Magazine Coachend Vlaanderen
21 December 2013
De GedragsFlexibiliteitSchaal
Ondanks de effectiviteit van de twee genoemde meetmethode was ik nog op zoek naar een
instrument waarmee ik persoonlijke ontwikkeling zou kunnen meten. Daarvoor moest echter wel
een waarde gevonden worden waarmee dit te meten is. Op een zonnige voorjaarsdag in 2011
kreeg ik een ingeving. "Als ik mijn comfortzone nou eens zou kunnen meten!" Zo ontstond de term
'gedragsflexibiliteit' ofwel, de mate waarin een individu in staat is in verschillende situaties zonder
stress te kunnen handelen. In de GedragsFlexibiliteitSchaal (GFS) meten we dit aan de hand van 24
sets van twee paradoxale competenties. Bijvoorbeeld, als iemand zowel zakelijk als menselijk is,
zowel directief als dienend is en de grote lijnen maar ook de details kan zien, dan voelt hij zich in
een groot aantal situaties comfortabel en heeft daarmee zogezegd een grotere persoonlijke
comfortzone. Dit betekent dat de persoon in kwestie ook in veel functies inzetbaar is. Daarmee is
het ook een bruikbaar instrument voor werving en selectie.
Middels een vragenlijst wor