ILONA. #01 | Page 19

19

Joseph Kony, al ruim 25 jaar leider van het Lord's Resistance Army - digitaltrends.com

Lord's Resistance Army in het nauw

kill, or whatever. The Ten Commandments carries all this.”

Het is maar de vraag hoe dit doel te verantwoorden is met alle moorden en geweldplegingen van de rebellengroep. In 2004 opende de International Criminal Court (ICC) in Den Haag het dossier ‘Situation in Uganda’; een uitvoerig onderzoek naar de vermeende delicten die de LRA gepleegd zou hebben gepleegd. De zorgwekkende situatie in Midden-Afrika groeide, en het ICC besloot dat het tijd werd om in actie te komen.

Een jaar later stonden de arresten open van de vijf kopstukken van de LRA: Joseph Kony en zijn handlangers Vincent Otti, Raska Lukwiya, Okot Odhiambo en Dominic Ongwen. Voorzitter van het ICC Luis Moreno-Ocampo: “We believe the best way to stop the conflict and restore security to the region is to arrest the top leaders. The LRA is an involuntary army and the majority of the fighters are formerly abducted children. Arresting the top leaders is the best way to ensure that these crimes are stopped and not exported to other countries.”

De vijf staan terecht voor in totaal 33 delicten van oorlogsmidaden tot mensenrechtenschendingen. De landen waarin de LRA actief is, Oeganda, Soedan en Centraal-Afrika, hebben een arrestatiebevel ontvangen van de ICC. Omdat zij het verdrag met de ICC geratificeerd hebben, betekent dit dat ze verplicht zijn de kopstukken over te leveren aan Den Haag. Of ze dat in de praktijk ook doen, valt te betwisten. De overheid van Soedan heeft in het verleden militaire assistentie verleend aan de LRA. Omdat het ICC geen sancties oplegt voor het niet uitvoeren van arrestatiebevelen, lijkt het bevel nog altijd vrijblijvend te zijn voor de landen die het opgelegd krijgen.

De opening van deze zaak en het uitstaan van de arresten lijkt een grote stap in het stoppen van de LRA, maar schijn bedriegt. Kony en zijn handlangers zijn op de dag van vandaag, zeven jaar later, nog altijd voortvluchtig. Volgens het ICC zijn er veel doodlopende wegen in de zaak Oeganda. “Het arrest staat al die jaren al open, maar de mannen zijn nog altijd voortvluchtig. Het lijkt daarom alsof er geen voortgang geboekt wordt, maar dat is niet zo. We doen er veel aan om de verdachten te traceren. We werken bijvoorbeeld sinds een paar jaar samen met MONUC (de VN-waarnemersmissie in de Democratische Republiek Congo, it), omdat we hebben vernomen dat de verdachten zich in dit land ophouden.

We proberen dus steeds nieuwe manieren aan te boren om de verdachten in de rechtszaal in Den Haag te krijgen. ” Hoe lang het nog gaat duren voordat er een einde in zicht komt, weten ze daar ook niet. “Dat is nu juist wat wij ons allemaal afvragen. We hebben in ieder geval nog een lange weg te gaan, voordat er gerechtigheid is voor Midden-Afrika en de LRA.”

Internationale druk

Buiten de ICC zijn er nog meer partijen die zich met de kwestie bemoeien. Oeganda zelf heeft erg veel moeite met het terugvechten tegen het grenzeloze gebruik van geweld van de LRA. Buurlanden Democratische Republiek Congo (DRC), Oeganda en Soedan verenigden hun regeringstroepen eind 2008 om samen tegen de LRA te strijden.