Leven is COMMUNICEREN is Leven Als ELK Woord Telt | Page 18
3. Hoe praat je het best met geesten?
Aanwijzingen voor psychotherapie voor psychosen door R.F. Riemersma.
R.F. Riemersma is zelf psychotisch. Hij praat met “geesten” en overledenen. Hij slaagde er in om zijn
psychose te integreren in het normale leven door deze psychotische contacten te aanvaarden als contacten met
deelelementen (deelpersonen) van zijn eigen psyche. Wat volgt is dan ook geschreven vanuit zijn persoonlijke
ervaring. Bedenk wel dat elke mens, en dus ook elke psychoticus, verschillend is en andere psychotici dus ook
andere ervaringen hebben.
Samenvatting
Gebaseerd op eigen psychotische ervaringen met stemmen, gesprekken met psychotici en literatuurgegevens
doet de schrijver het voorstel tot een psychotherapie die het bestaan van geesten erkent. De psychotische
ervaring wordt beschouwd vanuit vier elkaar aanvullende gezichtspunten:
ziekte,
persoonlijke ervaring,
falende aanpassing en
contact met lichaamsloze personen' (geesten).
De gegeven aanwijzingen tonen de therapeut hoe hij de cliënt kan helpen het praten met geesten te integreren in
het normale leven. Erkenning van de stempersonen (geesten), informatie delen omtrent hun geaardheid en
verstandige regels voor de communicatie ermee moeten samengaan met een dagelijks leven dat zo weinig
mogelijk stress kent en in wezen plezierig moet zijn.
Inleiding
Een psychose met gehoorshallucinaties kan worden opgevat als een contact met deelpersonen van de eigen
psyche (Riemersma 1982, 1983).
Vooral vanuit de hypnotherapie wordt het idee van deelpersonen in toenemende mate gesteund (Hilgard 1977;
Van der Werf, Hermans en Van Ree 1983). Het duidelijkst wordt dit bij de multipele persoonlijkheid, waar één
der andere personen het hele functioneren kan overnemen zonder dat het ik er weet van heeft (Bliss 198o).
Ik ga vooral uit van mijn eigen psychotische ervaring. Door verdere studie en gesprekken is bij mij de
overtuiging ontstaan dat psychose iets is dat je kan overkomen en waarbij het toch mogelijk is een integratie
ervan in het normale leven tot stand te brengen. Eigenlijk beschouw ik mijn leven met deze ervaringen rijker
dan er zonder.
In 1982 deed ik verslag van deze ervaringen. Door het gesprek met deelpersonen, die ik `foonpersonen' noemde,
aan te gaan, kreeg ik de verwarrende hallucinaties in de hand. Volgens mij waren mijn ervaringen bruikbaar
vooral voor psychotici met voldoende ontwikkeling en intellectuele vermogens en die de nieuwsgierigheid en de
durf hebben om hun psychotische ervaringen beter te leren kennen en ze langs deze weg te integreren in hun
bestaan.
Als stappen in een therapie langs deze weg onderscheid ik:
de stembron bij jezelf zoeken;
de notie van deelpersonen (foonpersonen);
praten met je deelpersonen;
integratie van je ervaringen in je bestaan.
Inmiddels ben ik acht jaar verder en geloof dat aan deze uiteenzetting nog wel een aantal belangrijke zaken
kunnen worden toegevoegd, zodat een grotere groep psychotici er voordeel van kan hebben.
18