Leven is COMMUNICEREN is Leven Als ELK Woord Telt | Page 21
De verschillende stempersonen kun je onderscheiden in drie soorten:
Ten eerste deelpersonen of eigen geesten. Ze zijn van jou, horen bij je en kunnen waarschijnlijk weer
goed geïntegreerd worden in je persoon.
Ten tweede zijn er geesten van overledenen. Voor degenen die er contact mee hebben staat hun bestaan
vast. Je praat dus met je overleden vader, grootvader, grootmoeder e.d. en je kunt echt wel geloven dat
ze er zijn.
Ten slotte zijn er geesten die niet bij jou horen, maar ook niet lichamelijk zijn. Ze willen graag weten
hoe mensen zijn en vinden meestal dat je een domoor bent. Als ze niet vervelend zijn en geen vreemde
opdrachten geven, kunnen ze heel geestig zijn. Als je met ze praat krijg je vaak het gevoel dat je leven
en dat van andere mensen één groot komisch toneelstuk is, dat door de acteurs echter niet zo wordt
begrepen.
Therapeutische aanwijzingen
De hier gegeven aanwijzingen liggen in het verlengde van de nieuwere opvattingen over psychotherapie van
psychotici. Men richt zich hierbij op het verminderen van stress in het dagelijks leven van de cliënt.
Hierbij steunt men de cliënt in gedragswijzen die de omgang met stemmen binnen iemands normale aanpassing
kunnen laten verlopen. Een overzicht hiervan vinden we bij Strauss (1980).
Onderzoek naar copingstrategieën (manieren om je staande te houden tegenover psychotische verschijnselen)
deden Falloon en Talbot (1981) en in ons land Romme (1988, p. 199-214).
Het idee dat het om stempersonen gaat vergemakkelijkt in mijn benadering het inzicht van de cliënt in wat hem
overkomt. Dat is vooral van belang voor diegenen die niet in staat zijn zich als ziek te beschouwen.
Op basis van eigen psychotische ervaringen en gesprekken met psychotici in de afgelopen acht jaar beveel ik
aan:
Erken tegenover de psychoticus de mogelijkheid van het bestaan van stempersonen. Doe dit alleen als de
psychoticus hierin gelooft. Is dat zo, probeer dan te stellen dat de geesten er niet moeten zijn, omdat het doel
van de therapie is de gewone menselijke aanpassing weer te bereiken.
Ik geloof niet dat je algemene richtlijnen kunt geven hoe je dit gesprek moet voeren. Je zou het zowel vanuit
non-directieve als meer adviserende methoden kunnen benaderen. Bepalend is hier de interactie tussen therapeut
en cliënt.
Vaak gelooft de psychoticus dat de stemmen afkomstig zijn van telepathisch contact met andere mensen. Vertel
dat deze opvatting vaker voorkomt, maar dat het je onwaarschijnlijk lijkt.
Verder is hier weinig aan te doen en gelden de volgende aanwijzingen.
Accepteert de psychoticus dat de geesten onwenselijk zijn, steun hem dan in het uitbannen van hun invloed (b.v.
met medicijnen).
Adviseer ontspanning en afleiding naast een regelmatig leven met goed eten en voldoende slaap. Deze adviezen
kunnen een vervolg krijgen in gezinstherapie, waarbij conflicten met gezinsleden worden uitgesproken,
verhelderd en hanteerbaar gemaakt. Er moet gestreefd worden naar egoversterking en ontwikkeling van sociale
vermogens. Groeps- en gedragstherapeutische benaderingen zijn hiervoor geschikt.
Als de psychoticus er niet toe over te halen is de geesten in de steek te laten, moet de therapeut hun bestaan
erkennen en belangstelling tonen voor hun uitingen, en proberen de maatschappelijke afwijzing die een
dergelijk geloof meebrengt te corrigeren. Voorwaarde voor een goede steunverlening is wel dat hij zich verdiept
in beschrijvingen van deze ervaringen bij esoterische richtingen, paragnosten en psychotici (Romme 1988).
21