History, Wonder Tales, Fairy Tales, Myths and Legends Geschiedenis van de Familie Adriaens | Page 61
Cholera
Gent. 1832 cholera ; 1838-40 mazelen ; 1847 typhus; 1849 opnieuw
cholera ; 1851 pokken en cholera ; 1854 cholera ; 1865 en 1866 nogmaals
cholera ; 1871 typhus en pokken.
De cholera (braakloop) is een infectieziekte van de darmen die zich vooral
in de 19e eeuw voordeed, toen de handel met het Verre Oosten weer op
gang kwam. Braakloop verspreidde zich dan ook meestal vanuit de
havenplaatsen. In Duitsland was het Hamburg en in Engeland Liverpool,
die als kern fungeerden van epidemieën die massaal door Europa
trokken. Deze ziekte kenmerkt zich door hevige diarree en veel
De luizenjacht
vochtverlies.
Gerard ter Borch ca. 1653
“De vreselijke cholera- epidemieën die ons land in de jaren 1832-33,
1849, 1853-54, 1859 en 1866-67 troffen, noopten het bestuur van de
gasthuizen veel wezen, kinderen van de slachtoffers der epidemieën, in de
tehuizen onder te brengen om ze uit de besmette plaatsen weg te halen.
Zo diende Sint-Julianus als afzonderingstehuis, vooral in de periode
augustus-oktober 1859 en ook in 1866, toen 285 kinderen en volwassenen
in de afzondering gehouden werden.”
In 1849 werd Doel geteisterd door de cholera. De brik ‘Medora’ had de
ziekte meegebracht uit een oosters land en de bemanning werd in
‘quarantaine’ ondergebracht in barakken tussen de Witte Brug en
Liefkenshoek. De gemeenteraad besliste dat alle bestaande grachten en
stilstaande wateren moesten gedempt worden. Op 22 juli 1849 kwam er
een verordening dat alle lijken binnen de zes uren na overlijden moesten
begraven worden, zonder lijkdienst in de kerk. De toegang en bewoning
van besmette huizen was verboden.
Begin 1866 brak opnieuw cholera uit. Het besmette Breemse barkschip
‘Agnes’, lag voor anker in Doel en de slachtoffers werden rechtstreeks
naar het fort gebracht. De gemeenteraad verbood alle contact met
Liefkenshoek. Niemand mocht verder gaan dan de ‘Steenen Beer’.
Genezing van de ziekte kende men toen nog niet. Men gaf de raad om de
zieke te verwarmen met wollen dekens, heet zand en kruiken met warm
water. De apothekers verkochten ‘ Elexir tegen Cholera’. De lichamen
van de overleden slachtoffers aan cholera werden begraven in de
schorren, om besmetting van het Doelse kerkhof te vermijden.
De kwakzalver-tandarts
Jan Steen ca.1660
Hongersnood
“ Erger is echter het feit dat hij waarschijnlijk veel honger geleden heeft
in 1845 en in 1848-49. Inderdaad, in Vlaanderen wordt de ellende ten top
gedr WfV