Leven is COMMUNICEREN is Leven De Wetten Voor Goede Communicatie | Page 17
Jammer genoeg merkt wie zelf in de cirkel zit dit vaak niet meer op en is het nodig dat een buitenstaander hem
erop wijst en eventueel helpt om de impasse te doorbreken.
5. ANALOGE TAAL
Exact dezelfde woorden kunnen eisend (“I am the boss”), vragend (“We are equal”) of smekend (You are the
boss) overkomen in functie van de manier waarop ze gezegd worden, de lichaamstaal, toon enz…
Analoge taal leidt tot misverstanden. Zoals de man die een ruiker bloemen meebrengt en thuis begroet wordt
met “Wat heb jij goed te maken?”
Stel je analoge taal vast, duidt dan met woorden : "Ik doe dit omdat ...."
Soms is de taal bewust niet in overeenstemming met de analoge boodschap. Dit heet: ironie.
Soms is ze onbewust niet in overeenstemming. Dan spreken wij van een tegenstrijdige boodschap. Zoals
wanneer iemand op boze toon uitschreeuwt: “maar neen, ik ben niet boos!”
Tegenstrijdige boodschappen lijden tot PARADOXEN: de ander weet niet meer hoe te reageren. Dit
frustrerend dilemma kan aanleiding zijn tot het ontwikkelen van een symptoom, zodat de andere kan zeggen:
“Ik wil wel doen wat je vraagt, mat kan niet, want ik ben oververmoeid, ik heb hoofdpijn, ... "
6. INTERACTIE IS OFWEL SYMMETRISCH, OFWEL COMPLEMENTAIR
Bij symmetrische interactie zijn de gedragingen als het ware spiegelbeelden van elkaar: wij willen beiden
hetzelfde: initiatief nemen als de ander dat ook wil, volgen op het ogenblik dat hij wil volgen (“Na U! - Neen,
na U! - Neen, neen, gaat U maar eerst! - Neen, U eerst ....)
Bij complementaire interactie streven wij naar aanvulling van de ander: onze gedragingen zijn gebaseerd op
verschillen: als jij initiatief neemt, dan volg ik.
Gevaar van een
Gevaar van een
symmetrische relatie:
complementaire relatie:
Escaleert gemakkelijk:
Verstart gemakkelijk:
Neem jij geen initiatief, ik ook niet.
Hoe groter het verschil hoe beter!
Zet jij je niet in, ik ook niet.
Hoe uithuiziger vader, hoe meer haardgebonden moeder
Vrij jij met een derde, ik ook.
Hoe baziger de een, hoe slaafser de ander
Ik zet de asbak rechts, jij dus links
ik daarna weer rechts - en er is ruzie
17