woning hoger opliepen dan wat voor een nieuwbouw betaald zou zijn geweest. Natuurlijk zijn er altijd mensen die graag renoveren en klussen maar het gros van de kopers geeft momenteel wel degelijk de voorkeur aan nieuwbouw. Als makelaar staan wij natuurlijk klaar om alle klanten, zowel aan de verkoop- als aan de aankoopzijde snel en accuraat bij te staan op basis van een fijne menselijke relatie. Een vastgoedtransactie blijft immers iets met een grote impact en daarbij heeft iedereen nood aan een makelaar die als echte partner optreedt.” Temeer omdat het weekblad Knack in zijn editie van 21 maart verwees naar een toespraak van Marcia De Wachter, de directeur van de Nationale Bank van België, die een waarschuwende vinger opsteekt voor te hoog oplopende vastgoedprijzen. Er zou sprak zijn van een forse overwaardering van de huizenmarkt en zelfs van een zeepbel die misschien wel eens tot
barsten moet komen.
Een thuis als ankerpunt
Naast de specifieke troeven die Brugge kan voorleggen blijft het natuurlijk ook een vaststaand feit dat de Belg een baksteen in de maag blijft hebben. De vastgoedmarkt blijft ook daarom erg dynamisch. Drie landgenoten op de vier tussen 20 en 64 jaar bezitten een eigen woning. Dat is meer
dan het gemiddelde in Europa, en meer dan in onze buurlanden: in Nederland heeft 67 procent een eigen woning, in Frankrijk 65 procent, in Duitsland 52 procent. Bovendien zegt 80 procent van de Belgische jongeren tussen 20 en 24 jaar dat ze een eigen woning willen bouwen of kopen. De drang om in vastgoed te investeren neemt dus nog toe. Vorig jaar hebben de Belgen nog nauwelijks vers geld in spaar- of beleggingsproducten gestoken. Voor het eerst sinds het uitbreken van de financiële en economische crisis, in 2008, ging al het verse spaargeld naar nieuwbouw en renovatie, zo blijkt uit cijfers van de Nationale Bank.“ Een eigen nest om echt“ thuis” te komen blijft voor veel mensen de ultieme droom”, legt Stijn Voet uit.“ Iedere mens heeft nood aan anker- en rustpunten. Dat is altijd zo geweest, maar in de steeds sneller veranderende maatschappij van vandaag is dat nog meer het geval. Men zegt niet voor niets dat we niet in een tijdperk van verandering leven, maar in een verandering van tijdperk en het is niet voor niets dat er geen dag voorbijgaat of we krijgen weer de term disruptie te horen. Een eigen huis blijft echter niet alleen als ankerpunt zeer gegeerd. Het is voor velen ook een soort pensioenopbouw, of het is een investering die meer rendement oplevert dan welke vastrentende belegging ook en meer zekerheid biedt dan met het geld naar de beurs gaan. Ook jonge mensen blijven dan ook heel veel zin hebben om een woning te kopen. Dat vraagt uiteraard een grote financiële inspanning, temeer omdat de banken in vergelijking met een aantal jaar geleden strengere eisen stellen om een hypotheeklening toe te staan en een grotere eigen inbreng vragen. Dat houdt in dat jongere kopers misschien enkele jaren langer moeten sparen vooraleer ze hun woondroom kunnen waarmaken, maar daar maken ze eigenlijk geen punt van. Andere jonge kopers krijgen dan weer belangrijke financiële steun van hun ouders.”
De grootdistributie als barometer
De huidige marktsituatie schept anderzijds dan ook weer ruimte voor investeerders.“ Zij kunnen een aardig rendement opstrijken door nieuwbouwappartementen te verhuren”, zegt Stijn Voet.“ Er is duidelijk een trend waarbij we zien dat investeerders een grote interesse hebben in dergelijke appartementen in de gemeentes die tussen de grootsteden liggen. Voor ons project‘ De Berenpoort’ in Beernem bijvoorbeeld