Leven is COMMUNICEREN is Leven Als ELK Woord Telt | Page 55

je pillen niet neemt je weer in de war raakt'. Hier moeten we van af! Dan stellen we namelijk onze eigen problematiek centraal als reden waarom de patiënt iets aan zijn gedrag moet veranderen. U zou ook niet zomaar aan een behandeling beginnen simpelweg omdat de een of andere hulpverlener zich zorgen maakt. Zoals bij zoveel lastig te bespreken problemen in de psychiatrie (vergelijk bij voorbeeld het bespreken van sexuele problemen) is normalisatie een goede techniek. Hierbij maken we duidelijk dat het hebben van psychotische gedachten, zoals achterdocht of grootheid op zich niet abnormaal is. Ieder mens heeft deze gedachten. Het gaat alleen mis wanneer deze gedachten te veel en te vaak voorkomen. Een psychose is dus een kwantitatief probleem en niet kwalitatief. Als ieder mens het een beetje heeft is het dus een heel ander stigma dan wanneer je een ernstige ziekte hebt die je anders maakt dan de rest van de wereld. Overigens is dit meer dimensionele denken veel moderner dan het categorale denken in ziektes. Zoals wij zullen gaan zien in DSM-V. Met deze aanpak bent U dus zeer modern bezig! Een belangrijke tip blijft toch: don't push too much. Het is immers een begrijpelijke actie bij zulk een ernsige stoornis die zoveel tegenstribbelt. Maar het helpt niet!! Ben bereid de lange weg te bewandelen en op het slappe koord te dansen. Bedenk: 'Op een beweeglijk standpunt sta je het sterkst' (Deelder). Het gesprek: wat bespreken we niet? We hebben al het een en ander behandeld over wat zinvol en werkzaam zou kunnen zijn bij mensen met een psychose. Je kan ook verkeerd inzetten. Hieronder enkele onderwerpen die in de praktijk meestal contraproductief zijn. In een behandeling blijkt het in het begin weinig zin te hebben om over de inhoud van de psychose te spreken. Dit ontaardt meestal in welles/nietes. Je krijgt vooral ruzie met de patiënt, die al zo vaak te horen heeft gekregen dat zijn ideeën op hersenspinsels berusten. We schoppen dan eigenlijk tegen het zere been waar al heel vaak tegen geschopt is. Dat moeten we dus niet doen. Ga dus bij voorbeeld niet zeggen dat ze Jezus helemaal niet kunnen zijn of dat hun achtervolgingsverhaal wel heel erg ongeloofwaardig is! Pas als er een goed contact is, kun je soms over de inhoud beginnen. Bedenk daarbij wel dat het veel voorzichtigheid vergt omdat de patiënt snel denkt dat je hem niet gelooft. Vooral jonge en onervaren hulpverleners willen deze fout nog wel eens maken. Wanneer je op inhoudelijk niveau zit is het socratisch uitvragen zoals in het ' Gedachten uitpluizen' van Mark van der Gaag een geschikte methodiek. • Een andere opmerking die bij een psychotisch iemand bijna altijd verkeerd valt is: 'U bent in de war'. Dit is begrijpelijk omdat ze dat namelijk meestal niet zijn! Sterker nog: ze denken zeer intensief en vaak wel coherent. Maar ze trekken voortdurend foutieve, psychotische, conclusies! En door die foute conclusies komen ze nog wel eens vreemd op ons over. Maar de patiënt voelt zich vaak niet in de war. Hij is boos of angstig, vol met stress en vele gedachten. Heb het daar dus over en wees voorzichtig in je woordkeus. • En nog maar een: vraag niet naar stemmen horen maar naar 'vreemde of bijzondere ervaringen' of dat 'er veel over u gepraat wordt'. Alleen patiënten met ziekte-inzicht snappen wat jij bedoelt met 'stemmen'. 'Hoort u stemmen?' betekent namelijk eigenlijk: 'U bent gek, hè?'. En dat is niet zo’n sterke binnenkomer. Behandeling en toekomstperspectief Elke medische, of in dit geval psychiatrische, behandeling heeft voor een patiënt een flink aantal nadelen: wanneer hij medicatie moet innemen wordt hij dagelijks eraan herinnerd dat zijn brein niet goed functioneert en hij heeft nogal eens last van de bijwerkingen. Iedere dag moet hij een of meerdere malen ze niet vergeten in te nemen. Het veelvuldig praten over problemen, het regelmatig op afspraken moeten komen: het zijn geen prettige bezigheden. Het verbaast ons dan ook helemaal niet dat de mensen zo slecht hun medicatie innemen of hun afspraken met enige regelmaat 'vergeten'. De meest essentiële vraag van de klant moet dus zijn: 'Waarom zal ik de moeite doen om de hele behandeling en al die medicatie te ondergaan?' en wij moeten als hulpverlener ervoor zorgen dat deze vraag op een goede manier gesteld gaat worden