Magazine Coachend Vlaanderen
21 Maart 2014
Wie is je coach?
Per soort cursus (animator of andere) is er team vrijwilligers dat de boel
coördineert. Zij zoeken cursusbegeleiding bijvoorbeeld. Tijdens de cursus komt er
ook iemand van het team langs voor een babbel over de cursus. Dit is ook het
moment om eventuele problemen aan te kaarten, zowel over de cursus als over de
dagelijkse gesprekjes. Dan is er natuurlijk ook je medebegeleider en het duo
waarmee je de dagelijkse gesprekjes voert.
De nieuwe cursusbegeleiders op een VDS-cursus krijgen een mentor toegewezen.
Dit is een ervaren begeleider die op voorhand al eens met jou de cursusboek zal
doornemen, en wat tricks of the trade met je deelt. Op cursus is dit je aanspreekpunt
voor eender welke vraag. De cursusverantwoordelijke polst ook regelmatig bij de
mentoren naar het welbevinden van de nieuwe begeleiding. Daarnaast heb je dan
nog de generatiecoach (per instroomjaar) en ploeg coaching die je traject binnen de
organisatie nauw opvolgt.
Wat ontbreekt in bovenstaande beschrijvingen? De beroepskracht is de opvallende
afwezige als het gaat om coaching. Nochtans staat het zowel bij Scouts en Gidsen
Vlaanderen als bij de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk in de functiebeschrijving van
de vormingsverantwoordelijke. Over het waarom dit nu niet gebeurt, gaan we hier
niet dieper op in. Laten we het er op houden dat de beroepskracht al genoeg andere
taken heeft en dat vrijwilligers liever elkaar coachen, zelfs als de beroepskracht een
achtergrond in coaching zou hebben.
Wat zijn de valkuilen?
Waar liggen de kansen voor beide organisaties om hun ondersteuning van
vrijwilligers te verbeteren? Bij Scouts en Gidsen Vlaanderen nemen ze al stappen in
de goede richting, maar het blijft allemaal wat oppervlakkig. Vrijwilligers kunnen
door de mazen van het net glippen en nooit een coach voor zich hebben. Terwijl de
kans bestaat dat net wie geen cursus geeft, nood heeft aan hulp bij de vraag of
vorming wel iets voor hem is bijvoorbeeld.
De Vlaamse Dienst Speelpleinwerk is net in het omgekeerde bedje ziek. Door zo
prestatiegericht te werken, engagementen te gaan meten, creëer je een druk bij je
vrijwilligers. Je moet in minstens 2 werkgroepen zitten, je moet minstens 1 cursus
geven, je moet 3 werkpunten opgeven waaraan je wil werken … veel moeten in een
vrijwillige omgeving.
32.